Hoe herken ik hechtingsproblemen bij mijn kind?

De meeste kinderen hechten zich goed aan hun ouder of opvoeder. Die kinderen zoeken toenadering en contact. Ook laten ze zich gemakkelijk geruststellen en troosten. En ze durven zelf op onderzoek uit te gaan en te gaan ontdekken. Maar hoe zou je hechtingsproblemen kunnen herkennen? Waar merk je dat aan? En wat kun je dan doen?

Wanneer doen hechtingsproblemen zich voor?

Als het moeilijk is om een band op te bouwen met je kind kan er sprake zijn van een hechtingsprobleem. Je kind voelt zich dan niet veilig genoeg om zich te hechten. Dat maakt het moeilijk voor je kind om contact te maken met anderen. Je kind denkt dan dat hij of zij niet op andere mensen kan rekenen.

Hechting is tweerichtingsverkeer. Hechtingsproblemen komen vaker voor bij:  

  • kinderen met een verstandelijke beperking, een aangeboren afwijking, een moeilijk temperament of een autismespectrumstoornis.
  • ouders met psychische problemen of een verstandelijke beperking.
  • ouders die het zelf moeilijker vinden om een band op te bouwen met anderen, omdat ze dat zelf nooit geleerd hebben.
  • ouders die allerlei problemen ervaren in het gezin, zoals armoede, een slechte woning en werkloosheid, die stress veroorzaken waardoor het voor ouders moeilijker is om goed op hun kinderen te reageren.
  • verstoringen en onderbrekingen in de relatie tussen ouder en kind, bijvoorbeeld door langdurig van elkaar gescheiden zijn en sterke wisselingen in het contact als gevolg van echtscheiding, ziekenhuisopname, uithuisplaatsing van het kind of detentie van de ouder.
  • kinderen die verwaarloosd of mishandeld worden.

Een hechtingsprobleem herkennen

Hechtingsproblemen kunnen zich op verschillende manieren uiten. Het kan zijn dat een kind het liefst contact en nabijheid van andere mensen vermijdt, of juist veel toenadering zoekt. Een kind met dit gedrag laat zien dat het weinig vertrouwen in zichzelf en in anderen heeft.

Laat je kind moeilijk gedrag zien? Reageert het snel boos en agressief? Trekt hij of zij zich juist heel erg terug? Of zie je dat je kind snel van emotie verandert? Dan zouden hechtingsproblemen de oorzaak kunnen zijn. Als dat zo is, kun je daar wel iets aan doen: werken aan de band tussen jullie. Lees meer bij Hoe bouw ik een goede band op met mijn kind?

Het kan ook zijn dat de signalen die je ziet een heel andere oorzaak hebben. Twijfel je? Praat er dan over met anderen.

Erover praten met anderen

Als je kind een of meerdere vormen van moeilijk gedrag laat zien, hoeft er niet direct sprake te zijn van een hechtingsprobleem. Soms hoort het ook bij hun leeftijd. Voor pubers is het bijvoorbeeld normaal dat ze afstand nemen van hun ouders. Maar als je het gevoel hebt dat je kind moeite heeft met hechten, dan is het belangrijk om hulp te zoeken.

Praat er bijvoorbeeld over met je partner, vrienden, familie, huisarts, verloskundige, kraamverzorgende, consultatiebureau, wijkteam of Centrum voor Jeugd en Gezin. Misschien wijst iemand je door naar een professional in de jeugdhulp. Die kan samen met jou een korte screening op hechtingsproblemen uitvoeren. En mochten er duidelijk problemen met de hechting zijn, dan bekijkt de jeugdhulpverlener samen met jou welke hulp bij jullie past.

De inhoud van deze pagina is tot stand gekomen in samenwerking met Landelijk Kenniscentrum LVB en Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders