Als kleinschalig verblijf goed samenwerken met ouders

Het is belangrijk om als begeleider in een kleinschalig verblijf goed samen te werken met de ouders van de kinderen die er wonen. Daarmee help je ouders en kinderen om rust en stabiliteit te vinden. In een kleinschalige voorziening kun je individuele aandacht geven en op maat met hen samenwerken. Maar hoe doe je dat?

Welke behoeften hebben ouders?

Ouders zijn over het algemeen positief over de zorg voor hun kind in een kleinschalig verblijf. Dat blijkt uit onderzoek. Maar over het contact met de professionals oordelen ze verschillend. Sommige ouders zijn er erg tevreden over. Anderen vinden dat ze nog niet actief en structureel betrokken worden bij het zorgtraject. Ouders vinden het belangrijk dat:

  • professionals transparant zijn
  • ze goed geïnformeerd worden
  • ze betrokken worden bij beslissingen over de zorg en de overwegingen
  • er vaste contactmomenten zijn met begeleiders
  • ze hun mening kunnen inbrengen in rapportages
  • ze betrokken worden bij de overdracht tussen instellingen en betere communicatie daarover
  • er minder wisselingen in personeel zijn

Gedeeld opvoederschap met ouders

Samenwerken met ouders betekent dat je als beroepsopvoeder samen met de ouders verantwoordelijk bent voor de opvoeding. Binnen de pleegzorg en de gezinshuiszorg heet dat 'gedeeld opvoederschap'. Door gedeeld ouderschap voelen ouders zich gerespecteerd in hun ouderrol, ook al woont hun kind voor korte of langere tijd niet meer thuis. Ook voor kleinschalig verblijf is gedeeld opvoederschap een goed uitgangspunt voor de samenwerking met ouders.

Tips voor goede samenwerking met ouders

Je kunt de samenwerking met ouders op verschillende manieren verbeteren.

Werk samen aan algemene uitgangspunten

  • Zie ouders als partners in de hulpverlening. Realiseer je dat ouders en hun kinderen met elkaar verbonden zijn en blijven.
  • Praat met ouders: luister met oprechte belangstelling naar ouders, neem hun inbreng serieus en ondersteun ze bij het zoeken naar oplossingen.
  • Verplaats je in de positie van ouders en andere gezinsleden. Accepteer en respecteer de sfeer en cultuur van een gezin en veroordeel die niet. En kijk samen hoe je belangrijke dingen mee kan nemen naar het kleinschalig verblijf.
  • Richt je op de sterke kanten en krachten van ouders.

Nodig ouders uit voor activiteiten op de groep

Zorg dat ouders zich welkom voelen en langskomen. Als je bijvoorbeeld met ze koffie drinkt aan tafel of als ze blijven eten lijkt het leven op de groep gewoner. Dit zorgt voor meer steun en medewerking van ouders. En je kunt het contact met ouders als intenser en oprechter ervaren dan in een grootschaliger verblijf. Je hebt dan ook eerder het gevoel dat je het opvoeden samen met ouders doet. Stimuleer bijvoorbeeld zo het contact met ouders:

  • Houd minstens één keer per week contact met ouders en bespreek hoe het met hun kind gaat. Doe dat bijvoorbeeld via beeldbellen als de ouders niet in de buurt wonen.
  • Betrek ouders bij de dagelijkse gang van zaken. Laat ze bijvoorbeeld koken op de groep of met hun kind naar de tandarts gaan.
  • Maak afspraken over het contact met school. Laat bijvoorbeeld taken zoals ziekmelden en oudergesprekken aan ouders over. Neem ouders mee in het mailcontact met de school, bijvoorbeeld in CC. En zorg dat de school hun mails ook naar de ouders toestuurt.
  • Nodig ouders uit voor besprekingen.
  • Onderhoud het contact met ouders via de mentoren of ambulante begeleiders van de jongeren.
Anne Addink