Instrumenten voor licht verstandelijk beperkte jeugd

Om (vermoedens van) een licht verstandelijke beperking (lvb) en de bijkomende problematiek bij kinderen en jongeren te onderzoeken zijn diverse instrumenten beschikbaar. De instrumenten zijn onder te verdelen naar intelligentie, sociaal aanpassingsvermogen en bijkomende problematiek.

Intelligentie

Tijdens de peuter- en kleuterperiode valt bij een verstandelijk beperkt kind op dat het achterblijft in de motorische ontwikkeling en in de spraak- en taalontwikkeling. Het IQ is op deze leeftijd lastig vast te stellen, zeker als kinderen nog niet kunnen schrijven en lezen. De Snijders-Oomen Niet-verbale Intelligentietest voor kinderen van 2 jaar tot 8 jaar (SON-R 2-8) komt tegemoet aan dit probleem. De test bevat geen verbale onderdelen, en kan worden afgenomen zonder gebruik van gesproken of geschreven taal.

Vanaf hun 6e levensjaar worden kinderen over het algemeen taalvaardiger en is het eenvoudiger om een intelligentietest af te nemen. In Nederland is de Wechsler Intelligence Scale for Children (WISC-III NL) de meest gebruikte intelligentietest voor kinderen en jongeren van 6 tot 17 jaar. Het is een brede intelligentietest. De helft van de subtests doet een beroep op de verbale aspecten van intelligentie: informatie, overeenkomsten, rekenopgaven, woordenschat, begrijpen en cijferreeksen. De andere helft is gericht op het handelend bezig zijn (performale aspecten): onvolledige tekeningen, plaatjes ordenen, blokpatronen, figuurleggen, substitutie en doolhoven.

Andere veel toegepaste intelligentietests zijn de Revisie Amsterdamse Intelligentie Test (RAKIT), de Groninger Intelligentie Test voor Voortgezet Onderwijs (GIVO) en de Snijders-Oomen Niet-verbale Intelligentietest voor oudere kinderen van 5,5 tot 17 jaar. 

Sociaal aanpassingsvermogen

Er is in Nederland een aantal screeningsinstrumenten beschikbaar om het sociaal aanpassingsvermogen te meten van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking. Deze instrumenten richten zich op de verschillende aspecten van het sociaal aanpassingsvermogen: de sociale vaardigheden (onder andere omgaan met sociale situaties), de conceptuele vaardigheden (onder andere taalgebruik, abstract denken) en de praktische vaardigheden (zelfverzorging, verrichten van dagelijkse huishoudelijk taken, omgaan met geld).
Instrumenten die het sociaal aanpassingsvermogen van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking in kaart brengen zijn:

  • Beoordeling Sociaal Aanpassingsvermogen (BSA)
  • Sociale Informatie Verwerkings Test (SIVT)
  • Sociale Redzaamheidsschaal voor Verstandelijk Gehandicapten (SRZ)

Bijkomende problematiek

Instrumenten die kunnen worden ingezet om autisme en aanverwante stoornissen te diagnosticeren bij kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking zijn:

  • Autisme- en Verwante stoornissenschaal-Z-Revisie (AVZ-R)
  • Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK)

Kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking en bijkomende problemen lopen een groot risico op het ontwikkelen van gedragsproblemen. Een instrument dat bedoeld is om persoonskenmerken bij licht verstandelijk beperkte jongeren en volwassen vast te stellen en ook gebruikt wordt om gedragsstoornissen in een vroeg stadium te signaleren is de Temperamentsschaal Voor Verstandelijk gehandicapten (TVZ).

Screeningsinstrumenten om de emotionele en gedragsproblemen van licht verstandelijk beperkte jongeren in kaart te brengen zijn:

  • Child Behavior Checklist (CBCL)
  • Teacher's Report Form (TRF)
  • Youth Self Report (YSR)
  • Storend Gedragsschaal (SGZ)
  • Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ)
  • Vragenlijst over Ontwikkeling en Gedrag (VOG)

Beschrijvingen instrumenten