Online jeugdcriminaliteit: wat weten we?

F-Gamen, mapsen, doxing en phishing. Allemaal vormen van online criminaliteit en delicten waar jongeren in toenemende mate mee te maken krijgen. Als slachtoffer, maar ook als dader. Wat weten we over online jeugdcriminaliteit? Welke vormen zijn er? En wat weten we nog niet?

Verschuiving in jeugdcriminaliteit

Er is de afgelopen jaren een zichtbare verschuiving te zien in het karakter van jeugdcriminaliteit. Door de toenemende digitalisering ontstaan er nieuwe vormen van criminaliteit. Maar ook een aantal meer traditionele vormen van criminaliteit krijgen een online karakter.

Wat is online criminaliteit?

Online criminaliteit of cybercriminaliteit zijn criminele delicten waarbij digitale technologie een rol speelt. Er is een onderscheid tussen twee vormen van online criminaliteit. Er zijn delicten waarbij digitale technologie als middel wordt gebruikt. En er zijn delicten waarbij digitale technologie zowel als middel als doel wordt gebruikt. Delicten waarbij digitale technologie alleen als middel wordt gebruikt, zijn bijvoorbeeld oplichting of bedreiging via chatdiensten of verkoopplatforms. Deze delicten hebben vaak ook een offline vorm. Delicten waarbij digitale technologie zowel als middel als doel worden gebruikt zijn bijvoorbeeld hacking of het uitvoeren van een DDoS-aanval.

Vormen van online crimineel gedrag

Offline jeugdcriminaliteit daalt. Online jeugdcriminaliteit wordt vaak genoemd als een mogelijke verklaring voor die daling. Dat is echter niet met zekerheid te zeggen. Wat is duidelijk dat er door digitalisering nieuwe vormen van criminaliteit ontstaan. Sommige, meer traditionele, vormen van criminaliteit worden verdrongen. Ook ontstaan er mengelingen waarbij online en traditionele criminaliteit met elkaar verweven zijn.

Twee voorbeelden waarin goed te zien is hoe die mengeling van online en offline werkt, zijn opruiing via chatgroepen en online fraude. Hoe dat werkt, zie je in de onderstaande video's.

De waarheid over TelegramDe waarheid over online fraude

Wat zijn de motieven voor online criminaliteit?

De meeste motieven voor online criminaliteit zijn voor jongeren niet anders dan bij traditionele criminaliteit. Motieven kunnen liggen bij bijvoorbeeld het verdienen van geld. Bijvoorbeeld om bij te dragen aan het gezinsinkomen of om dure spullen of kleren te kopen. Een ander motief is de status die jongeren krijgen bij hun leeftijdsgenoten door het plegen van het delict. De sociale status bij leeftijdsgenoten is in deze levensfase namelijk erg belangrijk voor jongeren.

Ongeacht het motief is het belangrijk om te beseffen dat niet iedere jongere vrijwillig criminele activiteiten uitvoert. Het kan zijn dat ze bijvoorbeeld uitgebuit worden. Dit betekent dat ze tegen hun wil gedwongen worden om iets te doen, omdat ze gechanteerd of bedreigd worden.

Jongeren als online daders

Voor het ontstaan en het veranderen van crimineel gedrag werd lang de nadruk gelegd op de fysieke leefomgeving. Denk aan gezin, school en de straat. Maar jongeren brengen tegenwoordig ook veel tijd online door. De tijd die nu online doorgebracht wordt, gaat ten koste van tijd die werd besteed aan buiten zijn en rondhangen met vrienden.

Onderzoek suggereert dat ongestructureerde tijdsbesteding in de digitale wereld ook zorgt dat de kans op online crimineel gedrag toeneemt. Ongestructureerd wil zeggen dat er geen georganiseerde activiteiten en toezicht zijn.

Online criminaliteit is vaak toegankelijker en onzichtbaarder dan de reguliere criminaliteit. De pakkans is bovendien ook kleiner. Daarbij kenmerkt de digitale wereld zich onder andere door gebrek aan toezicht van volwassenen. Online leren jongeren vaak zonder toeziend oog van volwassenen om met elkaar om te gaan. En daar waar op straat 'de groep' fysiek kan zorgen voor een gevoel van anonimiteit, zorgt het internet daar zelf voor bij online criminaliteit.

Wat weten we nog niet over online jeugdcriminaliteit?

  • Is de groter wordende rol van cybercriminaliteit inderdaad de oorzaak van de algemene daling in de algemene criminaliteitscijfers die sinds 2007 internationaal te zien is?
  • Hoe kunnen we de digitale bekwaamheid van betrokken professionals verbeteren? Jongeren zijn digitaal sneller handig en lopen in hun digitale ontwikkeling vaak voor. Daardoor loopt de opsporing vaak achter. Ook is het voor de ketenpartners moeilijk om goed samen te werken.
  • Hoe kunnen we online criminaliteit beter meten en de pakkans vergroten? Dat gebeurt nog onvoldoende. Dit komt onder andere doordat de aangiftebereidheid bij slachtoffers van online criminaliteit lager is dan bij traditionele vormen.
  • Wil je meer horen over de omslag naar online jeugdcriminaliteit? De Balie organiseerde er een avondgesprekstafel over.
  • Wil je meer weten over de aanpak van problematisch groepsgedrag in een hybride wereld? Lees dan dit inspiratiedocument.
  • Aiken, M., Davidson, J., & Amann, P. (2016). Youth pathways into cybercrime.
  • Beerthuizen, M. G. C. J., Sipma, T., & Van der Laan, A. M. (2020). Aard en omvang van dader-en slachtofferschap van cyber-en gedigitaliseerde criminaliteit in Nederland.
  • Van den Broek, J. & Roks, R. (2023) Inspiratiedocument aanpak problematisch groepsgedrag in het digitale tijdperk
  • Coenen, E. (2020). Een eerste blik op online delinquentie. Tijdschrift voor Criminologie, nr. 62, p. 2-3.
  • Hesseling, R., & Versteegh, P. (2016). Politiecijfers: meten is weten, maar doe vooral ook meer met ongeveer. Meten is weten. Apeldoorn: Maklu, p. 25-42.
  • McAra, L., & McVie, S. (2018). Transformations in youth crime and justice across Europe. Juvenile Justice in Europe: Past, Present and Future.
  • Politie loopt meters achter in de aanpak van online criminaliteit. Erasmus Universiteit, 22 december 2022. 
  • Weerman, F. (2019) Criminaliteit, digitalisering, en de online sociale wereld: dezelfde processen in een nieuwe sociale context? Tijdschrift voor Criminologie, jaargang 61, nr. 4, p. 395-204.
  • Weerman, F. (2017) Social media en smartphones als verklaring voor de daling in jeugdcriminaliteit? Justitiële verkenningen, jaargang 43, nr. 1, p. 71-87.

 

Mike Loef

Mike Loef

medewerker opvoedvraagstukken