Steeds minder kinderen met jeugdbescherming

In Nederland kregen 34 duizend kinderen en jongeren in 2024 jeugdbescherming, minder dan in 2023. Dat blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS. Naar verhouding krijgen kinderen van gescheiden ouders en uit gezinnen met lage inkomens vaker jeugdbescherming. NJi-bestuurder Ans van de Maat: 'Dat is een signaal dat juist de gezinnen die hulp het hardst nodig hebben, het slechtst geholpen zijn in de periode vóór die jeugdbeschermingsmaatregel.'

Bijna 25 duizend kinderen tot 18 jaar hadden in 2024 een ondertoezichtstelling. Ruim 9 duizend hadden een voogdijmaatregel. Dat zijn de laagste aantallen sinds de gemeenten in 2015 verantwoordelijk werden voor de jeugdzorg.

Het aantal kinderen en jongeren met jeugdhulp bleef in 2024 ongeveer gelijk. 452 duizend kinderen en jongeren kregen jeugdhulp zonder verblijf en 41 duizend jeugdhulp met verblijf. Deze voorlopige cijfers zijn lager dan die voor 2023, maar het CBS verwacht dat de definitieve cijfers voor 2024 hoger uitvallen.

Verschillen

Het aantal kinderen en jongeren met jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering verschilt per gemeente, van minder dan 5 tot meer dan 17 procent van de jeugd. Die verschillen kunnen ontstaan doordat gemeenten de jeugdzorg verschillend hebben georganiseerd en door de hoeveelheid hulp die ze hebben ingekocht. Ook kunnen sociaaleconomische verschillen een rol spelen. Jeugdzorggebruik hangt onder andere samen met scheiding van de ouders, huishoudinkomen en ander zorggebruik in het gezin, blijkt uit de cijfers.

Kinderen en jongeren met gescheiden ouders krijgen meer jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering, zo blijkt. 73 procent van de Nederlandse kinderen en jongeren woont in een huishouden samen met beide juridische ouders. Bij kinderen en jongeren met jeugdhulp zonder verblijf is dat 61 procent en bij jeugdhulp met verblijf 22 procent. Van de kinderen en jongeren met jeugdbescherming deelt maar 12 procent een huishouden met beide juridische ouders.

Ook zijn er verschillen in huishoudinkomen. In de huishoudens met de laagste inkomens in Nederland kreeg 15 procent van de kinderen en jongeren in 2024 jeugdhulp. Bij de hoogste inkomens was dat 7 procent. Verder kreeg bij de laagste gezinsinkomens 3,4 procent van de kinderen en jongeren jeugdbescherming, en bij de hoogste gezinsinkomens 0,1 procent.

Veeg teken

Dat kinderen en jongeren uit lage inkomensgroepen en met gescheiden ouders meer jeugdbescherming krijgen, vindt NJi-bestuurder Ans van de Maat een veeg teken. 'Dat is een signaal dat juist de gezinnen die hulp het hardst nodig hebben, het slechtst geholpen zijn in de periode vóór die jeugdbeschermingsmaatregel. Terwijl we als samenleving onze inspanning het meest op die groep moeten richten.'

Tijdige en goede hulp kan voorkomen dat uiteindelijk een jeugdbeschermingsmaatregel nodig is, is de overtuiging van Van de Maat. 'Dat kan jeugdhulp zijn, maar misschien ook een andere vorm van hulp. Soms is een gezin beter geholpen met een schuldenregeling, een grotere woning of steun bij het opbouwen van hun sociale netwerk. En voor gescheiden ouders kan mediation het beste zijn, zodat de ex-partners als ouders toch nog met elkaar kunnen communiceren. Een scheiding hoeft niet uit te monden in een jeugdbeschermingsmaatregel als je ouders adequaat begeleidt.'

Dieper maatschappelijk probleem

'De inzet van jeugdbescherming of jeugdhulp is een symptoom van een dieper maatschappelijk probleem', vervolgt Van de Maat. 'Niet alle kinderen krijgen dezelfde kansen en niet alle gezinnen komen even makkelijk mee in de samenleving. Fundamentele voorwaarden voor opgroeien en opvoeden zijn een gezonde leefomgeving, bestaanszekerheid, goed onderwijs en geborgenheid. Daar is meer voor nodig dan alleen goede hulp.'

In het algemeen kan de daling van het aantal jeugdbeschermingsmaatregelen een goede ontwikkeling zijn, zegt Van de Maat. 'Helaas weten we dat niet zeker, omdat we niet weten wat de oorzaak is. Dalen de cijfers doordat er minder jeugdbescherming nodig is? Of doordat kinderrechters minder maatregelen uitspreken omdat er te weinig jeugdbeschermers beschikbaar zijn?' Van de Maat hoopt dat een lopend onderzoek van het WODC daar duidelijkheid in gaat brengen.

Bericht CBSRapport Jeugdbescherming en jeugdreclassering 2024Rapport Jeugdhulp 2024Vervolgonderzoek WODC

Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.