Wat zijn de oorzaken van een licht verstandelijke beperking?

De oorzaak of oorzaken van een licht verstandelijke beperking (lvb) zijn lang niet altijd bekend of te bepalen. Meestal wordt een lvb veroorzaakt door een ingewikkelde combinatie van verschillende factoren. Die hebben meestal te maken met de genen, de hersenen en de sociale omgeving.

Factoren in de genen

Intelligentie wordt voor een groot deel bepaald door genen. Als de intelligentie van ouders of gezinsleden beneden het gemiddelde is, is de kans op een lvb voor een kind groter. Dit is ook zo als ouders of gezinsleden zelf een lvb hebben.

Gunstige omstandigheden kunnen de kans op het ontwikkelen van een lvb beperken. Tegelijkertijd kunnen bijkomende ontwikkelingsstoornissen, psychische en lichamelijke problemen bij een kind of jongere het leren en functioneren in de maatschappij juist extra beperken.

Factoren in de hersenen

Een lvb kan onder andere worden veroorzaakt doordat de hersenen anders werken. De oorzaak hiervoor kan aangeboren zijn, of later ontstaan.

Er zijn verschillende factoren in de hersenen die in verhouding vaker gezien worden bij mensen met een lvb dan bij mensen zonder een lvb. Deze factoren spelen waarschijnlijk een rol bij het ontstaan van een lvb.

Enkele voorbeelden:

  • genetische syndromen, zoals het Fragiele -X syndroom en het 22q11.2 deletiesyndroom
  • erfelijke stofwisselingsziekten, zoals PKU
  • afwijkingen in de hersenen, zoals epilepsie
  • oorzaken voor de geboorte, zoals foetale-alcoholsyndroom, infecties of medicatie
  • problemen tijdens de geboorte, zoals zuurstoftekort of vroeggeboorte
  • aandoeningen die ontstaan na de geboorte, zoals hersenvliesontsteking, bijna verdrinking, ernstig hoofdletsel na ongeluk of vergiftiging

Factoren in de sociale omgeving

Of en hoe kinderen met risicofactoren in de genen en de hersenen ook echt een lvb ontwikkelen, hangt onder andere af van hun sociale omgeving. De sociaaleconomische omstandigheden waarin een kind opgroeit en de opvoedvaardigheden van de ouders spelen hierbij een rol. 

Ongunstige omstandigheden

Ongunstige omstandigheden kunnen de ontwikkeling van een kind onder druk zetten. Het gaat dan bijvoorbeeld om opgroeien in extreme armoede, het hebben van ouders met beperkte opvoedvaardigheden en het meemaken van negatieve levensgebeurtenissen. Het samengaan van meerdere risicofactoren bij afwezigheid of beperkte aanwezigheid van beschermende factoren, maakt de kans groter dat kinderen en jongeren met een benedengemiddelde intelligentie een lvb ontwikkelen. We zien dan ook dat kinderen en jongeren met een lvb oververtegenwoordigd zijn in gezinnen met complexe problemen.

Gunstige omstandigheden

Als een kind in goede sociale omstandigheden wordt opgevoed door ouders met goede opvoedvaardigheden, dan kan dat een positieve invloed hebben op de cognitieve ontwikkeling. Ook vermindert het de kans op het ontstaan van adaptieve beperkingen. Dit zijn beperkingen waardoor iemand minder goed kan meedoen in de maatschappij. Zoals niet goed kunnen lezen, schrijven of rekenen, niet goed kunnen communiceren of omgaan met emoties, en jezelf niet goed kunnen verzorgen.

Bij kinderen met een lvb hangt hun ontwikkeling, welbevinden, gedrag en maatschappelijk functioneren onder andere af van de opvoedvaardigheden van ouders, gezinsomstandigheden en de mogelijkheden die het kind en de ouders krijgen. Zoals passend onderwijs, vervolgopleiding, gedragstrainingen, sociale en praktische vaardigheidstrainingen, oudertrainingen, een passende werkplek, een zinvolle dag- en vrijetijdsbesteding of begeleiding bij het zelfstandig wonen. Ook speelt mee hoe de sociale omgeving het gezin accepteert, met het gezin omgaat en het gezin ondersteunt.

Foto Danielle de Veld