Maatwerk nodig voor seksuele uitbuiters

Daders van seksuele uitbuiting verschillen veel van andere criminelen. Zo zijn ze vaak nog jong en hebben ze bijna altijd een criminele ouder, broer, zus, partner of ex-partner. Dit vraagt om een gerichte aanpak, aldus de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.

De Nationaal Rapporteur deed voor het rapport Brede blik op daderschap voor het eerst onderzoek naar de criminele carrières van daders van seksuele uitbuiting. Daaruit blijkt dat 52 procent van hen jonger dan 25 jaar is wanneer ze voor het eerst mensenhandel plegen. 24 procent van de daders pleegt opnieuw een mensenhandeldelict.

Veel van deze daders hebben een bredere criminele carrière waar mensenhandel een onderdeel van is. Ze hebben vaak geen opleiding afgemaakt. Ook hebben zij aanzienlijk vaker een criminele sociale omgeving. Zo heeft 89 procent minimaal één criminele ouder, broer, zus, partner of ex-partner. Vaak plegen die ook mensenhandel.

Omdat bij deze groep opvallend meer risicofactoren aanwezig zijn dan bij daders van andere criminaliteit, vraagt dit volgens de Nationaal Rapporteur om een gerichte aanpak. Bijvoorbeeld door bij bestaande of nieuwe interventies te kijken hoe je herhaling van mensenhandel kunt tegengaan. En door te bekijken welke personen in de naaste sociale omgeving van daders ook delicten plegen.

Reclasseringsorganisaties hebben op dit gebied expertise. Daarom roept de Nationaal Rapporteur op om capaciteit en middelen vrij te maken zodat deze organisaties kunnen onderzoeken welke interventies nodig zijn voor deze daders. Zo kan er specifiek gekeken worden naar wat een dader nodig heeft om niet opnieuw een delict te plegen.

Bron: Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen

Meer informatie

Bericht Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen KinderenRapport Brede blik op daderschap

Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.