Voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren die niet bij hun ouders opgroeien is het belangrijk dat zij verbondenheid ervaren met een belangrijke volwassene in hun leven. Bij burgervoogdij kan dat. Dan gaat de voogdij van een kind of jongere die in een gezinshuis of leefgroep opgroeit naar een natuurlijk persoon.
Wat is burgervoogdij?
Burgervoogdij is een wettelijk alternatief voor voogdij bij een gecertificeerde instelling. De burgervoogd heeft dezelfde taken als een voogd bij de jeugdbescherming. Deze persoon neemt het wettelijk gezag over de jongere op zich. Daardoor is de burgervoogd betrokken bij alle belangrijke beslissingen in diens leven.
Een burgervoogd is vaak iemand die al een goede band heeft met de jongere en duurzaam betrokken wil blijven. Dit kan een familielid zijn, maar ook een ander persoon uit het netwerk die een belangrijke steunpilaar is. Anders dan de jeugdbeschermer spreekt en ziet de jongere de burgervoogd regelmatig en blijft deze persoon intensief betrokken. De rol van een jeugdbeschermer houdt op bij jongvolwassenen. Maar bij de burgervoogd ligt dat anders. Die kan de jongere ook begeleiden in de overgang naar volwassenheid, als die het gezinshuis of de leefgroep verlaat. Het gaat vaak om een band voor het leven.
Wanneer is burgervoogdij een optie?
Als jeugdbeschermer gaat jouw tijd vooral naar voogdijzaken waarin veel speelt. Kinderen en jongeren in jouw caseload waarmee het goed gaat zullen minder aandacht van je vragen. Dat is voor jou prettig, maar hoe is dat voor hen?
Van niemand zijn
Kinderen en jongeren van wie de voogdij bij de jeugdbescherming ligt, hebben vaak het gevoel 'van niemand te zijn'. Dit komt omdat meerdere volwassenen een rol hebben in hun leven, zoals de voogd, ouders, pleegouders of gezinshuisouders. Daardoor kunnen zij ervaren 'van iedereen' te zijn. Bovendien krijgen zij regelmatig een nieuwe voogd. Dit vanwege de vele wisselingen binnen de jeugdbescherming.
Voor hun ontwikkeling is het echter belangrijk dat zij verbondenheid ervaren met een belangrijke volwassene in hun leven. Deze volwassene biedt niet alleen aandacht en emotionele betrokkenheid. Diegene mag ook verantwoordelijkheid dragen voor het kind. Het neerleggen van deze brede betrokkenheid bij één persoon sluit daarmee ook meer aan bij de natuurlijke situatie. Die waarbij ouders gezag hebben over hun kinderen. Bovendien kunnen ouders die negatief zijn over 'gedwongen' samenwerking met de jeugdbescherming, wel positief zijn over samenwerken met een volwassene. Iemand die zij al kennen en een belangrijke rol speelt in het leven van hun kind. Bekijk ook het verhaal van Marinette over haar burgervoogd Gio.
Rol van de jeugdbeschermer
Ken je als jeugdbeschermer een betrokken volwassene in het leven van een van jouw voogdijkinderen, die een mogelijke burgervoogd kan zijn? Ga dan in gesprek met de jongere. Leg eerst uit wat burgervoogdij is en op welke manier het kan helpen om een burgervoogd te hebben. Vervolgens kun je vragen hoe het kind of jongere het zou vinden als jij niet meer de voogdij hebt, maar deze volwassene uit de eigen omgeving die ook in de toekomst betrokken blijft. Vraag ook naar mogelijke nadelen. Zo kunnen jullie samen de mogelijkheden en aandachtspunten verkennen. En bied de jongere tijd om hierover na te denken. Let er wel op dat de boodschap niet is dat de jongere zelf een burgervoogd moet vinden. Bespreek het als een open optie.
Wanneer jongeren een mogelijke burgervoogd kennen, is het goed als zij dit zelf aan deze persoon vragen. Daarbij is het belangrijk dat deze persoon hier goed over nadenkt en zich laat infomeren. De mogelijke burgervoogd moet in staat zijn deze verantwoordelijkheid te dragen. En duurzaam betrokken te blijven bij het leven van de jongere. Daarnaast is het belangrijk om met de ouders te bespreken hoe zij dit zouden vinden. En bepreek het ook met de gezinshuisouders en andere begeleiders. Benoem het ook bij hen als open optie. Waarbij er ook ruimte is voor partijen om hun bedenkingen te uiten.
Ook in voogdijzaken waar je niet weet of er een belangrijke volwassene in beeld is, is het juist goed om dit aan de jongere te vragen. En mogelijk zijn er jongeren die nog onder OTS staan waarbij wel vast nagedacht kan worden over een burgervoogd, mochten ouders het gezag verliezen. Zodat daarmee de voogdij niet automatisch bij de jeugdbescherming komt te liggen.
Belangrijke aandachtspunten
- Burgervoogdij is vooral geschikt voor kinderen en jongeren waarbij de situatie stabiel is. Waarbij zij zullen opgroeien in het gezinshuis of leefgroep totdat ze volwassen zijn. De Alliantie Burgervoogdij hanteert als vuistregel kinderen en jongeren die een half jaar of langer in een gezinshuis of leefgroep wonen;
- Niet iedereen is geschikt om burgervoogd te worden. Een burgervoogd moet in staat zijn om op te komen voor de belangen van het kind en de jongere. Ook moet een burgervoogd kunnen samenwerken met ouders, het netwerk en de instellingen die betrokken zijn bij het kind of de jongere.
Meer informatie
- Professionals, waaronder jeugdbeschermers, kunnen contact opnemen voor vragen en ondersteuning met de Alliantie Burgervoogdij.
- Lees ook de Mulock Houwer-lezing Kinderbescherming: de terugkeer van de burger.
- In het magazine 'Ingeschakeld' van de BGZJ staan twee artikelen over burgervoogdij. Je vindt deze op pagina 14 en pagina 17.
Lees ook
-
Hoe werk je in de jeugdbescherming goed samen met ouders en kinderen?
Hoe werk je in de jeugdbescherming goed samen met ouders en kinderen?Voor wieProfessionalsDe beslissing welke hulp je inzet heeft grote impact op een gezin. Een goede samenwerkingsrelatie is essentieel.
-
Hoe doe je goed feitenonderzoek?
Hoe doe je goed feitenonderzoek?Voor wieProfessionalsIn een feitenonderzoek wordt beoordeeld of een jeugdbeschermingsmaatregel nodig of nog nodig is. Hoe doe je kwalitatief goed feitenonderzoek?