Jongvolwassenen zijn economisch kwetsbaar

Jongvolwassenen van 25 tot 35 jaar staan er economisch slechter voor dan dezelfde leeftijdsgroep tien of twintig jaar geleden. Dat blijkt uit een analyse door het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI).

In vergelijking met eerdere generaties zijn jongvolwassenen nu hoger opgeleid, hebben ze vaker werk en werken ze meer uren. Maar hun economische positie is kwetsbaarder. Ze hebben vaker flexibel werk en een studieschuld. Ze wonen minder vaak in een koopwoning en vaker in een dure private huurwoning dan eerdere generaties.

Het aandeel jongvolwassenen met een hbo- of wo-diploma is de afgelopen negentien jaar sterk gestegen, van 30 procent in 2003 naar 55 procent in 2022. Ook hebben ze vaker werk. De werkloosheid onder deze groep is historisch laag, met 3,7 procent in 2021. In 2002 was dat 4,3 procent. Verder werken jongvolwassenen gemiddeld één uur per week meer: 35 uur tegen 34 uur in 2003.

Tijdelijk werk

Toch hebben jongvolwassenen geen betere positie op de arbeidsmarkt. In 2021 had 35 procent een tijdelijk contract of uitzendwerk, tegen 14 procent in 2003. Zij zijn dus minder goed beschermd tegen het verlies van werk en inkomen.

Daar komt bij dat veel jongvolwassenen nu een studieschuld hebben. Tussen 2012 en 2022 liep het aandeel 25- tot 30-jarigen met een studieschuld op van 27 naar 39 procent. Ook steeg de gemiddelde schuld van 15.300 naar 16.500 euro.

Woningmarkt

43 procent van de zelfstandig wonende 25- tot 35-jarigen is huiseigenaar. In 2002 was dat nog 51 procent. 30 procent van de zelfstandig wonende jongvolwassenen huurt op de private woningmarkt, tegen 16 procent ongeveer tien jaar geleden. Gecorrigeerd voor inflatie zijn de private huurprijzen de afgelopen tien jaar gemiddeld 6 procent gestegen, terwijl de inkomens gemiddeld 3 procent stegen.

Bestaanszekerheid

'Het onderzoek bevestigt wat we al langer horen van jongvolwassenen', zegt Ellen Donkers van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Hun bestaanszekerheid staat onder druk doordat ze vaak flexibel werk hebben en moeilijk een huis kunnen vinden. Eerdere generaties hadden het écht economisch beter. Die onzekerheid zorgt voor stress en kan hun ontwikkeling belemmeren. Ook stellen jongvolwassenen belangrijke levensbeslissingen vaker uit, zoals kinderen krijgen.'

Bron: Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI)

Meer informatie

Bericht NIDI