Wanneer is een onderwijs-zorgarrangement effectief?
Een onderwijs-zorgarrangement (oza) is altijd afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van een leerling of een groep. Bij het toepassen van maatwerk komen echter vaak (organisatorische) uitdagingen kijken. Hoe zorg je ervoor dat je een oza effectief inzet? Lees hier wat werkzame elementen zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van oza's.
Knelpunten van oza's
Bijna alle (v)so scholen ervaren knelpunten in de organisatie en financiering van onderwijs-zorg-arrangementen. Dat concluderen de DSP-groep, Oberon en de Onderwijsconsulenten in een tussentijdse rapportage van hun onderzoek naar Zorg in Onderwijstijd. Veelgenoemde knelpunten zijn trage besluitvorming rond zorgaanvragen, terughoudendheid van samenwerkingsverbanden bij het toekennen van hoge kosten, onduidelijkheid over wie de zorg betaalt en wachttijden bij zorgaanbieders.
Goede voorbeelden van oza's
Uit oza's van de Kameleon, de Parkschool en 't Lemenschoer zijn elementen en mechanismen naar voren gekomen, die goed werken bij het opzetten en uitvoeren van onderwijs-zorgarrangementen.
Werkzame elementen
Wij onderscheiden twaalf werkzame elementen:
1. Urgentiebesef
Zorg voor besef van urgentie bij alle samenwerkende partijen. De wil om het probleem samen op te lossen is nodig. Urgentie wakker je vaak aan door de hulpvraag en situatie van een kind heel duidelijk te maken. Hieraan koppel je wat er voor dit kind geregeld moet worden.
We realiseerden ons: het onderwijs schiet hier tekort, we hebben zorgexpertise nodig om deze kinderen op school te kunnen houden.
2. Gezamenlijke visie en leidende principes
Belangrijk is dat alle partijen de visie over het doel en de invulling van de oza delen. Gebruik voor besluitvorming bijvoorbeeld leidende principes, die alle partijen dragen. Deze geven richting wanneer er discussie ontstaat over bijvoorbeeld financiering of de samenwerking op de werkvloer.
Leerkrachten moesten wennen aan de hulpverleners binnen de school. Dat kostte tijd en aandacht, en een visie over hoe we rondom het kind samenwerken.
3. Erkenning expertise en belangen
Zorg dat de belangen en behoeften van alle samenwerkingspartijen helder voor elkaar zijn. Bij een goede samenwerking is hier openheid over. Zo wordt ieders expertise en rol erkend en gerespecteerd en kan iedereen vanuit eigen expertise bijdragen aan het belang van het kind.
De samenwerking met de zorg gebeurt op basis van gelijkwaardigheid. Het is niet zo dat de school vraagt en de zorg maar moet draaien. De zorgorganisatie zit als een gelijkwaardige partner in de klas.
4. Ruimte en mandaat voor professionals
Stuur als bestuurder en managers op kaders, randvoorwaarden en de 'bedoeling'. Geef ruimte, vertrouwen en mandaat aan de professional. Dan kunnen zij doen wat nodig is voor de leerlingen.
We zijn in het diepe gegooid, maar eigenlijk was dat heel fijn. Zo konden we met elkaar dingen gaan ontdekken. We kregen veel vrijheid en steeds werd gezegd: als jullie denken dat het nodig is, dan mag dat.
5. Data als basis voor een goed gesprek
Gebruik lokale data om de situatie en behoeften en van de doelgroep scherp te krijgen. Ga als samenwerkingspartners in gesprek om de data te duiden. Dit gesprek geeft inzicht in wat nodig is en vormt vaak de basis van de inrichting van een onderwijs-zorgarrangement.
Bij het bepalen van doelgroep en financiën hebben we data van gemeenten over de jeugdhulp gekoppeld aan data over de schoolpopulaties. De analyse van deze data heeft een aanzet gegeven voor de ontwikkeling van de oza.
6. Bewustzijn over maatschappelijke kosten en baten
Breng de maatschappelijke kosten en baten van onderwijs-zorgarrangementen in kaart en voer hier heldere gesprekken over. Een gedeeld bewustzijn over wat de oza oplevert op de korte, middellange en lange termijn, zowel voor de leerling als voor de samenleving in het geheel, helpt vaak om alle benodigde partijen 'mee te krijgen'.
In de gesprekken hebben we ook het alternatief geschetst: als we dit arrangement niet opzetten, kunnen deze kinderen niet naar school. Dan zitten ze thuis, wat niemand wil, of krijgen ze een indicatie voor het kinderdagcentrum, wat de gemeente veel geld kost.
7. Brede visie op ontwikkeling
Kijk breed naar de ontwikkeling van kinderen. Kinderen ontwikkelen zich op veel verschillende gebieden, en op het ene gebied gaat dit sneller dan op het andere gebied. Geef het kind erkenning voor wie hij of zij is. Benoem hun talenten en eigen unieke ontwikkeling.
Als je aansluit bij de ontwikkeling van het kind, zowel emotioneel als cognitief en communicatief, gaat het kind floreren. Wij wachten op dat moment, en daarin willen wij stimuleren. Wij hebben niet op voorhand bij een kind dat binnenkomt een idee welke kant dat kind uitgaat.
8. Gedeelde methodieken
Het werken met dezelfde methodieken, door professionals vanuit zowel onderwijs als zorg, blijkt in de praktijk een belangrijk werkzaam element te zijn. Ook vindt vaak gezamenlijke scholing in deze methodieken plaats. Professionals merken dat ze hierdoor 'meer dezelfde taal gaan spreken'.
Doordat we op dezelfde manier werken, zijn het steeds minder twee werelden. Het grijze gebied ertussen wordt steeds meer gedicht.
9. Partnerschap met ouders
Nauwe samenwerking met ouders is een belangrijke factor voor het slagen van een onderwijs-zorgarrangement. Dit komt niet alleen terug in praktische afspraken, maar floreert het beste als je echt een partnerschap met ouders aangaat.
Wij zoeken voortdurend de samenwerking met ouders, vanuit gelijkwaardigheid en erkenning van elkaars expertise. Zonder goede samenwerking met ouders kunnen wij veel minder succes behalen.
10. Interprofessionele samenwerking
In deze samenwerkingsvorm streven professionals met expertises vanuit onder andere onderwijs, jeugdhulp en zorg om samen alle benodigde hulp aan te bieden. Ieder draagt bij vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid. Tijdens intervisiemomenten reflecteer je op ieders inbreng en de samenhang daartussen. Zo leer je van en met elkaar.
Door de inzet van medewerkers uit het onderwijs hebben we nu op het kinderdagcentrum meer onderwijsvaardigheden in huis. Ook de kinderen die niet naar school kunnen, ontwikkelen zich daardoor beter.
11. Zicht op impact
Voor de doorontwikkeling van de oza is het belangrijk zicht te hebben op de impact. Wat is het directe resultaat dat je wilt bereiken voor de leerling, groep, gezin of zelfs de school? Dit noemen we outcome en dat wil je kunnen volgen. Door goede gesprekken te voeren over outcome, kun je de invulling van de oza blijven aanscherpen.
Doordat docenten veel leren van de collega's uit de zorg komen ze weer toe aan hun core business: onderwijs geven. Het is rustiger in de klas en op de gang, en er zijn minder incidenten.
12. Lerend ontwikkelen
Ga ervan uit dat onderwijs-zorgarrangementen al doende in de praktijk worden ontwikkeld, in kleine stappen en met vallen en opstaan. Daarbij helpt het als je regelmatig reflecteert op de voortgang en de behoeften van de doelgroep. Samenwerkingspartners kunnen hiervan leren en tot een beter passende aanpak komen.
Aan het begin besloten we: we gaan niet ellenlang vergaderen, maar we gaan gewoon pionieren. We zijn kleinschalig begonnen en vanuit dat vertrekpunt zijn we gegroeid naar hoe we het nu doen.