Wet- en regelgeving bij kindermishandeling

Als kindermishandeling speelt, krijgen gezinnen en professionals te maken met allerlei wetgeving. De Jeugdwet regelt de hulpverlening aan deze gezinnen en de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling bepaalt dat professionals bij vermoedens moeten werken volgens een stappenplan. Civielrechtelijke maatregelen in het Burgerlijk Wetboek bepalen wanneer kinderen recht op bescherming hebben en het Wetboek van Strafrecht bepaalt wanneer het handelen van ouders of opvoeders strafbaar is.

Jeugdwet

De Jeugdwet verplicht gemeenten goede jeugdhulp te organiseren. Onder andere zijn in de Jeugdwet kwaliteitseisen ten aanzien van jeugdhulp en jeugdbescherming vastgelegd. Ook staan preventie en vroegsignalering in de Jeugdwet. Lees meer over de Jeugdwet.

Wet verplichte meldcode

De Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling bepaalt dat organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren in de sectoren onderwijs, gezondheidszorg, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, sport, jeugdhulp en justitie een meldcode moeten hebben én het gebruik ervan moeten bevorderen. De meldcode is een stappenplan waarin staat hoe bijvoorbeeld een huisarts, kinderopvangmedewerker, leerkracht of hulpverlener moet omgaan met het signaleren en melden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Lees meer over werken met de meldcode.

Samenwerken

Professionals die werken vanuit verschillende wettelijke kaders kunnen geregeld met elkaar te maken hebben. Zorg dat je professionals uit andere organisaties kent, helder afspraken maakt over de samenwerking en daarop regelmatig met elkaar reflecteert. Geef je wensen en plichten aan, benoem wat goed gaat, maar ook de zaken die aanscherping nodig hebben. Een goede samenwerking tussen hulpverlening, onderwijs, opvang, bescherming en strafrechtelijke maatregelen is daarom noodzakelijk. Maak hierbij gebruik van de Zorg en ondersteuning Evaluatie Tool (ZET).

Burgerlijk wetboek

Artikel 247 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat gebruik van lichamelijk of geestelijk geweld of enige andere vorm van vernedering tegen kinderen in de opvoeding is afgekeurd.

Ook geeft het Burgerlijk wetboek de overheid de mogelijkheid om in te grijpen in situaties waarin de ontwikkeling van het kind bedreigd wordt. Bijvoorbeeld door de inzet van ondertoezichtstelling (OTS) van kinderen of de beëindiging van het gezag van ouders en daaropvolgende voogdijmaatregel. Of met de mogelijkheid tot de uithuisplaatsing van een kind zonder toestemming van ouders. Deze machtiging wordt alleen afgegeven door een kinderrechter. Lees meer informatie over jeugdbeschermingsmaatregelen.

Wetboek van strafrecht

In het Wetboek van Strafrecht staan diverse artikelen die van belang zijn voor de strafbaarheid van kindermishandeling. De belangrijkste daarvan gaan over mishandeling, zedenmisdrijven, misdrijven tegen het leven gericht en verlating van mensen die hulp nodig hebben.

Voor professionals die in aanraking komen met (vermoedens van) kindermishandeling is het belangrijk om te beseffen dat tijdig overleg met en zo nodig aangifte bij politie en justitie cruciaal is voor de mogelijke strafvervolging.

Er zijn vier manieren waarop een concreet vermoeden van strafbare kindermishandeling kan ontstaan:

  • Er was of is een letsel of symptoom dat niet (volledig) te verklaren is uit interne (medische) oorzaken of externe niet-verwijtbare oorzaken.
  • Er wordt kindermishandeling vermoed op basis van gedrag of uitlatingen van een kind.
  • Er worden door een derde feitelijke handelingen waargenomen die strafbare kindermishandeling opleveren.
  • De dader meldt dat hij een kind heeft mishandeld.

In deze situaties is het van belang afstemming met politie en justitie te zoeken en zo nodig aangifte te doen. Meer informatie over het handelen en samenwerking bij (vermoedens van) strafbare kindermishandeling is te vinden in de handreiking Samenwerking bij strafbare kindermishandeling

Internationaal

VN-Verdrag rechten van het kind

Het Verdrag inzake de rechten van het kind van de Verenigde Naties is opgesteld in New York op 20 november 1989 en voor Nederland in werking getreden op 8 maart 1995. Voor de bestrijding van kindermishandeling en de verantwoordelijkheid van de overheid bevat het verdrag een aantal artikelen, waaronder artikel 4, 5, 6, 18, 19 en 27.

In maart 2011 heeft het VN Kinderrechtencomité het General comment nummer 13 over artikel 19 van het Kinderrechtenverdrag aangenomen. Deze bevat onder meer een overzicht van alle maatregelen die landen moeten nemen om kinderen tegen alle vormen van kindermishandeling te beschermen.

Het verdrag en meer informatie vind je op Kinderrechten.nl.

Europees verdrag tegen seksuele uitbuiting

Met het Europese Verdrag inzake de Bescherming van Kinderen tegen Seksuele Uitbuiting en Seksueel Misbruik wordt ook aandacht gevraagd voor misbruik door 'vertrouwde personen' thuis en op school. Naast seksueel misbruik, kinderprostitutie en pornografie, richt de conventie zich op 'grooming' en sekstoerisme. Nederland is een van de landen die het verdrag geratificeerd hebben.

De maatregelen zij samengevat in de folder Convention on the protection of children against sexual abuse.

Agnes Derksen

Agnes Derksen

senior medewerker inhoud