Kinderrechten en een veilige toekomst

De laatste jaren zien we dat rechters steeds vaker wordt gevraagd om landen en bedrijven te dwingen maatregelen te nemen tegen de klimaatverandering. Dit heeft onder meer te maken met de fundamentele rechten van mensen, en van kinderen in het bijzonder. Bij de vijfjaarlijkse beoordeling door het VN-Kinderrechtencomité is ook kritisch gekeken naar hoe Nederland zorg draagt voor een veilige toekomst. Hoe zit dit precies? Er zijn drie zaken die als voorbeeld kunnen dienen om te laten zien wat er speelt.

Urgenda brengt de Nederlandse Staat voor de rechter

In 2013 daagde Urgenda samen met 900 mede-eisers de Nederlandse staat voor de rechter. De klacht was dat de staat onvoldoende doet om de uitstoot van broeikasgassen in 2020 te verminderen met 25 procent ten opzichte van 1990. Urgenda won in 2015 de zaak bij de Rechtbank Den Haag en later ook in hoger beroep. Daarna ging de Staat naar de Hoge Raad. Daar kreeg Urgenda in 2019 gelijk. De Urgenda-zaak heeft een aantal bijzondere kenmerken, waarvan we er drie uitlichten:

  • Het is de eerste rechtszaak ter wereld waarin met succes de mensenrechten als argument zijn gebruikt. Volgens de rechter verplicht het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens de Staat om voldoende actie te ondernemen, omdat een ernstig risico op een gevaarlijke klimaatverandering het recht op leven en welzijn van velen in Nederland bedreigt.
  • In de overwegingen letten de rechters ook op de gevolgen voor kinderen, jongeren en gezinnen. Zij zeggen dat met name kinderen en jongeren tijdens hun leven te maken zullen krijgen met de nadelige gevolgen van klimaatverandering als de uitstoot van broeikasgassen niet voldoende vermindert. Ook zeggen ze dat in dat geval te verwachten is dat Nederlanders te maken krijgen met verlies van leven of verstoring van het gezinsleven.
  • Het verweer van de advocaat van de Nederlandse staat was dat dit een internationale kwestie is en ons land maar een klein aandeel heeft. Het zou dus gek zijn om alleen de Nederlandse staat te veroordelen. De rechters zijn het eens dat Nederland inderdaad een klein aandeel heeft, maar zij vinden toch dat de Staat veel meer haar best moet doen.

Wat hier gebeurde was niet niks en kreeg internationaal veel aandacht. De Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties (UNHCR) noemt het vonnis een mijlpaal. Het stimuleert momenteel andere groepen in Nederland en in het buitenland om het klimaatprobleem bij rechters aan te kaarten. Zie voor meer informatie:

Jongeren dagen Europese landen voor het Hof

In 2020 hebben zes jonge mensen uit Portugal 33 landen, waaronder Nederland, voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gebracht omdat deze landen onvoldoende bijdragen aan de aanpak van de klimaatcrisis. De jongeren doen een beroep op de volgende fundamentele mensenrechten:

  • Een recht om te leven. Natuurrampen als gevolg van de klimaatverandering bedreigen het leven van burgers. In Portugal zijn in 2017 door bosbranden veel slachtoffers gevallen.
  • Een recht op fysiek en mentaal welbevinden. In 2018 konden jongeren in Portugal door hittegolven niet sporten, ze moesten veel binnen blijven en sliepen slecht. Ook heeft de angst, ontstaan door vaker voorkomende weersextremen, een effect op hun geestelijke gezondheid.
  • Een recht om niet gediscrimineerd te worden. De jongeren krijgen de lasten van de klimaatverandering het meeste op hun schouders, simpelweg omdat ze langer zullen leven. Dit vinden zij oneerlijk. Dit onderdeel is nieuw ten opzichte van de Urgenda-zaak en voegt een belangrijk perspectief toe. Simpel gezegd: het mag niet zo zijn dat de kinderen en jongeren zwaarder moeten opdraaien voor het doen en laten van de volwassen dan die volwassenen zelf.

De rechters van het Hof hebben de landen opgedragen om te reageren. Dit gebeurt niet vaak en maakt duidelijk dat de rechters de zaak zeer serieus nemen. De landen hebben hiertegen geprotesteerd, maar dit protest is door de rechters afgewezen. Ook dat gebeurt zelden. De landen hebben inmiddels hun verdedigingen ingediend. De jongeren moeten nu, gesteund door crowdfunding en advocaten, hun reactie geven.  Voor meer informatie over de zaak en de actuele stand van zaken, kun je terecht op de site Youth4climatejustice.org.

Jongeren dagen de Verenigde Staten

21 Amerikaanse kinderen en jongeren tussen 11 en 20 jaar spanden in 2015 een constitutionele klimaatzaak aan tegen de Amerikaanse regering. De zaak werd ingebracht bij de Amerikaanse districtsrechtbank voor het district Oregon en staat bekend als 'Juliana versus United States' of ook wel 'The Oregon Case'. De aanklacht van de jongeren luidt dat de federale regering bekend is met klimaatverandering, maar weinig actie onderneemt. Dat schendt volgens de jongeren de grondwettelijke rechten van de jongste generatie op leven, vrijheid en eigendom. Een lange en intensieve juridische strijd volgde, alleen al om voor elkaar te krijgen dat de zaak op een goede manier werd behandeld. Het leidde uiteindelijk tot een stopzetting van de zaak. Netflix maakte een documentaire over de juridische acties die jongeren in Oregon tegen hun regeringen namen en de strijd die dat opleverde.

Een soortgelijk initiatief is van zestien jongeren uit de staat Montana. De zaak, ingediend in 2020, beschuldigt de staat van het voortdurende gebruik van fossiele brandstoffen, wat heeft bijgedragen aan de klimaatcrisis. De jongeren stellen dat de klimaatcrisis hun fysieke en psychologische gezondheid en veiligheid schaadt, de familie en culturele grondslagen en integriteit verstoort, en economische problemen veroorzaakt. Het is daarmee een inbreuk op hun grondwettelijke rechten. De rechter stelde de jongeren in augustus 2023 gelijk. De kans is groot dat dit leidt tot meer rechtszaken tegen andere staten. Ook kunnen bedrijven die handelen in olie, gas en kolen problemen krijgen met het verkrijgen van vergunningen. De staat Montana heeft aangegeven in beroep te gaan tegen de uitspraak.

Informatie over de 'The Oregon Case' en de zaak in in Montana zijn op de website Youthvgov.nl te volgen. In navolging ervan zijn er in de VS in meer staten rechtszaken gestart.   

Na Staten ook bedrijven

In mei 2021 veroordeelde een Nederlandse rechter Shell tot een grotere inspanning om klimaatverandering te voorkomen. De rechter verwijst onder meer naar het recht op leven en het recht op een ongestoord gezinsleven. Ten opzichte van de Urgenda-zaak zijn hier weer een paar aspecten bijzonder.

  • Dit is de eerste keer in Nederland dat jongeren mede-eisers zijn. Kijk voor meer informatie op de website van Jongeren Milieu Actief.
  • Daarnaast is het nu niet een staat, maar een bedrijf dat wordt gezegd meer te doen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en daarmee mensenrechten te beschermen.
  • Het verweer van Shell dat de eis een benadeling betekent ten opzichte van andere bedrijven is volgens de rechter niet voldoende. Shell is inmiddels hiertegen in hoger beroep gegaan. Maar de rechter heeft bepaald dat Shell intussen het vonnis wel moet uitvoeren.

Internationaal vormt deze zaak een stimulans om ook andere bedrijven te dwingen tot meer actie. Voor meer over deze zaak:

De zaken gaan niet specifiek over het Kinderrechtenverdrag, is dat verkeerd?

Nee. Het laat zien dat het klimaatthema breder en fundamenteler speelt dan alleen de kinderrechten die zijn vastgelegd in het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind. Zo is ook voor ouderen de toenemende hitte een directe bedreiging voor hun gezondheid en welzijn. Maar de vonnissen hebben ook een relatie met kinderrechten. Immers, volgens het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind hebben kinderen recht op de bescherming van hun welzijn (artikel 3), op de mogelijkheid tot overleven en zich te ontwikkelen (artikel 6), en op een zo goed mogelijke gezondheid (artikel 24). Wat de vonnissen verder duidelijk laten zien, is dat kinderen en jongeren een extra gewicht in de schaal leggen, omdat zij de lasten langer en heviger te verdragen krijgen. Wetenschappelijke studies bevestigen dat. Reden voor de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties (de UNHCR) om in 2021 een factsheet over mensenrechten en klimaat uit te brengen waarin kinderen als een extra kwetsbare groep zijn benoemd. Unicef heeft in een rapport uit datzelfde jaar expliciet gesteld dat de klimaatcrisis gezien moet worden als een kinderrechtencrisis en introduceert daarvoor een index die het risico van klimaatverandering voor de kinderrechten in beeld brengt. KidsRights heeft zich voorgenomen een dergelijke index in hun rapportage over hoe het staat met de kinderrechten in de wereld te gaan opnemen.   

Het VN Kinderrechten comité in Geneve dat de naleving van het Verdrag voor de Rechten van het Kind monitort, heeft de afgelopen jaren landen steeds meer aangesproken op de gevolgen van klimaatverandering op kinderen en de aantasting van hun rechten. Het comité heeft zogenaamde General Comments om bepaalde kinderrechten verder uit te werken. Klimaatverandering is geen kinderrecht, maar heeft volgens het Comité heeft wel een enorme impact op kinderen en hun toekomst. Het comité heeft daarom gewerkt aan een General Comment over klimaatverandering en kinderrechten. Hiervoor zijn kinderen zelf ook geconsulteerd. De General Comment nummer 26 is verschenen op 18 september 2023.

Kinderrechten en klimaat

Kinderrechten zijn nauw verbonden met milieu- en klimaatvraagstukken. Onder meer het recht op leven, gezondheid en vrije tijd is afhankelijk van een schoon milieu en een goed klimaat. Kinderen zijn de toekomst, maar moeten opgroeien in omstandigheden waarbij klimaatverandering voor steeds grotere problemen gaat zorgen. Het nieuwe Algemeen Commentaar ofwel General Comment nummer 26 van het VN-Kinderrechtenverdrag gaat over de rechten van kinderen met betrekking tot milieu en klimaatverandering. Een belangrijk en een nieuw naar voren gebracht kinderrecht is 'het recht op een schone, gezonde en duurzame leefomgeving'.

Het Algemeen Commentaar nummer 26 bevat de officiële richtlijnen over wat de lidstaten van de Verenigde Naties in de context van de klimaatcrisis moeten ondernemen om kinderrechten te handhaven. Het biedt richtlijnen aan de lidstaten, spreekt zowel de overheid als het bedrijfsleven aan op hun verantwoordelijkheid en biedt verschillende handreikingen en instrumenten voor regelgeving, rechtspraak en beleidsimplementatie. Zoals de Child Rights Impact Assessment (CRIA) en de mogelijkheid van collectief procederen.

De opmaak van dit commentaar is een belangrijke stap die staten kan aanzetten tot het nemen van daadkrachtige maatregelen. Wat doorslaggevend is, is het feit dat dit commentaar opgesteld is in samenwerking met verschillende actoren. Van mensenrechtenorganisaties over VN-instellingen tot vertegenwoordigers van inheemse volkeren. Via een wereldwijde consultatie deelden ook 16.000 kinderen en jongeren uit de hele wereld hun mening.

Wat is het effect van de juridische acties?

In ieder geval zullen regeringen en bedrijven de toenemende druk voelen om werk te maken van klimaatbeleid. Maar het is nog onduidelijk of dit ook snel tot resultaat kan leiden. De maatregelen die bijvoorbeeld een land kan nemen, worden immers bepaald door de politiek. En de politiek is afhankelijk van partijen waar burgers op stemmen. En als Shell inderdaad als enige oliebedrijf stevige maatregelen gaat doorvoeren en iedereen vervolgens bij de BP gaat tanken, schiet het ook niet op. Kortom, het effect is niet alleen afhankelijk van wat de politiek en bedrijven doen, maar ook van het doen en laten van volwassenen, kinderen en jongeren. 

Feiten en cijfers uit onderzoek

Foto Ali Karatas

Ali Karataş

senior medewerker inhoud