Zware jeugdcriminaliteit: wie is aan zet?

Steekincidenten, overvallen, uithalers die drugs uit containers halen, wapenbezit en doodslag. De kranten staan vol met verhalen over de toenemende zware criminaliteit onder jongeren. Hoe is dit te verklaren? En zijn er oplossingen? Mike Loef geeft uitleg. Bij het NJi houdt hij zich onder meer bezig met jongerenwerk en jeugdcriminaliteit.

De jeugdcriminaliteit in het algemeen neemt al jaren af. Maar onder een relatief kleine groep jongeren verzwaren de incidenten. Volgens Loef is het lastig om hier één oorzaak voor aan te wijzen. 'Er spelen bij deze jongeren vaak verschillende factoren op verschillende momenten. Bijvoorbeeld een gebrek aan toekomstperspectief, armoede, verleidingen die dichtbij zijn of een gebrek aan positieve rolmodellen. Het kan ook dat jongeren betrokken raken bij een delict door een behoefte aan spanning of gevoeligheid voor groepsdruk. Dat past bij de levensfase waar ze in zitten.'

Criminele uitbuiting kan een belangrijke factor zijn bij zware jeugdcriminaliteit. 'Jongeren worden soms fysiek bedreigd of geïntimideerd om criminele dingen te doen, zoals drugspakketjes vervoeren. Criminelen gaan vaak specifiek op zoek naar jongeren die hier mogelijk vatbaar voor zijn, zoals jongeren met schulden of drugsproblemen of jongeren met een lichte verstandelijke beperking.'

Makkelijk veel geld verdienen

Het is volgens Loef belangrijk om je bewust te zijn van de aantrekkelijkheid van het snelle geld dat hiermee te verdienen is. 'Bijvoorbeeld als de jongere in een armoedesituatie zit en veel geld aangeboden krijgt om iets weg te brengen of uit te halen. Feit is dat deze verleidingen er zijn. Het wordt verheerlijkt hoe makkelijk het is om veel geld te verdienen, en er is ook de status die daarbij komt kijken. Dan is er meer nodig dan alleen zeggen dat het gevaarlijk en niet goed is wat ze doen. Zeker wanneer een jongere het gevoel heeft dat het toekomstperspectief ontbreekt. Welke alternatieven kun je dan bieden?'

Wie zijn er aan zet?

Wie er aan zet zijn in de omgeving van deze jongeren, is een brede opgave. 'Het vraagt iets van ons als gehele samenleving. Vaak wordt in eerste instantie natuurlijk gedacht aan ouders en professionals in het veiligheidsdomein, zoals politie en jeugdreclassering. Maar ook andere professionals spelen een belangrijke rol. Denk bijvoorbeeld aan jongerenwerkers, omdat zij laagdrempelig contact met jongeren hebben. Ze kunnen vroegtijdig problemen signaleren doordat ze weten wat er speelt en ook online aanwezig zijn', zegt Loef. Maar ook andere sleutelfiguren in wijken zijn waardevol. 'Denk aan een bepaald rolmodel met een voorbeeldfunctie in de wijk, of de mentor of leraar op school die iets signaleert. Of andere mensen die dagelijks aanwezig zijn in de nabije omgeving van jongeren.'

Ook de samenwerking tussen verschillende professionals is belangrijk, vindt Loef. 'Iedereen kijkt vanuit zijn eigen expertise naar een jongere. Of dat nu vanuit de veiligheidsbril bij de politie is, meer gericht is op herstel zoals bij de jeugdreclassering, of iemand vanuit school of het jongerenwerk die al vroeg signaleert dat er misschien iets aan de hand is. Ondanks die verschillende contexten kan iedereen een bijdrage leveren. Veiligheid is een zaak van iedereen.'

Kennis en expertise benutten

De expertise en kennis van verschillende professionals in de wijk is ook van grote waarde bij het maken van plannen in een gemeente. 'Vraag professionals wat zij nodig hebben om jongeren te ondersteunen en eraan bij te dragen dat jongeren uit de criminaliteit blijven of om te voorkomen dat ze erin terechtkomen. Benut vooral de kennis en expertise die er al is, breng die samen en sluit aan op de behoeften die er spelen', aldus Loef. Maar het belangrijkste? 'Dat is de behoefte van jongeren zelf. Vraag hen wat ze nodig hebben.'

Sluit daarnaast aan bij wat er speelt in de gemeente, welke thematieken er zijn en richt je niet alleen op cijfers van een landelijke monitor, aldus Loef. 'Het is belangrijk om bij het maken van beleid ook de zachte kennis te benutten van professionals zoals mentoren en jongerenwerkers, maar ook van ouders en jongeren zelf. Vraag je af: wat is er aan de hand in de gemeente, wat hebben ouders, jongeren en professionals lokaal nodig? Dat is wellicht iets anders dan het landelijke beeld. Probeer daarbij ook gebruik te maken van de goede voorbeelden en ervaringen van andere gemeenten in de regio.'

Breng domeinen bij elkaar

Loef raadt daarnaast aan verschillende domeinen bij elkaar te brengen. 'Jeugdcriminaliteit klinkt als een veiligheidsthema, en dat is het ook, maar het is ook een pedagogisch vraagstuk. Betrek als gemeente dus ook professionals die vanuit het sociaal domein, het onderwijs en de zorg met jongeren werken.'

Meer informatie

Jeugdcriminaliteit – Lessen uit de praktijk

Pers

Ben je journalist? Dan kun je:

  • je vraag stellen via pers@nji.nl
  • bellen met 030 - 23 06 349 (maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur)
  • bellen met 06 - 25 66 07 57 (maandag tot en met donderdag tussen 8.30 en 17.00 uur)