Kleuter | Taakgerichtheid: zelfstandig leren

Als je kind naar school gaat, leert het opdrachten of taken uit te voeren. Op school moet je kind zich kunnen concentreren op het uitvoeren van taken en de aandacht vanaf het begin erbij houden totdat het klaar is. Zo leert je kind het eigen gedrag te sturen om bepaalde doelen te bereiken. Dit wordt taakgerichtheid genoemd. Hoe krijgt je kind dat en hoe kun je het daarbij helpen?

Hoe leert je kind taakgericht bezig te zijn?

Of kinderen zich goed kunnen concentreren ligt om te beginnen aan de leeftijd:

  • Kinderen leren tussen de 1 en 4 jaar al een beetje zich te concentreren. Een peuter begint bijvoorbeeld aan een puzzel, legt een stukje, maar wordt dan afgeleid en gaat iets anders doen.
  • Voor kleuters is het meestal ook nog moeilijk om hun aandacht langere tijd op één ding te richten. Ze beginnen dat wel te leren, vooral als ze naar school gaan. Om te kunnen leren lezen, rekenen en schrijven moeten ze zich op een taak kunnen concentreren. Daarom wordt deze taakgerichtheid ook wel een 'schoolse vaardigheid' genoemd.
  • Kinderen leren vanaf 4 jaar hun aandacht langere tijd ergens bij te houden. Daarvan leren ze ook hoe ze hun eigen gedrag kunnen sturen. Bijvoorbeeld: een kind dat graag naar buiten wil rennen kan die neiging onderdrukken en in de klas blijven om eerst iets af te maken. Daardoor gaat een kind van 6 jaar ook vaak een stuk langer door met een puzzel.

Temperament

Daarnaast heeft ook het temperament van het kind invloed op hoe makkelijk het zich voor langere tijd kan concentreren. Kinderen kunnen van zichzelf wat sneller afgeleid zijn. Of ze zijn juist wat meer teruggetrokken en afwachtend. Ze kunnen makkelijker of moeilijker wennen aan nieuwe situaties en snel reageren of juist moeite hebben om zichzelf te laten horen. Deze eigen manier van doen noemen we temperament. Concentratie hangt dus ook van dat temperament af; of kinderen een taak van begin tot eind kunnen doen, met één taak tegelijk bezig kunnen zijn en hoe ze kunnen omgaan met afleiding uit hun omgeving.

Hoe help je je kind zich langer te concentreren?

Op een aantal manieren kun je het concentreren oefenen met je kind:

  • Door zoveel mogelijk te zorgen voor een rustige omgeving met weinig prikkels. Dat wil zeggen: geen harde geluiden, fel licht of spullen in de buurt die de aandacht trekken en het kind kunnen afleiden.
  • Door het niveau van de taak aan te passen aan wat je kind al kan. Maak het dus niet te makkelijk of te moeilijk. Daarmee voorkom je verveling of frustratie. Kinderen laten meestal zelf ook wel weten of iets veel te moeilijk of te makkelijk is. Maar het kan helpen hierop te letten als je kind ergens mee bezig is.
  • Door er rekening mee te houden dat kinderen zich beter kunnen concentreren als ze bezig zijn met iets wat ze interessant of leuk vinden.
  • Door je kind bij een taak die langere concentratie vraagt te helpen met opstarten en daarna te laten weten dat je in de buurt bent als je kind iets aan je wil vragen. Vervolgens kan je kind zelf verder werken en kun je af en toe even kijken hoe je kind met de taak bezig is.
  • Door een taak van te voren in stukjes op te delen, zodat de hoeveelheid informatie voor je kind overzichtelijker wordt.
  • Door er geen punt van te maken als het je kind soms niet lukt om iets waar het aan begint niet af te maken. Het is belangrijker dat je je kind iets van begin tot eind laat proberen dan dat het ook meteen helemaal lukt. Het is van belang dat je kind zich gesteund voelt terwijl het bezig is. Je kind leert er namelijk ook van als iets niet lukt. Concentreren is iets wat groeit met oefening. Op sommige momenten gaat het moeilijker en op andere momenten makkelijker. Het is belangrijk je kind die ruimte te geven.

Tips voor het stimuleren van het taakgerichtheid

Je kunt je kind op de volgende manieren ondersteunen bij het leren van taakgerichtheid:

  • Je kind af en toe verder helpen als het de aandacht bij een taak verliest.
  • Je kind complimenten geven als het doorzet, en je kind niet forceren om door te gaan als het echt niet lukt.
  • Je kind stimuleren met een andere activiteit verder te gaan en te proberen die wel af te maken, wanneer het aan een taakje begint, maar toch niet leuk vindt.
  • Je kind voldoende de tijd geven om nieuwe informatie te verwerken en regelmatig pauze te laten nemen.
  • Samen met je kind kijken naar wat het wil gaan doen en inschatten of de taak daarbij past.

Als je merkt dat je kind ondanks jouw hulp erg veel moeite blijft hebben om zich voor langere tijd te kunnen concentreren en daar op school en in het dagelijks leven last van heeft, hoef je je daar niet meteen zorgen over te maken. Maar het kan wel goed zijn er met iemand over praten om in te schatten of het iets is waarvoor je kind misschien hulp nodig heeft. En of het ook echt met concentratie te maken heeft of misschien met iets anders. Het belangrijkste is dat je je kind kunt helpen wanneer je het idee hebt dat het zich niet goed voelt, waar dat ook door komt.

  • Tillie, N. (2021, 28 oktober). Stimuleer de zelfstandigheid van je kind! 10 tips - CJG043. CJG043. https://www.cjg043.nl/stimuleer-de-zelfstandigheid-van-je-kind-10-tips/ 
  • Schiffrin, H. H., Liss, M., Miles-McLean, H., Geary, K. A., Erchull, M. J., & Tashner, T. (2014). Helping or hovering? The effects of helicopter parenting on college students' well-being. Journal of child and family studies, 23, 548-557.
  • McLeod, S. A. (2012). What is the zone of proximal development? Simple Psychology. doi: https://www.simplypsychology.org/Zone-of-Proximal-Development.html
  • Feldman, F. S., & Tompany, E. (2020). Ontwikkelingspsychologie (8ste editie). Pearson.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders