Cijfers over licht verstandelijk beperkte jeugd
Aantal kinderen met licht verstandelijke beperking
Hoeveel kinderen en jongeren precies een licht verstandelijke beperking hebben, kan alleen geschat worden. Exacte cijfers zijn niet bekend, en het aantal hangt ook af van de definitie. Stoll e.a. (2004) hebben schattingen gedaan op basis van het percentage kinderen en jongeren met een bepaald IQ, het voorkomen van beperkte sociale redzaamheid en aanvullende problemen, en op basis van zorgcijfers uit 2002. Zij komen tot de volgende cijfers:
Zo'n 439.000 kinderen en jongeren hebben een IQ-score van 50-85 (uitgaande van het aantal 5- tot 18-jarigen in Nederland en van het gegeven dat 15 procent van de bevolking een IQ score heeft van 50-85).
313.300 van hen hebben een licht verstandelijke beperking, inclusief beperkte sociale redzaamheid
253.500 van hen hebben ook bijkomende problemen.
Een veel kleiner aantal, namelijk ongeveer 14.000 kinderen en jongeren, heeft een zorgindicatie vanwege een licht verstandelijke beperking en gerelateerde problematiek (Diepenhorst en Hollander, 2011).
Definitie
Er is geen eenduidige definitie voor een licht verstandelijke beperking. De praktijkdefinitie (De Beer, 2011) die in Nederland wordt gebruikt, verschilt bijvoorbeeld van die in de DSM-5 (handboek voor psychiatrische diagnoses).
Praktijkdefinitie licht verstandelijke beperking of gehandicapt (lvb of lvg)
- IQ-score tussen 50 en 85;
- beperkt sociaal aanpassingsvermogen. Het gaat om tekorten of beperkingen in het aanpassingsgedrag van een persoon, zoals verwacht mag worden op zijn leeftijd en bij zijn cultuur, op ten minste twee van de volgende gebieden: communicatie, zelfverzorging, zelfstandig kunnen wonen, sociale en relationele vaardigheden, gebruikmaken van gemeenschapsvoorzieningen, zelfstandig beslissingen nemen, functionele intellectuele vaardigheden, werk, ontspanning, gezondheid en veiligheid; en
- bijkomende problematiek, zoals leerproblemen, een psychiatrische stoornis, lichamelijke problemen, problemen in het gezin en sociale omstandigheden.
Verstandelijke beperking volgens de DSM-5
De DSM-5 spreekt van 'intellectual disability'. Dit houdt in dat de geestelijke vermogens zo zwak zijn dat dit het functioneren in het dagelijks leven bepaalt. De cognitieve, sociale en praktische ontwikkeling blijft achter en daardoor is het vermogen om zich aan te passen verminderd. Criteria zijn:
- verstandelijk duidelijk onder het gemiddelde functioneren: een IQ van 50-55 tot ongeveer 70 bij een individueel toegepaste IQ-test;
- gelijktijdig aanwezige tekorten in of beperkingen van het huidige aanpassingsgedrag (dat wil zeggen of betrokkene erin slaagt te voldoen aan de standaarden die bij diens leeftijd verwacht kunnen worden binnen zijn culturele achtergrond) op ten minste twee van de volgende terreinen: communicatie, zelfverzorging, zelfstandig kunnen wonen, sociale en relationele vaardigheden, gebruikmaken van gemeenschapsvoorzieningen, zelfstandig beslissingen nemen, functionele intellectuele vaardigheden, werk, ontspanning, gezondheid en veiligheid;
- begin van de beperking ligt voor het 18e jaar.
Meer informatie
Bronnen
- Beer, Y. de (2011). 'De Kleine Gids Mensen met een licht verstandelijke beperking 2011'. Alphen aan den Rijn, Kluwer.
- Diepenhorst, M.C. en M. Hollander (2011), 'Zorg voor licht verstandelijk gehandicapten. Aard en omvang van LVG-zorg.' Zoetermeer, Research voor Beleid.
- Stoll, J., W. Bruinsma en C. Konijn (2004), 'Nieuwe cliënten voor bureau jeugdzorg? Jeugdigen met meervoudige problemen waaronder een licht verstandelijke beperking en instrumenten voor herkenning en signalering'. Utrecht, Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn(NIZW).
- American Psychiatric Association (2013). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, vijfde editie (DSM-5). Washington DC, American Psychiatric Publishing.