Een gezamenlijke visie op normaliseren

Wat is 'normaal' en wat is niet 'normaal' in het opgroeien en opvoeden? Normaliseren is een belangrijk doel in de jeugdhulp, de jeugdgezondheidszorg en het onderwijs. Maar vraag tien mensen wat zij onder eronder verstaan, en je krijgt tien verschillende antwoorden. Wat normaliseren precies inhoudt is vaak niet duidelijk. Deze pagina helpt om tot een gezamenlijke lokale invulling van het begrip te komen.

Waarom normaliseren?

De reden om te normaliseren is dat hobbels in het leven van kinderen, jongeren en ouders soms te veel geproblematiseerd, gemedicaliseerd en geïndividualiseerd worden, zonder aandacht voor de gezinssituatie en de maatschappelijke context. Het gevolg daarvan is dat momenteel één op de zeven kinderen jeugdhulp ontvangt. En veel kinderen en jongeren naar het speciaal onderwijs gaan. Goede jeugdzorg is van groot belang, maar kan niet alles oplossen.

Normaliseren kan twee doelen hebben

In het beleid kan normaliseren twee doelen hebben:  

  1. Het realiseren van een inclusieve samenleving waarin alle kinderen en jongeren mee kunnen doen. Normaliseren zorgt voor minder uitsluiting en stigmatisering en bevordert de kansengelijkheid.
  2. Als middel om de inzet van specialistische hulp te verminderen en de zorgkosten te beheersen. Normaliseren zorgt er dan ook voor dat kinderen en jongeren die echt specialistische zorg nodig hebben, die ook krijgen.

Wat is de eerste stap van normaliseren?

Beleid begint vaak bij de problemen en risico's. Deze problemen moeten eerst worden verholpen en voorkomen. Daarna wordt pas gekeken naar het versterken van het alledaagse leven. Als je vindt dat normaliseren een doel op zich is, draai je die volgorde om en is je vertrekpunt het versterken van de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen en jongeren.

Aandacht voor een sterke pedagogische omgeving is altijd belangrijk, hoe groot de risico's of problemen van een kinderen of een jongere ook zijn. Alledaagse vragen en zorgen over opvoeden en opgroeien kunnen vaak worden opgelost door een sterke pedagogische omgeving. Een goede relatie met de ouders, sociale steun vanuit de omgeving werken als een soort buffer op risicofactoren.

Hoe maak je een gezamenlijke visie op normaliseren?

Wanneer je in je beleid kiest voor normaliseren, moet je dit samen met kinderen, jongeren, ouders en samenwerkingspartners van de gemeente concreet maken. Doe je dat niet, dan blijft normaliseren een leeg begrip. Dat kan weer zorgen voor ruis in de relatie met ouders en professionals. Een eerste stap is daarom met elkaar in gesprek te gaan met ruimte voor alle verschillende invalshoeken. Lees meer op de pagina Negen definities van normaliseren.

Wie nodig je uit?

Denk na over wie je uitnodigt voor de groepsgesprekken en of je de deelnemers mengt of juist niet. Denk aan de volgende personen of organisaties:

  • Kinderen, jongeren en ouders: neem hun inbreng en zorgen altijd serieus. Gebruik bestaande contacten van de gemeente, zoals de jongerenraad, oudernetwerken, een lokale mbo-opleiding. of jongerenwerk om geïnteresseerde jongeren op te sporen. Werk vindplaatsgericht: Maak gebruik van de online kanalen waar jongeren op zitten.
  • Leerkrachten en docenten, pedagogisch medewerkers van de kinderopvang/peuterspeelzalen/VVE, kinder- en jongerenwerkers.
  • Vrijetijdsvoorzieningen: vrijwilligers bij sport zoals buurt-sportcoaches, cultuur en natuuractiviteiten.
  • Jeugdgezondheidszorg, CJG, GGD en wijkteams.
  • Binnen de gemeente: gemeenteraad, adviesraad, afdelingen in het sociaal domein, maar ook veiligheid, onderwijs, sport en fysieke leefomgeving. Van alle niveaus beleidsmedewerkers, contractmanagers, uitvoerende medewerkers en wethouder(s).

Welke vragen stel je over normaliseren?

Onderzoek in groepsgesprekken eerst welke beelden je gesprekpartners hebben bij normaliseren. Vraag bijvoorbeeld:

  • Hoe zou je willen dat de jeugd opgroeit?
  • Hoe zou normaliseren daarbij kunnen helpen?
  • Kun je er een concreet voorbeeld van geven?
  • Wat is volgens jou het doel van normaliseren?
  • Vind je 'normaliseren' een passende term of is er een andere nodig?
  • Wat gaan kinderen, jongeren en medeopvoeders merken als wordt ingezet op normaliseren?  
  • Wie en welke organisaties spelen daarbij een rol?
  • Hoe krijgt het vorm in jouw werk?  
  • Wat doet jouw organisatie nu aan normaliseren?
  • Wat zou jij of jouw organisatie meer of anders kunnen doen?
  • Wat heb je daarvoor nodig?

Breng op basis van de antwoorden in kaart wat de overeenkomsten, verschillen en discussiepunten zijn. Bedenk welke lokale definitie van normaliseren recht doet aan alle perspectieven. Vat de uitkomsten van de gesprekken samen in leidende principes voor normaliseren. Zorg dat deze principes gaan leven. Een praatplaat kan daar bijvoorbeeld bij helpen.

Oog voor de zorgen en bezwaren van ouders

De term normaliseren kan ouders en andere opvoeders het gevoel geven dat ze niet serieus worden genomen. Soms zijn ze bang dat het neerkomt op minder hulp geven om te bezuinigen. Die zorg is terecht als hun problemen niet in het sociale netwerk worden opgelost Neem die zorg serieus, en benadruk dat het heel belangrijk is dat er goede jeugdzorg is voor kinderen en jongeren die dat nodig hebben. Vraag ouders en opvoeders bijvoorbeeld:

  • Welke vragen heb je over opgroeien en opvoeden?
  • Wanneer vind je iets normaal in het opvoeden en opgroeien en wanneer vind je het een probleem waarvoor professionele hulp nodig is? 
  • Wanneer lukt het niet meer om het zelf op te lossen en wat doe je dan?
Foto Maartje van Dijken

Maartje van Dijken

senior medewerker inhoud