Als beleidsmaker aan de slag met ervaringkennis

Met ervaringskennis kun je als beleidsmaker beter aansluiten bij wat kinderen en jongeren nodig hebben. Daarom is ervaringskennis een belangrijke kennisbron naast wetenschappelijke kennis en praktijkkennis. Maar hoe benut je ervaringskennis in jouw werk? Dat kan op verschillende manieren, die vragen om een omslag in denken en doen.  

Drie manieren om met ervaringskennis te werken 

Binnen een organisatie kan op drie manieren met ervaringskennis worden gewerkt. Alle drie de manieren zijn waardevol en kunnen elkaar aanvullen:  

Focus op specifieke ervaringskennis  

Specifieke ervaringskennis is zinvol om op te halen als er sprake is van een ingrijpende gebeurtenis. Zoals een geweldsincident op een woongroep. Of jongeren die zich onveilig voelen in een winkelcentrum. Jongeren kunnen rond deze gebeurtenis ervaringen uitwisselen onder begeleiding van een organisatie of gemeente. De rode draden in deze ervaringen vormen collectieve ervaringskennis rond een specifieke situatie. Deze collectieve ervaringskennis kan worden gebruikt om beleid te verbeteren, bijvoorbeeld in een gemeente. 

Investeren in algemene ervaringskennis 

Algemene ervaringskennis houdt in dat een organisatie of gemeente structureel collectieve ervaringskennis verzamelt en beschikbaar maakt. De afdeling die zich bezighoudt met onderzoek en kwaliteit bij de gemeente of de jeugdhulporganisatie ontwikkelt dan bijvoorbeeld een strategie waarbij kinderen en jongeren regelmatig wordt gevraagd naar hun ervaringen. Deze kennis vormt een brede basis over wat kinderen en jongeren belangrijk vinden en hoe ze de hulp of het beleid ervaren. Deze kennis wordt vervolgens gebruikt om beleid en praktijk te verbeteren. 

Benutten van ervaringskennis van ervaringsdeskundigen en werknemers 

Ervaringsdeskundigen zetten hun ervaringen doelmatig in om beleid en praktijk rond jeugd te verbeteren. Er zijn steeds meer gemeenten en jeugdhulporganisaties die ervaringsdeskundigen aannemen voor verbeteringen in beleid, en ter aanvulling van de bestaande ondersteuning aan kinderen en jongeren.  

Daarnaast hebben veel zorgmedewerkers en beleidsmakers zelf relevante ervaringskennis. Zij gaan voor kinderen en jongeren aan de slag, omdat ze graag een verschil willen maken. Zo heeft ten minste 60 procent van de SPH-studenten cliëntervaring in de ggz of jeugdzorg. Bij deze mensen ligt een bron aan kennis over hoe het is om aan de andere kant van de zorgverlening te staan. Het onderscheid met de andere vormen van ervaringskennis is dat deze niet actueel is en wordt aangevuld met actuele praktijkkennis.  

Videobeschrijving

In hoeverre is het terecht dat jeugdprofessionals zich soms zorgen maken over de kwetsbaarheid van ervaringsdeskundigen? En mogen jeugdprofessionals zelf ook kwetsbaar zijn? Ervaringsdeskundigen Sumayya en Robin en jeugdprofessionals Dino en Fatima zoeken naar de antwoorden.

Zorgvuldig werken met ervaringskennis

Elke manier van werken met ervaringskennis vereist een cultuuromslag in denken en doen. Het is namelijk niet de gebruikelijke manier om bezig te zijn met innovatie en kwaliteit. Dit betekent dat werken met ervaringskennis zorgvuldig moet gebeuren. Hiervoor moeten een aantal stappen doorlopen worden:   

Voorbereiding 

Voordat je als gemeente of organisatie met ervaringskennis in beleid aan de slag kunt gaan, is het belangrijk dat duidelijk wordt met welk doel jullie dit willen doen. Als het doel helder is, kan er een geïnformeerde beslissing worden gemaakt op welke manier jullie ervaringskennis gaan ophalen, zoals hierboven beschreven. 

Draagvlak 

Ook is het belangrijk dat er in alle lagen van de organisatie draagvlak is om aan de slag te gaan met ervaringsdeskundigheid. Als alle medewerkers betrokken zijn en het nut van ervaringskennis inzien, zijn ze meer gemotiveerd om eraan bij te dragen. 

Aan de slag met het model van Movisie 

Steeds meer gemeenten en jeugdhulporganisaties zien de voordelen van het inzetten van ervaringskennis. Movisie ontwikkelde een model om dit proces te ondersteunen. Dit model beschrijft de verschillende fasen die een gemeente of organisatie moet doorlopen om ervaringskennis effectief te benutten: 

1. Ervaringskennis ontsluiten: verzamelen van ervaringskennis. 
2. Ervaringskennis vertalen: deze kennis omzetten naar bruikbare inzichten.
3. Beleid en uitvoering ontwikkelen of aanpassen: op basis van de inzichten nieuw beleid ontwikkelen of bestaand beleid aanpassen.
4. Evalueren en terugkoppelen: het beleid evalueren en de bevindingen terugkoppelen, wat leidt tot een continu verbeteringsproces. 

Deze vier fasen zijn helder beschreven en apart uitgewerkt. Essentieel is dat het model een beleidscyclus is, die na het doorlopen van de vier fasen niet eindigt, maar doorloopt. Bekijk de handreiking van Movisie om aan de slag te gaan met ervaringskennis.  

Geen foto van de persoon aanwezig

Maryama Ismail

medewerker inhoud