Kinderen en jongeren zijn tijdens het opgroeien op zoek naar hun identiteit: Wie ben ik? Waar hoor ik bij? In die zoektocht kunnen ze radicale ideeën tegenkomen, en zich aangetrokken voelen tot radicaal of extreem gedachtegoed. Als ouder kun je daar grote zorgen over hebben. Hoe herken je of jouw kind mogelijk radicaliseert? En wat kun je vervolgens doen?
Signalen
Als jouw kind extreme gedachten of ideeën heeft, kan er sprake zijn van radicalisering. Het hebben van radicale ideeën is niet per definitie erg. Het hoort een beetje bij de ontwikkeling van jongeren. Ze vormen zo idealen en zoeken naar hun identiteit. Maar soms kan het zorgelijk worden. Dan kunnen ze verstrikt raken in hun radicale gedachten. Dat kan gevaarlijk worden voor de jongere zelf of de omgeving. Als een jongere gedachten en ideeën ontwikkelt die niet aansluiten bij de regels in Nederland en steeds meer bereid is om die gedachten en ideeën echt uit te voeren, kun je spreken van zorgwekkende radicalisering.
Lees meer over wat radicalisering is
Belangrijk om te weten is dat radicalisering een proces is. Dat betekent dat er niet één moment is waarop je kunt zeggen dat een jongere geradicaliseerd is. Hierdoor is het lastig om te bepalen of een jongere opstandig of puberaal is, of dat er sprake is van radicalisering. Daarnaast verschilt dit proces per persoon. Sommige jongeren radicaliseren langzaam, terwijl dit bij andere jongeren heel snel verloopt.
Sommige veranderingen bij een jongere kunnen wijzen op radicalisering. Belangrijk om te weten is dat dit geen afvinklijst is. Als je één verandering van onderstaand lijstje bij je kind herkent hoef je je niet meteen zorgen te maken. Zie je meerdere veranderingen? Dan kan het zijn dat je kind in het proces van radicalisering zit maar ook dat hoeft niet per se zo te zijn.
Onderstaande veranderingen kunnen wijzen op radicalisering:
- Steeds meer het gevoel bij een groep te willen horen, bijvoorbeeld met een politieke of religieuze lading.
- Steeds vaker mensen indelen in groepen waarbij de ene groep goed is en de andere fout is.
- Geweld goedkeuren als dat nodig zou zijn om onrecht aan te pakken.
- Opeens veel nieuwe vrienden hebben met dezelfde ideeën, en erg trouw zijn aan deze groep.
- Stemmingsveranderingen, zichzelf isoleren.
- Uitlatingen en taalgebruik, waarbij het steeds meer gaat over 'wij' en 'zij'. Dat betekent dat iemand denkt dat er in de wereld twee groepen zijn: de groep waar die persoon bij hoort en de andere groep.
- Veranderingen in interesses, bijvoorbeeld in muziekvoorkeur en kledingkeuze.
- Veranderende schoolprestaties, of stoppen met school of werk.
- Het opzoeken van ruzie en discussie met ouders of familie, bijvoorbeeld over religie, eetgewoontes of regels die thuis gelden.
Wat kan ik zelf doen als ik zorgen heb?
Als je je zorgen maakt is het belangrijk om daar met je kind over proberen te praten. Zo kun je er hopelijk achter komen of jouw gevoel juist is. Misschien is er alleen sprake van opstandig gedrag, en niet van radicalisering. Het is belangrijk dat je betrokken blijft bij je kind en interesse in je kind blijft tonen. Wees open naar je kind, en eerlijk over dat je je zorgen maakt. Maar sta ook open voor wat je kind jou te vertellen heeft. Je mag aangeven wanneer opvattingen voor jou te ver gaan en waarom. Zolang je het gesprek maar door laat gaan. Wijs de gedachten af, maar niet je kind. Door de band te behouden, is het makkelijker voor een jongere om uiteindelijk weer te deradicaliseren.
Wie kan me hierbij helpen?
Het kan spannend zijn om een gesprek te voeren als je je zorgen maakt over extreme gedachten bij je kind. Misschien weet je niet goed waar of hoe je moet beginnen. Besef dan dat je er absoluut niet alleen voor staat. Je kunt bijvoorbeeld hulp vragen aan andere ouders en aan professionals in jouw omgeving, zoals een hulpverlener van een wijkteam of een jongerenwerker. Zij kunnen soms helpen bij het gesprek, bijvoorbeeld door het gesprek samen met jou te voeren.
Daarnaast zijn er verschillende organisaties die zich specifiek met radicalisering en extremisme bezighouden en die jou kunnen helpen bij jouw zorgen. Zij kunnen bijvoorbeeld meedenken over de signalen die jij ziet, of over wat er nodig is om jouw kind te helpen.
Het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE) ondersteunt bij alle vragen over radicalisering en extremisme. Zij zijn er ook voor ouders die zich zorgen maken. Het Landelijk Steunpunt Extremisme is op werkdagen telefonisch bereikbaar tussen 09:00 en 17:00 uur via 088 – 20 80 080 of via de website.
Lees ook het Volkskrant-artikel Wat als je zoon er extreem-rechtse denkbeelden op na houdt? Hierin geeft deskundige Stijn Sieckelinck advies over het signaleren en het praten met kinderen over radicale denkbeelden.
Richtlijn radicalisering
Jeugdprofessionals werken met een richtlijn Radicalisering. Deze richtlijn helpt hen mogelijke radicalisering bij jongeren te herkennen en geeft richtingen hoe ze het kunnen aanpakken. De bovenstaande informatie, adviezen en tips zijn op deze richtlijn gebaseerd. Het is fijn als je van deze informatie op de hoogte bent. Zo weet je wat je kunt verwachten als je contact zoekt met een hulpverlener. Ook kan deze informatie nuttig zijn als hulpmiddel bij het overleg met een hulpverlener.
Hulp of advies nodig?
Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.