Hoe zorg ik voor een stabiele plaatsing?

Als professional houd jij toezicht op de stabiliteit en continuïteit van een pleeggezin. Stabiliteit en continuïteit zijn belangrijke pijlers voor een positieve pleegzorgplaatsing.

Kinderen willen blijven wonen op een plek waar zij zich prettig voelen. Ook willen zij contact houden met hun ouders en andere voor hen belangrijke personen. Deze continuïteit is niet alleen fijn, ze is ook goed voor hun ontwikkeling. Toch wisselen veel kinderen die niet thuis kunnen wonen verschillende keren van woonplek. Dit veroorzaakt elke keer opnieuw onrust, onzekerheid en negatieve gevoelens, met alle gevolgen van dien.

Stabiliteit door aansluiten op behoeften

Als je het pleegkind en diens ouders en pleegouders een stabiele basis wilt bieden, heb je het altijd over een oplossing op maat. Deze sluit aan op hun behoeften. Die behoeften spelen een voorname rol in de samenwerking tussen ouders en pleegouders. Als zij elkaars behoeften kennen en daar zoveel mogelijk rekening mee houden, creëer je met elkaar het fundament voor gedeeld opvoederschap. We weten dat deze samenwerking essentieel is voor het slagen van de pleegzorgplaatsing en het welzijn van het pleegkind.

Een verstoorde relatie tussen ouders en pleegouders wordt vaak genoemd als oorzaak voor een breakdown: een ongeplande en ongewenste beëindiging van de pleegzorgplaatsing, beoordeeld vanuit het belang van het kind. Andere oorzaken voor een breakdown zijn probleemgedrag van het kind, een afname van adequaat opvoedgedrag van de pleegouders, en een negatieve invloed van de plaatsing op de eigen kinderen van de pleegouders.

Een breakdown voorkomen

Er zijn drie aspecten waar je als pleegzorgprofessional alert op kunt zijn om een breakdown te voorkomen: risicofactoren, matching en monitoring.

Risicofactoren

Wanneer je als pleegzorgwerker de risicofactoren tijdig signaleert en bespreekt met het pleeggezin, dan kun je met elkaar afstemmen wat nodig is om een breakdown te voorkomen. Drie belangrijke risicofactoren zijn:

  • Leeftijd: hoe ouder het pleegkind bij plaatsing, hoe groter het risico op een breakdown.
  • Probleemgedrag bij aanvang van de plaatsing en gedurende het verblijf.
  • Veel verplaatsingen in het verleden.

Matching

Een zorgvuldige matching van pleegkinderen en pleeggezinnen is belangrijk. Daarbij moet een nauwkeurige analyse worden gemaakt van de hulpvraag van het kind en de kwaliteiten van het gezin.
Matchen in pleegzorg vraagt maatwerk; er is niet één formule die elke match succesvol maakt. Wel zijn er concrete adviezen die je kunnen helpen om het matchingsproces zo goed mogelijk uit te voeren. Het Handboek Methodisch Matchen leidt jou als professional stap voor stap door de methodiek heen. Deze methodiek is gebaseerd op theoretische en praktische kennis en is getoetst in de praktijk.

Monitoring

Tijdens de plaatsing is het belangrijk dat je de ontwikkeling van het kind en de draagkracht van het gezin monitort. Hiervoor kun je de Monitor Pleegzorg gebruiken. Die helpt jou als pleegzorgbegeleider om de risico's op een voortijdige afbreking van de plaatsing in beeld te brengen. Op basis van de Monitor Pleegzorg kun je met alle betrokkenen afspraken maken over de doelen en de begeleiding van kind, pleegouders en ouders. Ook kun je tijdig extra begeleiding en ondersteuning aanreiken.

Krachten gebundeld in actieonderzoek

De volgende informatie kan ook waardevol voor je zijn: om pleegouders te behouden en breakdowns te voorkomen hebben tien pleegzorgorganisaties van eind 2018 tot eind 2020 een actieonderzoek gedaan. Elke pleegzorgorganisatie werkte aan een eigen actieplan. Al snel waren er overeenkomsten zichtbaar in de aanpak, zoals het verbeteren van communicatie en de inzet van tijdelijke, praktische ondersteuning voor pleeggezinnen door pedagogisch medewerkers, ervaringsdeskundigen en vrijwilligers.

In een online magazine komen de uitkomsten van het actieonderzoek aan bod, aan de hand van concrete verhalen uit de praktijk. Het magazine bevat interviews, korte video's, reportages en lijstjes met tips en aandachtspunten, zoals: 'Stel een team samen waarin iedereen zich gehoord voelt en een bijdrage kan leveren. Zo maak je meerdere mensen eigenaar van de aanpak. Het werkt in alle gevallen goed om hier ook (ex-)pleegouders bij te betrekken.'

Het onderzoek Waarom stoppen pleegouders? geeft inzicht in de redenen waarom pleegouders stoppen en wat verbeterpunten zijn. Zo zegt 52 procent van de bevraagde pleegouders gestopt te zijn vanwege voor hen ongewenste omstandigheden. Een groot deel van de pleegouders zegt dat ze onvoldoende nazorg kregen, waardoor ze definitief besloten om ermee op te houden.
 

foto Martine Broere

Martine Broere

senior medewerker inhoud