'Dialoog maakt de databank beter'

De kwaliteit van interventies in het jeugdveld verbeteren met kennis over wat werkt. Dat is het doel van de databank Effectieve jeugdinterventies van het NJi. Maar voor organisaties die interventies ontwikkelen was de erkenningsprocedure in de praktijk vaak lastig en ontmoedigend. Daarom adviseerde een onafhankelijke denktank om ontwikkelaars en beoordelaars veel eerder met elkaar in gesprek te brengen en ook de inbreng van jongeren en ouders te garanderen. Leonieke Boendermaker, voorzitter van de denktank, legt uit waarom.

Voor Leonieke Boendermaker, lector jeugdzorg aan de Hogeschool van Amsterdam en bijzonder hoogleraar implementatievraagstukken in de jeugdzorg aan de Universiteit van Amsterdam, staat het belang van de databank niet ter discussie. In het verleden heeft ze zelf als lid van de erkenningscommissie voor justitiële interventies gemerkt dat de beoordelingsprocedure voor ontwikkelaars van interventies niet heel makkelijk te doorlopen is. 'Ze worstelen bijvoorbeeld met de criteria, waardoor de commissie vaak nog vragen heeft. Na een eerste beoordeling moeten ze daarom vaak weer nieuwe informatie aanleveren. Ook blijkt het in de praktijk lastig om te voldoen aan de eis dat na vijf jaar een herbeoordeling moet plaatsvinden op basis van uitgevoerd onderzoek.'

Lerend proces

In 2019 nam Boendermaker op verzoek van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) het voorzitterschap op zich van een onafhankelijke denktank om te adviseren over de erkenningsprocedure. De denktank koos voor een stapsgewijs, lerend proces, in dialoog met de praktijk. En om vanuit verschillende perspectieven te kijken, werden voor de denktank vertegenwoordigers uitgenodigd van professionals, beleidsmakers, onderzoekers en ervaringsdeskundigen. 'Om te beginnen hebben we een aanbieder van interventies uitgenodigd om te vertellen over haar negatieve ervaringen met de beoordelingsprocedure. Daaruit bleek hoe tijdrovend en weinig motiverend het proces was.'

Samen optrekken

Portretfoto Leonieke Boendemaker

Met de adviezen van de denktank voor veranderingen in de procedure zette het NJi vervolgens met een van de erkenningscommissies een aantal pilotprojecten op. Daarin trokken de commissieleden vanaf de start samen op met de ontwikkelaars van een interventie en konden die tijdens de commissievergadering een toelichting geven.

Boendermaker: 'Het was verrassend hoe positief iedereen was over de nieuwe aanpak. Dialoog tussen alle betrokkenen maakt de databank beter. Daarom adviseren we het NJi om het voortaan in alle commissies zo te doen.' Daarmee komt de onafhankelijkheid van de beoordeling niet in gevaar, stelt ze. 'In alle gevallen blijft er sprake van een onafhankelijke beoordeling. Begeleiden en beoordelen zijn twee aparte zaken, net als bij scriptiebegeleiding en daarna de beoordeling ervan met een tweede beoordelaar.'

Herbeoordeling

Voor de herbeoordelingseis heeft de denktank ook input geleverd voor een oplossing. 'Wij hebben het NJi geadviseerd te overwegen of een herbeoordeling altijd nodig is. Een adviesgesprek van ontwikkelaars met commissieleden en het NJi past misschien beter. Voor ontwikkelaars en aanbieders is het soms lastig om zelf onderzoek in de praktijk te doen.'

Werkzame elementen en implementatie

De denktank heeft het NJi geadviseerd om in het formulier voor de erkenningsprocedure onder andere vragen op te nemen over de werkzame elementen van een interventie. Dat maakt het beoordelen en vergelijken van nieuwe interventies makkelijker.

Boendermaker vindt dat ook de implementatie van interventies meer aandacht verdient bij de beschrijving en beoordeling. 'We weten dat er veel nodig is om een interventie goed uit te voeren en de aandacht ervoor warm te houden. Daarvoor is meer nodig dan een training en een paar keer intervisie. Aandacht besteden aan de kwaliteit van de uitvoering vraagt altijd aanpassingen in de organisatie en kost ook tijd.
Maar uiteindelijk levert dat meer op voor ouders en kinderen.'

Weten hoe de databank werkt

Het is belangrijk dat ook beleidsmakers weten hoe de databank werkt, stelt Boendermaker. 'Sinds de gemeenten de jeugdzorg inkopen, dreigt de erkenningsprocedure van de databank onderdeel te worden van een politiek proces. Maar de erkenning van een interventie kan geen voorwaarde zijn voor inkoop. Niet alle activiteiten in het jeugdveld passen in het stramien van de databank. Daardoor zou je relevante en werkzame activiteiten gaan missen. Op dit punt is sturing nodig vanuit de Hervormingsagenda Jeugd.'

Vervolg

Binnenkort zet de denktank er na drie jaar en elf bijeenkomsten een punt achter. Maar daarmee is de erkenningsprocedure nog niet helemaal af. 'Er is veel op gang gebracht, maar de pilots zijn uitgevoerd in één commissie. Binnenkort starten twee andere commissies hiermee. In vervolg op de denktank hoop ik vooral dat ons werk ontwikkelaars stimuleert om hun aanbod te beschrijven aan de hand van werkzame elementen. En dat zorgorganisaties meer aandacht gaan besteden aan de implementatie en mogelijkheden krijgen om mee te doen aan onderzoeksprogramma's.'

Lees meer over de doorontwikkeling van de erkenningsprocedure

Foto: Mark Sassen fotografie 

Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.

Pers

Ben je journalist? Dan kun je:

  • je vraag stellen via pers@nji.nl
  • bellen met 030 - 23 06 349 (maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur)
  • bellen met 06 - 25 66 07 57 (maandag tot en met donderdag tussen 8.30 en 17.00 uur)