D503: Problemen bij zwangerschap of bevalling

Deze problemen zijn in het classificatiesysteem CAP-J onderdeel van:

  • As D: Gezin en opvoeding
  • D500: Problemen van ouder

Kenmerken

Bij deze problematiek gaat het om problemen van de ouder(s) die zich voordoen tijdens de zwangerschap of bij de bevalling. Wanneer een probleem uit deze categorie een moeilijke start van het ouderschap tot gevolg heeft, wordt ook rubriek D504 (Moeilijke start ouderschap) geselecteerd. Wanneer sprake is van psychische/psychiatrische problematiek (bijvoorbeeld zwangerschapspsychose) wordt ook rubriek D510 (Psychische/psychiatrische problematiek ouder) geselecteerd.

Subtypes en/of specificaties

Ongewenste zwangerschap

Het kan gaan om een ongewenste zwangerschap in het algemeen of meer specifiek, zoals een ongewenste zwangerschap als gevolg van een verkrachting. Doordat het kind ongewenst is, kan de ouder problemen hebben met het accepteren van het kind.

Uitzonderlijk zware zwangerschap of bevalling

Een uitzonderlijk zware zwangerschap of bevalling kan fysieke complicaties tot gevolg hebben. Dit kan ertoe leiden dat de moeder (tijdelijk) niet in staat is optimaal invulling te geven aan het ouderschap.

Miskraam

Bij een miskraam verliest de moeder de foetus voor de zestiende week van de zwangerschap, bij een doodgeboren kind gaat het om verlies na de zestiende week van de zwangerschap. De verwerking van dit verlies door de ouders kan gepaard gaan met complexe emotionele problemen.

Culturele, leeftijds- en seksespecifieke kenmerken en verloop

Vrouwen uiten hun verdriet na het (voortijdig) verlies van een baby anders dan mannen. Bij vrouwen uit het verdriet zich over het algemeen in huilen, zich schuldig voelen, depressieve klachten, minder of juist meer eten, slaapstoornissen, irritatie, boosheid of psychosomatische klachten. Mannen uiten het verdriet veelal minder en richten zich vaak meer op praktische zaken, zoals het regelen van een eventuele begrafenis, meer werken en het ondersteunen van de vrouw. Reden hiervoor is ook dat het uiten van verdriet van de man minder sociaal geaccepteerd lijkt te zijn (Janssen, 1995).