Welk beleid is nodig voor jongeren in de overgang naar volwassenheid?

De transitie naar volwassenheid is een kwetsbare fase voor jongeren. Als jongeren afhankelijk zijn van professionele hulp is die transitie vaak extra ingewikkeld. Het is daarom belangrijk om passend beleid te ontwikkelen voor deze doelgroep. Hieronder schetsen we hoe dit beleid eruitziet en hoe je het perspectief van jongeren daarin goed betrekt.

Jongeren in de overgang naar volwassenheid vormen een doelgroep met specifieke kenmerken en behoeften. Voor gemeentelijk beleid is het nog een relatief nieuwe doelgroep. De transitie naar volwassenheid loopt door de grenzen van wetten heen. Dit leidt er vaak toe dat doorlopende ondersteuning moeilijk is en soms zelfs mislukt. Dit geldt ook ondersteuning op maat. Jongeren, professionals en organisaties ervaren vaak beperkte mogelijkheden om goed aan te sluiten bij de doelen en het tempo van jongeren. Hierdoor slaagt de ondersteuning minder goed en verergert op termijn de problematiek. Passend beleid voor deze specifieke doelgroep is dus van groot belang.

Ook in de praktijk sluiten de zorg in de jeugd-ggz en de volwassenen-ggz niet altijd goed op elkaar aan. Er is een verschil in benadering. De volwassenen-ggz beoordeelt volwassenen met name op stoornisniveau, kijkend naar de stoornis. De jeugd-ggz beoordeelt kinderen en jongeren meer tegen de achtergrond van hun ontwikkeling, kijkend naar omgevingsfactoren en welke klachten voorafgingen aan de huidige klachten. De inhoudelijke verschillen tussen de jeugd-ggz en de volwassenen-ggz, en de bijkomende financiële scheidslijnen, bemoeilijken een vloeiende overgang van zorg.

Apart beleid kwetsbare jongeren

Een grotere kans om problemen te ontwikkelen zien we in het bijzonder bij zogenaamde 'kwetsbare' jongeren, bij wie de balans wankelt tussen beschermende en risicofactoren. Jongeren die ondersteuning hebben gehad vanuit jeugdzorg, vormen met circa 70 procent de grootste groep. Deze jongeren lopen bij de overgang risico op een stapeling van problemen, bijvoorbeeld dak- en thuisloosheid in combinatie met schuldenproblematiek. De problemen die ontstaan in de overgangsfase naar volwassenheid kunnen tot lang in het volwassen leven negatieve consequenties hebben. Het is daarom belangrijk dat de ondersteuningsbehoeften van jongeren tijdig worden gesignaleerd en dat er passend ondersteuningsaanbod voorhanden is.

Ruimte voor maatwerk en samenwerking

Het is essentieel dat dit beleid kaders en ruimte biedt voor maatwerk en voor domeinoverstijgende samenwerking. Ondersteuning moet zoveel mogelijk aansluiten op de wensen, behoeften en het tempo van de jongere. Professionals en organisaties moeten kunnen werken vanuit het perspectief en het plan van de jongere. Alleen dan is de ondersteuning effectief en blijft de jongere gemotiveerd om te werken aan een toekomstplan.

Kennis over wat werkt

Maak daarbij gebruik van de beschikbare kennis over wat werkt voor deze jongeren. Op basis van de kennis uit de praktijk, van ervaringsdeskundigen en uit onderzoek weten we steeds beter wat werkt in de ondersteuning op weg naar volwassenheid. Denk aan de juiste bejegening, het versterken van de basis ('Big 5') en het belang van continuïteit in de ondersteuning. Deze kennis helpt bij het maken van goed en effectief beleid, maar ook bij het gesprek met aanbieders over bijvoorbeeld vakmanschap en integrale inkoop 16 -27 jaar, de organisatie van ondersteuning en de samenwerking tussen verschillende disciplines. Ook helpt kennis bij het in kaart brengen en adresseren van de knelpunten. Kennis kan ook bijdragen aan het organiseren van de benodigde randvoorwaarden.

Het perspectief van jongeren meenemen in beleid

Het perspectief van jongeren moet een belangrijk vertrekpunt vormen voor het beleid, naast het perspectief van professionals en de actuele maatschappelijke opgaven. Neem als beleidsmaker dus zoveel mogelijk het perspectief van jongeren mee in je beleidsontwikkeling. Betrek lokale organisaties van jongeren en ervaringsdeskundigen bij het vinden en binden van jongeren die willen meedenken. Kijk ook voor tips en informatie op de websites van landelijke organisaties als NJR, ExpEx, het JWB of LOC cliëntenraden.

Veel jongeren denken graag mee en zijn bereid om te vertellen wat ze belangrijk vinden. Zorg dat ze niet voor de zoveelste keer bekende dingen moeten herhalen. Veel informatie is immers al verzameld. Zorg ervoor dat de inbreng van jongeren wordt meegenomen in de vervolgstappen. Maak dit zo concreet en zichtbaar mogelijk, koppel dat terug en voeg daden bij woorden. Zo voelen jongeren zich gezien, gehoord en serieus genomen, en zullen ze ook de volgende keer bereid zijn om mee te denken en doen.

Als beleidsmaker wil je de inbreng en het perspectief van jongeren (en professionals) vertalen naar het beleid. Probeer het niet te abstract te maken, en ga niet alleen op zoek naar woorden van jongeren die passen in het beleid dat al is geschreven. Luister echt, en ga op zoek naar de kern: waar draait het om voor deze jongeren? Welke actie is hiervoor nodig en onder welke voorwaarden? Het is daarbij raadzaam om te kijken of je experimenteerruimte kunt creëren, om kleine stappen te kunnen zetten. Bedenk wie jou hierin kan steunen op beleids- en bestuurlijk niveau, en neem die mensen op tijd mee in je traject.

Foto Suzanne Bakker

Suzanne Bakker

medewerker inhoud