Zorg over online radicaliserende jongeren

Het aantal jongeren dat online radicaliseert, neemt toe. Dat signaleren de Raad voor de kinderbescherming en het Openbaar Ministerie.

De Raad en het Openbaar Ministerie zien een stijging van jonge verdachten van ernstige strafbare feiten zonder dat daar eerder signalen over waren. Het gaat om jongeren van 12 tot 20 jaar. Zij worden verdacht van het voorbereiden van een terroristische aanslag. Ze zochten bijvoorbeeld een handleiding voor het maken van een wapen of een bom. Omdat het gaat om minderjarige verdachten, wil het Openbaar Ministerie geen aantallen noemen. Een woordvoerder spreekt van 'tientallen jongeren'.

Geradicaliseerd via sociale media

De jongeren zijn vaak geradicaliseerd via sociale media. De algoritmes die bepalen wat iemand te zien krijgt, spelen daarbij een belangrijke rol. Gewelddadige en haatdragende berichten verspreiden zich snel.

De omgeving van de jongeren merkt vaak niets van hun radicalisering. Ze zijn niet uiterlijk herkenbaar als jihadist of rechts-extremist. Het Openbaar Ministerie vindt het belangrijk dat ouders en scholen zich bewust zijn van deze ontwikkeling. Het adviseert hen om met jongeren te praten over wat hen bezighoudt.

Jongeren radicaliseren niet alleen door de online wereld, vertelt Hannes van de Ven van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Meestal speelt er dan ook iets in hun offline wereld. Ze voelen zich bijvoorbeeld buitengesloten of gediscrimineerd, hun ouders gaan scheiden of een naaste is overleden. Zulke factoren kunnen eraan bijdragen dat een jongere radicaliseert.'

Zicht op de online wereld

'Volwassenen vinden het vaak moeilijk om zicht te krijgen op de online wereld', zegt Van de Ven. 'Probeer dat toch. Praat erover: wat zie je online? Waar kijk je naar?'

Van de Ven werkte mee aan de nieuwe richtlijn Radicalisering. 'We adviseren professionals om bij radicaliserende jongeren altijd te kijken naar de context van hun hele leven. Als je ziet dat het gedrag van een jongere verandert, zoek dan uit wat er aan de hand is. Het kan te maken hebben met radicalisering,  maar ook met een depressie, met criminaliteit of met een ander probleem. Daar is aandacht voor nodig.'

Identiteitsontwikkeling

'Radicalisering hangt bijna altijd samen met het opgroeiproces', vervolgt Van de Ven. 'Jongeren zijn bezig met experimenteren en ontdekken. Radicale ideeën horen bij die leeftijdsfase en bij hun identiteitsontwikkeling. Vaak stabiliseert zich dat. Je moet alleen ingrijpen als het de verkeerde kant op gaat. Dan spreken we van zorgwekkende radicalisering. Daarvoor is het ook belangrijk om de weerbaarheid en veerkracht van jongeren te versterken.'

Bericht Raad voor de KinderbeschermingBericht NOSRichtlijn Radicalisering

Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.