Deze problemen zijn in het classificatiesysteem CAP-J onderdeel van:
- As D: Gezin en opvoeding
- D200: Problemen in de ouder-kindrelatie
Kenmerken
Loyaliteit verwijst naar de onlosmakelijke band tussen ouders en kinderen. Het uitgangspunt is dat een kind ontstaat uit zijn ouders en daardoor altijd (zichtbaar en onzichtbaar) loyaal zal zijn aan hen. De relatie tussen de ouders en het kind wordt gekenmerkt door een balans van geven en nemen, van rechten en verplichtingen. Loyaliteit is uit te drukken in intrapsychische en relationele waarden, zoals gevoelens van trouw. Loyaliteitsproblemen kunnen ontstaan wanneer deze balans verstoord wordt.
Subtypes en/of specificaties
Gespleten loyaliteit
Bij gespleten loyaliteit kan een kind zich niet loyaal voelen aan de ene ouder, zonder zich niet-loyaal te voelen aan de andere ouder. Het kind wordt gedwongen om te kiezen voor één van beide ouders zodat het van die ouder liefde kan ontvangen, maar daar tegenover staat dat het kind het gevoel heeft de andere ouder te verraden.
Dit conflict kan tevens optreden wanneer de jeugdige (tijdelijk) opgevoed wordt door een vervangende opvoeder (bijvoorbeeld pleegouders). Door loyale gevoelens te hebben naar de biologische ouders kan de jeugdige zich ontrouw voelen aan de vervangende opvoeder. Door loyaal te zijn aan de vervangende opvoeder heeft hij het gevoel de biologische ouders af te vallen.
Onzichtbare loyaliteit
Onzichtbare loyaliteit gaat spelen wanneer de ene ouder de loyaliteit aan de andere ouder niet erkent. Dit kan door het bestaan van de band te ontkennen, openlijk de andere ouder te bekritiseren en/of te diskwalificeren of door de jeugdige op te zetten tegen de andere ouder. De jeugdige kan hierdoor het gevoel ontwikkelen niet openlijk loyaal te mogen zijn aan de andere ouder. Door middel van non-verbaal gedrag kan de jeugdige dan toch blijk geven van zijn loyaliteit. Onzichtbare loyaliteit is altijd destructief. Het is een beperkende factor bij het maken van persoonlijke keuzes en kan bijdragen aan intergenerationele overdracht van problematiek.
Culturele, leeftijds- en seksespecifieke kenmerken en verloop
Naarmate het verschil in cultuur en klasse tussen de context van het gezin en die van andere contexten waarin de jeugdige zich beweegt groter is, neemt de kans op loyaliteitsproblemen toe. Veel migrantenkinderen hebben daarom te maken met dubbele loyaliteiten. Problemen kunnen ontstaan wanneer zij niet (openlijk) tussen die verschillende loyaliteiten kunnen of mogen switchen (Van der Pas, 1998).
Loyaliteitsproblemen kunnen over generaties heen blijven bestaan, waarbij bijvoorbeeld een ouder bepaald gedrag kan vertonen waarmee hij (zichtbaar of onzichtbaar) loyaal is aan zijn eigen ouder (De Wit, Slot & Van Aken, 2005). Loyaliteitsproblemen kunnen zich daarnaast op veel verschillende levensgebieden en op verschillende manieren manifesteren. Voorbeelden hiervan zijn: depressief gedrag, psychosomatische problemen, gedragsproblemen en relationele problemen (Van der Pas, 1998).
- D102: Problemen met ondersteuning, verzorging en bescherming kinderen
- D104: Onenigheid tussen ouders over opvoedingsaanpak
- D201: Gebrek aan warmte in ouder-kindrelatie
- D203: Jeugdige in de rol van ouder (parentificatie)
- D204: Vijandigheid tegen of zondebok maken van jeugdige door de ouder
- D206: Problemen in de hechting van jeugdige aan ouder
- D402: Problemen met omgangsregeling
- D405: Problematische relatie tussen ouders