Het recht om samen op te groeien

Volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) heeft een kind recht op bescherming van zijn familie- en gezinsleven. Maar in de Nederlandse wet staat nog niets over het recht van broers en zussen om bij uithuisplaatsing ergens samen geplaatst te worden. Daarom heeft de Tweede Kamer de regering gevraagd dit recht wettelijk te verankeren. Hoe zorg je ervoor dat broers en zussen bij een uithuisplaatsing in principe bij elkaar kunnen blijven?

Samenplaatsing: niet vanzelfsprekend

Uit recent onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) blijkt dat broers en zussen in 28 procent van de onderzochte gevallen niet samen geplaatst worden. Bij spoedplaatsingen gebeurt dit in 45 procent van de gevallen niet. In gezinnen met drie kinderen wordt 43 procent gescheiden geplaatst. Bij vier of meer kinderen is dat 77 procent.

Jeugdhulpinstellingen leggen de reden voor gescheiden plaatsing van broers en zussen lang niet altijd vast. Uit onderzoek van het WODC in zeven jeugdhulpinstellingen blijkt dat bij 480 van de 1.717 uit huis geplaatste kinderen dit het geval is. Als ze de redenen wel registreren, zijn er in de helft van de gevallen praktische bezwaren. Of kinderen uit één gezin worden om inhoudelijke redenen gescheiden.

Redenen voor het gescheiden plaatsen van broers en zussen

Praktische bezwaren

Volgens het WODC worden onder andere de volgende praktische bezwaren gebruikt tegen het samen plaatsen van kinderen uit één gezin:

  • De school van één van de kinderen is niet in de buurt.
  • De ruimte in het huis van pleeggezin of gezinshuis is beperkt.
  • Het samen plaatsen stuit op financiële bezwaren voor het pleeggezin of gezinshuis.
  • De timing: niet altijd worden meerdere kinderen tegelijk uit huis geplaatst.
  • De leeftijden of leeftijdsverschillen tussen de kinderen.

Inhoudelijke bezwaren

Inhoudelijke bezwaren die worden genoemd zijn:

  • De individuele belangen van een kind.
  • De kinderen hebben onderling geen goede band.

Aanbevelingen voor beleid

Om samenplaatsing te bevorderen, geeft het WODC de volgende aanbevelingen:

  • Ondersteun de wettelijke verankering van het recht op samenplaatsing van broers en zussen: 'samen, tenzij'.
  • Besteed bij het werven en trainen van toekomstige pleegouders en gezinshuisouders meer aandacht aan het belang voor kinderen uit één gezin om bij elkaar te blijven na een uithuisplaatsing. En zorg voor betere begeleiding bij complexe plaatsingen.
  • Werf pleeggezinnen en gezinshuizen die meerdere kinderen willen en kunnen opnemen.
  • Neem financiële belemmeringen voor pleeggezinnen en gezinshuizen weg
  • Faciliteer en ondersteun gezinshuisouders en pleegouders beter. Bijvoorbeeld door gespecialiseerde oppas aan te bieden.
  • Registreer hoeveel kinderen uit één gezin samen of gescheiden geplaatst worden en waarom. Monitor hoe die plaatsingen verlopen. Daardoor wordt duidelijk welke verbeteringen nodig zijn. En of er werkelijk vooruitgang in zit in het realiseren van het recht van kinderen op gezinsleven.
  • Geef opdracht voor vervolgonderzoek om de verschillen in kaart te brengen tussen pleeggezinnen en gezinshuizen, spoedplaatsingen en reguliere plaatsing en naar kinderen met verschillende culturele achtergronden.

Gescheiden plaatsing van broers en zussen bij gezamenlijke uithuisplaatsing (WODC)Samenplaatsing van broers en zussen bij uithuisplaatsing: een gunst of kinderrecht? (Defence for Children)Pleidooi voor samenplaatsing in de Tweede Kamer (SOS Kinderdorpen)Richtlijn Uithuisplaatsing - Richtlijnen voor jeugdhulp en jeugdbescherming (richtlijnenjeugdhulp.nl)

Foto Suzanne Bakker

Suzanne Bakker

medewerker inhoud