Omgaan met de vrijetijdsbegeleiders van je kind

Opvoeden doe je niet alleen

Als ouder ben je als eerste verantwoordelijk voor de zorg, begeleiding en opvoeding van je kind. Maar je staat hier niet alleen in. Verschillende volwassenen in het netwerk van jou en jouw kind dragen bij aan de ontwikkeling en opvoeding. Bijvoorbeeld door een steuntje in de rug te geven, een luisterend oor te bieden of er simpelweg voor jou of jouw kind te zijn. Deze personen noemen we medeopvoeders. Een begeleider van een vrijetijdsvoorziening kan daar een voorbeeld van zijn.

Goed contact met de begeleider

Zeker wanneer je kind veel tijd besteedt aan een hobby, kan de begeleider een belangrijke invloed hebben op de ontwikkeling van jouw kind. Het is dan ook fijn als je goed contact hebt met de begeleider.

Allereerst is het belangrijk dat je elkaar leert kennen en kunt vertrouwen. Hier zijn een paar tips:

• Zoek ongedwongen contactmomenten. Maak bijvoorbeeld een kort praatje als je je kind wegbrengt of ophaalt.
• Spreek je verwachtingen uit en vraag naar de verwachtingen van de begeleider. Zo weet je wat je wel en wat je niet van de begeleider kunt verwachten en vragen, en wat er van jou verwacht wordt.
• Iedereen werkt anders. De begeleider heeft misschien een andere stijl van een gesprek voeren of werken dan jij, of vindt andere dingen belangrijk. Respect voor elkaars stijl en normen en waarden komt van twee kanten. Om daarvoor te zorgen helpt het om verwachtingen hierover tegen elkaar uit te spreken.
• Bespreek hoe je kijkt naar elkaars kwaliteiten. De begeleider weet of kan dingen die voor jou minder duidelijk zijn. En andersom natuurlijk ook. Zoek naar manieren waarop je elkaar kunt versterken. Jij kunt de begeleider helpen om jouw kind beter te begrijpen. En de begeleider kan jou ook helpen door te delen wat die merkt aan je kind.

Vormen van steun

Steun bieden kan in verschillende vormen. De begeleider ondersteunt jouw kind bij de ontwikkeling, maar helpt jou ook bij het opvoeden. Opvoeden doe je namelijk niet alleen.

• Emotionele steun. Wanneer je bij de begeleider je hart kunt luchten over dingen die je met je kind meemaakt, of als je leuke momenten kunt delen, voelen jij en je kind je minder alleen.
• Praktische steun. Als je kind bij de vrijetijdsvoorziening wordt opgevangen en beziggehouden, krijg jij ruimte om te werken, wat tijd voor jezelf te nemen of andere praktische zaken te regelen.
• Informatie. De begeleider merkt misschien dat een bepaalde aanpak goed werkt voor jouw kind, misschien kun jij daarvan leren.
• Normatief. Je vraagt je vast wel eens af of je je zorgen moet maken, of hoe je ergens het beste mee om kunt gaan. Die vragen delen met de begeleider kan je helpen een idee te krijgen over wat je kunt doen.