Cijfers over delinquentie
Aantal geregistreerde verdachten
Gegevens in een tabel
Geregistreerde minderjarige verdachten
Jaar | Aantal per 1.000 12 - 18 jarigen |
---|---|
2013 | 20,0 |
2014 | 18,6 |
2015 | 18,3 |
2016 | 16,9 |
2017 | 15,4 |
2018 | 13,7 |
2019 | 15,5 |
2020 | 13,5 |
2021 | 13,0 |
2022 | 14,4 |
2023 | 13,9 |
In 2023 waren 16.870 minderjarigen geregistreerd als verdachte van een misdrijf. Per 1.000 12- tot 18-jarigen zijn dat 13,9 jongeren. Deze jongeren zijn minstens één keer verdacht geweest van een misdrijf. Onder jongvolwassenen van 18-23 jaar waren 23.360 geregistreerde verdachten. Dat is 17,8 per 1.000 18- tot 23-jarigen.
Na een stijging in 2022 is er in 2023 in beide leeftijdsgroepen opnieuw een daling in het aantal geregistreerde verdachten. In 2022 waren er 17.780 (14,4 per 1.000) 12- tot 18-jarigen geregistreerd als verdachte. En 25.950 18 tot 23-jarigen (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2024).
Van de 16.870 minderjarigen die in 2023 geregistreerd stonden als verdachte van een misdrijf ging het bij 10.800 jongeren om de eerste keer dat ze verdacht zijn van een misdrijf. Dit zijn er minder dan in 2022. In 2022 waren er onder de minderjarigen 11.600 van deze zogenaamde 'first offenders'. Dat was 19 procent meer dan in 2021. Deze jongeren zouden vooral verdacht zijn van winkeldiefstal. Nog nooit was, volgens het CBS, het aantal 'first offenders' zo hoog geweest. (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2024).
De afgelopen tien jaar is het aantal geregistreerde minderjarige verdachten flink afgenomen. In 2013 waren er bijna 20 per 1.000 12- tot 18-jarigen geregistreerd als verdachte van een misdrijf. In 2023 ging het om 13,9 per 1000 jongeren. (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2024).
Deze gegevens zijn gebaseerd op registraties door de politie. Daarnaast zijn er gegevens uit onderzoek waarbij jongeren bevraagd zijn over hun eigen gedrag. Het gaat dan om zelfgerapporteerde criminaliteit. Dit onderzoek wordt elke vijf jaar uitgevoerd. Die cijfers liggen een stuk hoger. In 2020 zei ruim een derde (36,6 procent) van de 12- tot en met 17-jarigen dat ze zich in de voorafgaande twaalf maanden schuldig hebben gemaakt aan een of meerdere delicten. Online delicten vallen daar niet onder. Ten opzichte van 2015 is er nauwelijks verschil in het percentage minderjarigen dat zegt een delict te hebben gepleegd. In 2015 was dat 35 procent van de minderjarigen. Dit verschil is niet significant (Van der Laan, Beerthuizen & Boot, 2021).
Onder de grootste groepen jongeren met een migratieachtergrond in Nederland is de daling in de afgelopen tien jaar is het grootst onder jongeren met een Marokkaanse migratieachtergrond. In 2012 stonden 83 minderjarige jongeren per 1.000 jongeren met een Marokkaanse achtergrond geregistreerd als verdachte van een misdrijf. Dat aantal is in 2022 gedaald naar 31 per 1.000 jongeren met een Marokkaanse migratieachtergrond.
Onder de grootste groepen jongeren met een migratieachtergrond is in 2022 het aantal verdachten nog steeds het hoogst onder jongeren met een Antilliaanse of Arubaanse migratieachtergrond (45,50 per 1.000 jongeren) en met 17,7 per 1.000 het laagst onder jongeren met een Turkse migratieachtergrond (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2023).
Zelfgerapporteerd daderschap
In de Monitor jeugdcriminaliteit (2021) is aan jongeren gevraagd of ze zich schuldig hebben gemaakt aan een misdrijf. Cijfers verkregen uit onderzoek waarbij jongeren bevraagd zijn over hun eigen gedrag liggen een stuk hoger dan de cijfers over geregistreerd daderschap. Het gaat dan om zelfgerapporteerd daderschap. Dit onderzoek wordt om de vijf jaar herhaald. De laatste cijfers dateren uit 2020. In 2020 zei ruim een derde (36,6 procent) van de 12- tot en met 17-jarigen dat ze zich in de voorafgaande twaalf maanden schuldig hebben gemaakt aan één of meerdere van de 27 gevraagde delicten. Online delicten vallen daar niet onder. In 2015 ging het om 35 procent van de minderjarigen. Het percentage zelfgerapporteerde criminaliteit is daarmee relatief stabiel gebleven.
Geweldsdelicten, vermogensdelicten en vandalisme komen het meest voor: respectievelijk 20,7 procent, 19,4 procent en 13,4 procent).
12-minners
Onder 12-minners (10- en 11-jarigen) is het percentage zelfgerapporteerd daderschap in de periode 2005-2020 met circa 21 procent gelijk gebleven. Agressiedelicten worden het meest gerapporteerd. In 2020 rapporteerde bijna 17 procent van de 10- tot 12-jarigen een agressiedelict. Het betreft vooral delicten waarbij niemand gewond is geraakt (12,4 procent), gevolgd door agressie met verwonding (7,7 procent). Vermogensdelicten volgen op de tweede plaats. In 2020 rapporteerde bijna 12 procent van de 12-minners een vermogensdelict. Het gaat daarbij vooral om kleine winkeldiefstal (7,1 procent) en diefstal van school (6,2 procent).
Online delicten
In 2020 zei 19,5 procent van de minderjarigen zich schuldig te hebben gemaakt aan een online delict. Dat is een daling van circa 5 procent ten opzichte van 2015. Toen zei circa 25 procent een online delict te hebben gepleegd. Het gaat daarbij om gedigitaliseerde delicten, zoals bangmakerij via e-mail, chat of sociale media, en het verspreiden seksueel getint beeldmateriaal van minderjarigen, en om cyberdelicten, zoals een virus versturen en inloggen op andermans computer.
In 2020 zei 12,7 procent van de 12- tot 18-jarigen zegt in het voorgaand jaar wel eens een cyberdelict te hebben gepleegd. Daarbij gaat het meestal om inloggen op een computer of netwerk zonder toestemming of om wachtwoorden van iemand anders veranderen. Ruim 11 procent van de 12- tot en met 17-jarigen zegt daarnaast zich schuldig te hebben gemaakt aan een gedigitaliseerd delict (Van der Laan e.a., 2021).
Aantal verdachte jongeren per gemeente
Wil je weten wat het aandeel jongeren in jouw gemeente is dat verdacht wordt van een misdrijf? Dit vind je op Staat-van-de-jeugd.nl.
Definitie
Onder delinquent (of crimineel) gedrag vallen verschillende gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn gesteld.
Delinquent of crimineel gedrag is een verzamelterm voor verschillende soorten gedrag die volgens de wet strafbaar zijn en die daarom tot een boete of straf kunnen leiden. Kinderen onder de 12 jaar kunnen in Nederland volgens het strafrecht niet veroordeeld worden. Officieel gaat het bij jeugddelinquentie dus om jongeren in de leeftijdscategorie vanaf 12 jaar.
Strafbare feiten of delicten zijn te verdelen in vier typen: geweldsdelicten, vermogensdelicten, vernieling, en overige delicten. Binnen deze typen kan weer een onderscheid worden gemaakt tussen overtredingen en misdrijven. Overtredingen zijn voornamelijk lichte vormen van regelovertredingen zoals zwartrijden en vuurwerk afsteken buiten de daarvoor bestemde periode. Misdrijven zijn zwaardere strafbare feiten zoals (winkel)diefstal, inbraak, mishandeling, beroving en verkrachting.
Meer informatie
Bronnen
- Centraal Bureau voor de Statistiek (2024). Kwart van alle verdachten van misdrijven jonger dan 23 jaar. Publicatiedatum: 12 maart 2024.
- Centraal Bureau voor de Statistiek (2024). Meer jongeren voor het eerst verdacht van misdrijf in 2022. Publicatiedatum: 16-2-2024
- Centraal Bureau voor de Statistiek (2024). Geregistreerde verdachten naar leeftijd, geslacht en recidive.
- Centraal Bureau voor de Statistiek (2023). Geregistreerde verdachten naar herkomst.
- Laan, A. van der, Beerthuizen, M. & Boot, N. (2021). Monitor Jeugdcriminaliteit 2020. Den Haag: WODC.
Meer informatie over gebruikte onderzoeken:
Lees ook
-
Cijfers over overlast
Cijfers over overlastVoor wieProfessionalsBeleidsmakersWat is er bekend over het aantal jongeren dat overlast veroorzaakt? Hoeveel problematische jeugdgroepen zijn er?