13 procent van de kinderen van 6 tot 16 jaar had in 2022 geen zwemdiploma. Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2018. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.
35 procent van de kinderen van 6 tot 16 jaar voldeed in 2022 aan de Nationale Norm Zwemveilig. Dat wil zeggen dat ze alle drie de zwemdiploma's hadden: A, B en C. Dat percentage was tijdens de coronapandemie afgenomen, maar is weer op het niveau van 2018.
Een kwart van de kinderen uit de laagste inkomensgroep had geen zwemdiploma en een kwart had alle drie de diploma's. In de hoogste inkomensgroep had 2 procent geen diploma en de helft alle drie.
Van de kinderen die zelf een migratieachtergrond hebben, had 28 procent geen diploma. Bij kinderen van ouders met een migratieachtergrond was dat 18 procent. Wel hadden de kinderen van ouders met een migratieachtergrond het meest van alle groepen hun A-, B- en C-diploma: 39 procent. Van de kinderen zonder migratieachtergrond had 5 procent geen zwemdiploma en 34 procent alle diploma's.
Ook kinderen die wonen in een stedelijk gebied hadden vaker geen zwemdiploma. Het Mulier Instituut pleit ervoor om de kans om zwemles te volgen te vergroten voor alle kinderen uit groepen waar minder kinderen zwemdiploma's hebben.
Meedoen in de samenleving
'Dat een kwart van de kinderen uit de laagste inkomensgroep geen zwemdiploma haalt, is in Nederland echt een probleem', zegt Robin Koper van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Er is hier zo veel water dat het gevaarlijk is als kinderen niet kunnen zwemmen. Zeker omdat kinderen het risico nog niet goed inschatten en in de verleiding kunnen komen om met hun vrienden in het water te springen. Leren zwemmen is in Nederland een belangrijk aspect van meedoen in de samenleving.'
'Als je weinig geld hebt is het lastig om zwemles te betalen. Er zijn wel manieren om daar een vergoeding voor te krijgen, bijvoorbeeld vanuit het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Alleen weten ouders niet altijd de weg te vinden naar dat fonds. Het is zaak dat gemeenten informatie over dat soort voorzieningen verspreiden. En schuldhulpverleners en wijkteammedewerkers kunnen ouders helpen om een aanvraag te doen. Voor sommige ouders is vragen om hulp een stap te ver, omdat ze zich schamen voor hun financiële problemen. Maar als het gaat om hun kinderen, zijn ze eerder bereid om toch die stap te zetten.'
Bron: Mulier Instituut
Meer informatie
Bericht Mulier InstituutFactsheet Zwemvaardigheid 2022Jeugdfonds Sport & Cultuur
Nieuwsbrief Jeugd
Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.
-
Hulp voor als je te weinig geld hebt
Hulp voor als je te weinig geld hebtVoor wieOudersAls je voor je kind iets niet kunt betalen, kun je gebruikmaken van regelingen. Lees waar je terecht kunt.
-
Armoede signaleren en bespreekbaar maken
Armoede signaleren en bespreekbaar makenVoor wieProfessionalsLees meer over hoe je als professional armoede kunt signaleren en daarover in gesprek gaat met gezinnen
-
Ondersteuning van gezinnen in armoede
Ondersteuning van gezinnen in armoedeVoor wieProfessionalsProfessionals kunnen gezinnen in armoede naast materiële ondersteuning ook andere ondersteuning bieden.
-
Beleid om gevolgen van armoede te verzachten
Beleid om gevolgen van armoede te verzachtenVoor wieBeleidsmakersNiet alleen financiële ondersteuning voor gezinnen, maar ook beleid kan helpen om de gevolgen van armoede te verzachten.