Waarom ben ik zo vaak boos?

Ben je vaak boos? Omdat niemand je begrijpt en iedereen tegen je is? Iedereen die puber is of is geweest, kent dat. Toch zit je er alleen mee en krijg je met iedereen ruzie. Hoe komt dat?

Waarom ben ik snel boos?

Boosheid kan verschillende oorzaken hebben. Lees daarom eerst het hele stuk hieronder en bedenk dan welke oorzaak bij jouw boosheid past. Als je daar iets aan wilt veranderen, kun je verder lezen hoe je dat kunt doen.

Oorzaken

Oorzaken van boosheid kunnen zijn:

Je karakter

Sommige mensen zijn sneller geïrriteerd en reageren sneller boos dan een ander. Dat ligt aan je karakter. Dit is belangrijk om daarover te weten:

  • Een deel van je karakter is aangeboren. Daardoor is de een verlegen en trekt de ander graag de aandacht. Die verschillen zijn al jong bij kinderen te zien.
  • Hoe je reageert op wat er gebeurt, is deels aangeleerd. Dat kun je dus veranderen. Je kunt bepaald gedrag afleren en nieuw gedrag aanleren.
  • Je kunt leren anders te reageren en je reacties beter aan te passen aan je omgeving. Bijvoorbeeld: een klasgenoot zit met een pen te tikken op tafel. Als dat jou flink irriteert, kun je je klasgenoot vragen om te stoppen. Je kunt ook snauwen, schreeuwen en boos worden. Waar bereik je het meeste mee bij je klasgenoot?

Je zit in een negatieve spiraal

Herken je dit? Je wordt boos op je ouders omdat zij boos op jou zijn. En daardoor worden zij nog bozer op jou en jij weer op hen. Dit noemen we een 'negatieve interactiespiraal'. In zo'n spiraal bevestigen en versterken jij en je ouders elkaars negatieve gedrag: 'Zie je wel, mijn kind kan nooit normaal doen', en 'Zie je wel, mijn ouder begrijpt me niet.'

Er zit iets anders achter

Boos, driftig en agressief gedrag is in de puberteit vaak een masker waarachter iets anders verstopt zit. Met dat boze gedrag laat je jezelf wel zien, maar past het ook echt bij je gevoel? Met een muur van boosheid schrik je mensen af en ben je minder kwetsbaar. Toch is het goed om je af te vragen of er iets anders achter jouw boosheid zit. Ben je misschien verdrietig, ben je ergens bang voor of zie je ergens tegenop? Pas wanneer je weet wat de reden voor jouw boosheid is, kun je er iets aan doen. Vraag jezelf daarom af:

  • Ben ik angstig of bang?
  • Ben ik verdrietig?
  • Zie ik ergens tegenop?
  • Voel ik me eenzaam?
  • Voel ik me onbegrepen?

Is je antwoord op een of meer van deze vragen 'ja'? Praat dan met iemand over je gevoelens. Daarmee verminder je de spanning. Vraag iemand die jou niet begrijpt goed naar je te luisteren en vertel waar je mee zit. Wil of durf je niet met iemand te praten die je kent? Bel of mail dan met De Kindertelefoon: 0800 − 04 32.

Je zit in de puberteit

In de puberteit bots je eerder met je omgeving. Je gaat op ontdekkingstocht en wilt experimenteren. Maar je kunt nog niet altijd de gevolgen overzien van wat je doet.

Daarom een paar tips:

  • Maak goede afspraken met je ouders en houd je daar aan. Laat zien dat je verantwoordelijkheid kunt nemen voor je eigen gedrag.
  • Probeer nieuwe situaties waarin je terechtkomt goed in te schatten en neem geen te grote risico's. Zorg dat je ouders steeds meer vertrouwen in je krijgen, zodat jullie nieuwe afspraken kunnen maken met meer vrijheid.
  • Vergelijk jezelf niet te veel met anderen die van alles mogen of stiekem doen. Houd je aan de afspraken met je ouders, want anders kom je misschien samen in een negatieve spiraal terecht. Dan word je boos omdat je ouders boos op jou worden. Terwijl je eigenlijk boos bent op jezelf...

Zoek je als jongere hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor jongeren