Dak- en thuisloosheid treft veel jeugd

Een aanzienlijk deel van de dak- en thuislozen in Nederland bestaat uit kinderen en jongeren. Dat blijkt uit de tweede telling van het Kansfonds en de Hogeschool Utrecht, die plaatsvond in 55 gemeenten in 6 regio's.

Er werden tijdens de telling in totaal 1.333 jongeren en 1.101 kinderen geteld. 43 procent van de kinderen woont bij familie, vrienden of derden. Zo'n 27 procent verblijft in een tijdelijke daklozenopvang en 15 procent in niet-conventionele woonruimten, zoals een stacaravan of vakantiewoning. Dakloosheid treft kinderen ook indirect: 1.582 kinderen zijn niet zelf dak- of thuisloos, maar hebben wel een ouder die dak- of thuisloos is.

Veel van deze kinderen groeien op in onveilige en instabiele situaties. Dit heeft ernstige gevolgen voor hun fysieke en mentale ontwikkeling. Bij jongeren van 18 tot 27 jaar beperkt het gebrek aan stabiele huisvesting hun kansen op onderwijs, werk en een stabiele toekomst.

De onderzoekers benadrukken dat dak- en thuisloosheid een systematisch probleem blijft dat in alle regio's van Nederland zichtbaar is. Preventieve maatregelen, zoals betere toegang tot huisvesting en ondersteuning voor deze kwetsbare groepen, is volgens de onderzoekers essentieel om dit probleem terug te dringen. Ze doen dan ook een oproep aan beleidsmakers om sneller en effectiever in te grijpen.

Meer informatie

Bericht KansfondsPublieksrapportage resultaten tweede ETHOS-telling

Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.