Instrumenten voor vroegsignalering, screening en diagnostiek van gedragsproblemen

Er bestaan diverse instrumenten om (vermoedens van) gedragsproblemen en -stoornissen of delinquent gedrag bij kinderen en jongeren te onderzoeken. Ze zijn onder te verdelen in instrumenten voor vroegsignalering, screening, diagnostiek en risicotaxatie.

Vroegsignalering

Vroegsignalering leidt tot de constatering dat er mogelijk sprake is van gedragsproblemen en -stoornissen. Vroegsignalering vindt plaats wanneer het vermoeden van problemen niet duidelijk is afgebakend tot een bepaald type probleem zoals een gedragsprobleem. Als bij vroegsignalering blijkt dat er gedragsproblemen aanwezig zijn, dan is verdere screening noodzakelijk.

Een voorbeeld van een breed vroegsignaleringsinstrument voor gedragsproblemen en -stoornissen is de 'Strengths and Difficulties Questionnaire' (SDQ). De SDQ wordt wereldwijd veel gebruikt, de psychometrische kwaliteit ervan is vrij goed.

Deze instrumenten zijn geschikt voor vroegsignalering van gedragsproblemen en -stoornissen:

Screening

Screeningsinstrumenten worden in een later stadium gebruikt dan instrumenten voor vroegsignalering. Deze instrumenten worden ingezet om een kind specifiek op gedragsproblemen en -stoornissen te onderzoeken. Screening leidt tot de constatering of het kind gedragsproblemen of gedragsstoornissen heeft en zo ja in welke mate. Als het kind mogelijk een gedragsprobleem of -stoornis heeft, dan is vervolgonderzoek door een diagnosticus noodzakelijk.

Een instrument dat op gedragsstoornissen screent is bijvoorbeeld de 'Buss-Durkee Hostility Inventory-Dutch' (BDHI-D). De BDHI-D stelt de hostiliteit (vijandigheid) en neiging tot agressief gedrag vast.

Deze instrumenten zijn geschikt voor screening op gedragsproblemen en -stoornissen:

Diagnostiek

Diagnostische instrumenten stellen een gedragsprobleem of -stoornis vast. Instrumenten voor de diagnostiek van gedragsproblemen en -stoornissen zijn:

Foto Danielle de Veld