De ontwikkeling van de wijkteamprofessional sinds 2015

Sinds de start van de wijkteams in 2015 is het vak van wijkteamprofessional volop in ontwikkeling. Welke ontwikkelingen hebben wijkteams doorgemaakt? En hoe is het vak veranderd?

Van individueel vakmanschap naar wijkteamvakmanschap

In 2015 trad de Jeugdwet in werking. Dat gaf gemeenten de verantwoordelijkheid voor de jeugdhulp. Die hulp organiseerden ze veelal in de vorm van wijkteams. Daarmee was de jeugdhulp nabij, passend en laagdrempelig voorhanden. Veel wijkteams startten toen met multidisciplinaire teams.

Die teams ontwikkelden zich langzamerhand tot teams met 'T-shaped-professionals'. De T in dit begrip staat voor professionals met een brede basisdeskundigheid waarmee zij gezinnen kunnen ondersteunen. Dat is de 'legger' van de T, die teamleden met elkaar delen. De 'staander' staat voor een specialisme. Daarmee voed je collega's in het team en verdiep je de begeleiding in gezinnen.

Het besef groeit echter dat het werk in een wijkteam toch iets anders is dan een bundeling van bestaande disciplines. Gaandeweg ontwikkelt zich een specifieke, eigen professionaliteit. Die professionaliteit kun je alleen als team waarborgen, niet als individu. Dit wijkteamvakmanschap houdt in dat je als individuele wijkteamprofessional niet alle vaardigheden beheerst, maar dat je als wijkteam meerdere vaardigheden in huis hebt.

Van generalist en specialist naar hulp dichtbij en aanvullende hulp

In de afgelopen jaren werd het onderscheid tussen 'de generalist' en 'de specialist' gangbaar. Maar dit blijkt een gebrekkige indeling te zijn. Het suggereert een verschil tussen 'algemeen, globaal werk en van alles een beetje' en 'diepgaand werk op een klein gebied'. Er ontstaat soms bedoeld of onbedoeld een statusverschil tussen beide typen. Inmiddels spreken we daarom over 'hulp dichtbij' en 'aanvullende hulp'.

Van verwijzen naar elkaar betrekken

Ook de term 'verwijzen' kent beperkingen. Het gaat niet om 'verwijzen', maar om 'elkaar betrekken' bij het gezin en de mensen in hun netwerk. Verschillende vormen van begeleiding volgen elkaar niet op, maar vullen elkaar aan, in samenspraak met het gezin. Zo ontstaat er samenhang: de juiste hulp, al dan niet professioneel, komt op de juiste plek en het juiste moment.

Groeiende aandacht voor hoopvol opgroeien en opvoeden

Het beroep op jeugdzorg is de afgelopen jaren enorm gegroeid. Toch lijkt het niet beter te gaan met kinderen en jongeren in Nederland. Ze hebben te maken met een individuelere samenleving en prestatiedruk. Ze maken zich zorgen over armoede, gebrek aan woonruimte en de dreigende klimaatverandering.

Goede jeugdzorg is belangrijk, maar kan die problemen niet oplossen. Wat kinderen en jongeren nodig hebben, is een hoopvol toekomstperspectief. Wijkteams kunnen hieraan bijdragen door te luisteren, aandacht te hebben voor deze zorgen, en breed te kijken en handelen. Het NJi doet daarom een oproep tot 'hoopvol opvoeden', die is onderbouwd en uitgewerkt in het essay Andere kijk op groeiend jeugdzorggebruik.

Niet voor jeugd alleen

Sinds 2015 geeft elke gemeente zelf vorm en inhoud aan het wijkteam. Sommige wijkteams rekenen alle inwoners tot hun doelgroep, van 0 tot 100 jaar. Andere werken specifiek voor gezinnen met kinderen. In beide situaties werk je aan een brede, integrale opdracht, die verder strekt dan alleen 'jeugd'. Het gaat om de context waarin kinderen en jongeren opgroeien, in gezinnen, en om versterking van die context. Je werkt daarom op de leefgebieden die het hele gezin raken, bijvoorbeeld inkomen, schulden, relaties en psychische problematiek.

Foto Thijs Tuenter

Thijs Tuenter

onderzoeker
t.tuenter [at] nji.nl