Betrouwbare kinderopvang

Als ouder moet je erop kunnen vertrouwen dat je kind bij de opvang in goede handen is. Inzicht in de basisdoelen van kinderopvang en in de eisen waar opvang aan moet voldoen, helpt daarbij. Wat is de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang? Waar kun je dat aan herkennen? En wie controleert dat, op welke manier?

Pedagogische basisdoelen in de kinderopvang

De kinderopvang moet volgens de wet voldoen aan vier pedagogische basisdoelen. Deze vier doelen staan in de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (Wet IKK). Ze vatten samen wat er voor de ontwikkeling van kinderen belangrijk is en centraal moet staan. Iedere gastouder en iedere medewerker op een kinderdagverblijf of bso moet daar iedere dag aan werken. We lichten de vier basisdoelen hier kort toe.

Het bieden van een prettige en veilige omgeving

In een fijne omgeving voelen kinderen zich prettig. Ze kunnen er spelen en ontdekken, maar ook rust vinden. Kortom: daar voelen kinderen zich thuis. Sfeer en veiligheid in een groep worden bepaald door de aankleding, het materiaalgebruik en een inrichting die past bij de leeftijd van de kinderen. Er is voldoende licht, frisse lucht en buitenruimte. Kinderen voelen zich er sociaal veilig: ze worden er getroost, krijgen een knuffel of kunnen zich er even terugtrekken.

Het stimuleren van persoonlijke kwaliteiten

Op de opvang ontdekken kinderen wat ze kunnen. Ze zien andere kinderen dingen doen die zij zelf ook willen, bijvoorbeeld in het klimrek klimmen of een boterham smeren. Kinderen doen in de opvang steeds weer nieuwe ervaringen op. Ze leren omgaan met avontuur, met samen dingen doen en met tegenslag wanneer iets niet wil lukken. Pedagogisch medewerkers en gastouders steunen en stimuleren de kinderen. Daardoor krijgen de kinderen zelfvertrouwen en ontwikkelen ze hun zelfstandigheid.

Het verbeteren van sociale kwaliteiten

Op de opvang oefenen kinderen contact maken met andere kinderen en samen dingen doen. Dat leren ze tijdens het spelen en door dagelijkse rituelen. Ze leren naar elkaar luisteren en rekening houden met elkaar, op hun beurt wachten en anderen helpen. Ze leren ook met hun emoties omgaan, zoals boosheid, verdriet, teleurstelling of jaloezie. Ze leren omgaan met kinderen die ze leuk vinden en met kinderen die ze soms niet zo leuk vinden. Zo leren kinderen zichzelf en elkaar kennen. 

Het leren van normen en waarden

Op de kinderopvang leren kinderen normen en waarden. Wat mag wel en wat niet? Wat is voor anderen prettig en wat is storend? Op de opvang leren kinderen de sociale regels van respectvol met elkaar omgaan. Bijvoorbeeld dat je elkaar groet, samen aan tafel eet, op je beurt wacht, dankjewel zegt en een ander iets gunt.

Pedagogisch beleidsplan van de kinderopvang

Kinderopvangorganisaties, pedagogisch medewerkers en gastouders maken afspraken over de manier waarop zij aan de vier pedagogische basisdoelen werken. Organisaties kiezen daarvoor hun eigen aanpak die ze beschrijven in hun 'pedagogisch beleidsplan'. Dat beleidsplan is ook voor jou als ouder heel belangrijk. Je kunt erin lezen wat de kinderopvangorganisatie voor jouw kind kan betekenen. Vaak is het beleidsplan te vinden op de website. Soms is er ook een korte versie voor ouders beschikbaar. Vraag er gerust naar.

Door het pedagogisch beleidsplan te lezen, kun je nagaan of het beleid jou aanspreekt. Past het bij jouw ideeën over opvoeden? Tijdens het kennismakingsgesprek kun je erover praten en er vragen over stellen. En ook als je je keuze hebt gemaakt en je kind inmiddels naar de opvang gaat, kun je er met de pedagogisch medewerker of de gastouder over blijven praten.

Oudervertegenwoordiging

Alle opvangorganisaties hebben een oudervertegenwoordiging, in de vorm van een oudercommissie of ouderraad. Ook bij hen kun je uitleg vragen over het pedagogisch beleid. Hoe wordt er in de groep van jouw kind aan de vier basisdoelen gewerkt?

Toezicht op kinderopvang

Alle kinderopvangorganisaties staan geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Dat geldt voor kinderdagverblijven, bso's en gastouderbureaus. De GGD-inspectie controleert de kinderopvanglocaties. De opvangorganisatie mag pas starten wanneer de GGD-inspectie deze heeft goedgekeurd. 

De inspectie komt daarna ieder jaar langs om toezicht te houden op de kwaliteitseisen. In het landelijk register staan contactgegevens van de kinderopvang vermeld. Ook vind je daar het verslag van de laatste GGD-inspectie. De verslagen staan ook op de website van de gemeente. Zo kun je als ouder op de hoogte blijven van de kwaliteit van de opvang van jouw kind. Wanneer de kinderopvanglocatie niet voldoet aan de eisen, kan de gemeente een boete opleggen of in het ergste geval de locatie (tijdelijk) sluiten.

Zorg voor kwaliteit in de kinderopvang

Kinderopvangorganisaties houden op verschillende manieren de pedagogische kwaliteit van hun opvang in de gaten. Veel opvangorganisaties maken bijvoorbeeld gebruik van een 'kindvolgsysteem'. Dit is een systeem dat helpt om de ontwikkeling van een kind bij te houden. Een doel van de pedagogische kwaliteit is namelijk zo goed mogelijk bijdragen aan de ontwikkeling van een kind. Je kunt bij de opvangorganisatie navragen hoe zij haar eigen pedagogische kwaliteit van werken op een goed niveau houdt.

Lees wat de pedagogische kwaliteit in de kinderopvang precies inhoudt

Wil je weten welke rechten en plichten je als ouder hebt in de kinderopvang? Of over jouw invloed op het pedagogisch beleid? En wil je weten hoe het zit met toezicht en handhaving in de kinderopvang? Kijk op de website van de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang en op de website van Stichting Voor Werkende Ouders.

Ben je op zoek naar contactgegevens van een opvanglocatie of het verslag van de GGD-inspectie? Alle kinderopvangorganisaties zijn te vinden in het Landelijk Register Kinderopvang.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders