Professionaliteit in de kinderopvang

In de kinderopvang werken mensen die zijn opgeleid om met kinderen te werken. Als ouder weet je niet altijd welke kennis en vaardigheden deze professionals hebben. Op deze pagina lees je wat je mag verwachten van professionals. En dat je je kind met een gerust hart aan hen kunt toevertrouwen.

Professionals in de kinderopvang

De groepsleiders in de kinderopvang zijn pedagogisch medewerker. Zij worden in hun werk begeleid door een pedagogische coach. In de kinderopvang werken er dus verschillende soorten medewerkers, die allemaal een mbo- of hbo-opleiding hebben gevolgd. Ook gastouders moeten voldoen aan eisen voordat zij opvang mogen verzorgen. Die eisen gaan bijvoorbeeld over taalniveau, kinder-EHBO en pedagogische kwaliteit.

Opleiding en vorm van kinderopvang

Pedagogisch medewerkers zijn speciaal opgeleid om in de kinderopvang te kunnen werken. Pedagogisch coaches hebben een algemenere pedagogische opleiding. In de cao Kinderopvang staat beschreven met welke opleidingen je in welke functie mag werken.

Professionals in de kinderopvang worden vaak nog bijgeschoold. Zo moeten pedagogisch medewerkers op de babygroepen verplicht een aanvullende training volgen. In de bso werken soms ook professionals met een opleiding in de sport, natuureducatie of kunst en cultuur.

Gastouders worden geselecteerd door het gastouderbureau. Het gastouderbureau kijkt daarbij niet alleen naar de wettelijke eisen, maar ook naar de opvangsituatie en de persoonlijke ervaring van de gastouder. Dat is belangrijk omdat sommige ouders specifiek voor een gastouder kiezen omdat dat aansluit bij hun eigen pedagogische ideeën, aan de behoefte van hun kind of hun culturele en religieuze achtergrond. Of omdat zij voorkeur hebben voor een specifieke locatie, bijvoorbeeld een boerderij.

PRK en VOG

Iedereen die in de kinderopvang werkt, moet zich inschrijven in het Personenregister Kinderopvang (PRK). Daar is een geldige Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor nodig. Dat geldt ook voor mensen die op kantoor of bij het gastouderbureau werken. En als huisgenoten vanaf 18 jaar van de gastouder een groot deel van de opvangtijd in huis zijn, dan geldt dat ook voor hen. De GGD-inspectie controleert dat.

Kennis en vaardigheden van de pedagogisch medewerkers

Voor het beroep van pedagogisch medewerker in de kinderopvang is een beroepscompetentieprofiel gemaakt. Daarin staat beschreven wat zij moeten weten en kunnen:

  1. Zorg dragen voor het emotioneel en lichamelijk welbevinden van kinderen. De opvang moet een plaats zijn waar kinderen zich welkom voelen, waar ze gezien en gerespecteerd worden, waar ze met plezier willen zijn. Pas als kinderen zich 'thuis' voelen, kunnen ze gaan spelen en zich verder ontwikkelen.
  2. Zorg dragen voor de veiligheid van kinderen. De opvanglocatie moet voor kinderen een omgeving bieden waar zij zich vrijuit kunnen bewegen. Met veilig spelmateriaal, duidelijke afspraken over hoe je met elkaar en met de opvangomgeving omgaat, en sociale veiligheid in de omgang tussen kinderen.  
  3. Steunen en stimuleren van spelen en vrijetijdsbesteding. Voor kinderen is spelen hetzelfde als leren. Ze leren van spelmaterialen en van activiteiten, maar nog méér van het samen spelen met andere kinderen in dezelfde leeftijd. Spelen is ontdekken wat je kunt, wat je leuk vindt en wat je durft. 
  4. Steunen en stimuleren van autonomie, participatie en burgerschap. Dat gaat bijvoorbeeld over zelfstandig spelen en mogen zijn wie je bent. En over dat kinderen zich onderdeel van de groep voelen en zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en hun omgeving.
  5. Volgen en stimuleren van de ontwikkeling van kinderen. Pedagogisch medewerkers houden bijvoorbeeld bij hoe het gaat met de taalontwikkeling, de creatieve ontwikkeling, het bewegen, en de zelfstandigheid van een kind. Ze denken na over manieren waarop ze het kind bij al deze nieuwe uitdagingen kunnen helpen.   
  6. Begeleiden van het gedrag en het contact tussen kinderen. Ieder kind moet de kans krijgen om zichzelf te leren kennen. Doordat kinderen in de kinderopvang met andere kinderen te maken krijgen, kunnen zij oefenen met sociale vaardigheden.
  7. Realiseren van opvoed-partnerschap met ouders. Dat betekent dat de pedagogisch medewerkers naast ouders staan, om informatie te delen, van elkaars ervaringen te leren en samen te werken aan een fijne opgroeisituatie voor ieder kind.
  8. Samenwerken met collega's en andere professionals in de omgeving van het kind.
  9. Werken aan de kwaliteit van dienstverlening.
  10. Zichzelf ontwikkelen in het vak en blijven doorleren.

In de kinderopvang kom je ook groepshulpen en stagiairs tegen. Zij tellen niet mee als officiële medewerker op de groep, en hebben (nog) geen pedagogische beroepsopleiding afgerond.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders