Praten met elkaar
Om goed met elkaar te praten heb je een rustig moment nodig. Daardoor voelt iedereen zich op zijn gemak. Wil je met je ouders iets bespreken waar je mee zit, dan kan het helpen om van tevoren even op te schrijven hoe jij je voelt en wat je wilt zeggen. Dan hoef je tijdens het gesprek minder na te denken over wat je wilt overbrengen. Probeer ook goed te luisteren naar wat je ouders te zeggen hebben. Dat is misschien niet makkelijk. Maar hoe vaker je het doet, hoe meer je eraan went en hoe makkelijker het gaat.
Elkaar accepteren
Probeer te accepteren wie en hoe je ouders zijn. Ook al zijn ze misschien anders dan jij zelf graag zou willen. Het is altijd goed om je wensen uit te spreken, maar ook belangrijk om te accepteren dat je ouders in sommige opzichten niet zullen veranderen. Sommige ouders zijn beter in staat om hun kinderen te helpen en te steunen dan andere ouders. Het kan moeilijk zijn om dat te accepteren, dus geef jezelf daarvoor de tijd. En praat erover met andere mensen die ook belangrijk voor jou zijn.
Elkaar waarderen
Je ouders doen dingen voor jou of hebben in het verleden van alles voor jou gedaan. Spreek daarvoor je waardering uit tegenover je ouders. Dat is belangrijk voor ouders, maar ook iets wat kinderen vaak vergeten te doen. Daarom kan een klein gebaar of bedankje al een grote positieve invloed hebben op jullie band.
Samen plezierige momenten beleven
Geniet van de momenten dat jullie samenzijn, ook al is het soms maar kort. Zorg dat jullie op een leuke en plezierige manier contact met elkaar hebben. Je kunt het huis uitgaan om samen iets te doen, maar ook samen het huishouden doen, een spelletje spelen of op de bank hangen. Je kunt op veel manieren zorgen voor positieve momenten die jullie band versterken.
Een band opbouwen met andere mensen
Het is fijn om een goede relatie met je ouders te hebben, maar je kunt ook met andere mensen een goede band opbouwen. Als je met je ouders geen goede band kunt opbouwen, is het belangrijk om dat wel met andere mensen te doen. Dat kunnen alle volwassenen zijn die iets voor je betekenen, bijvoorbeeld je familie of leerkrachten. Het kunnen ook je vrienden zijn of misschien je geliefde. Het gaat erom dat je die ander vertrouwt en dat die ander voor langere tijd in je leven blijft.
Bedenk ook dat het niet vreemd is dat de relatie met je ouders verandert als je ouder wordt. Tijdens de puberteit is het normaal dat je zelfstandiger gaat leven. Dat betekent ook dat de relatie met je ouders verandert.