D203: Jeugdige in de rol van ouder (parentificatie)

Deze problemen zijn in het classificatiesysteem CAP-J onderdeel van:

  • As D: Gezin en opvoeding
  • D200: Problemen in de ouder-kindrelatie

Kenmerken

Wanneer er te veel van een jeugdige gevraagd wordt en de jeugdige daar te weinig voor terugkrijgt van zijn ouders, kan in extreme gevallen sprake zijn van parentificatie. Parentificatie wil zeggen dat een jeugdige langdurig de rol van ouder op zich neemt met de bijbehorende taken en verantwoordelijkheden. Het gaat erom dat de zorg langdurig 'ongepast' is. Ongepast in de zin van niet passend bij de leeftijd en de cultuur van de jeugdige en schadelijk voor zijn ontwikkeling.

Dit kan bijvoorbeeld als volgt tot uiting komen:

  • een negatief zelfbeeld (de jeugdige wordt overvraagd, waardoor hij veel faalervaringen opdoet)
  • niet goed voor zichzelf kunnen opkomen (vertonen van extreem sociaal wenselijk gedrag)
  • extreem voor zichzelf opkomen (om een gemiste behoefte uit te drukken)
  • niet goed met leeftijdsgenoten kunnen omgaan.

Subtypes en/of specificaties

Voorbeelden van jeugdigen in de rol van ouder:

  • jeugdigen die huishoudelijke taken op zich nemen
  • jeugdigen die zorgen voor hun broertjes of zusjes
  • jeugdigen die gesprekspartner, steun en toeverlaat van de ouder zijn. 

Culturele, leeftijds- en seksespecifieke kenmerken en verloop

Parentificatie gaat vrijwel altijd ten koste van de 'gewone' ontwikkelingstaken die passen bij de leeftijd van de jeugdige (wat gewoon is, is cultureel bepaald). Het precieze effect op de ontwikkeling van de jeugdige hangt dan ook af van de leeftijdsperiode waarin de parentificatie zich ontwikkelt. Jongere kinderen komen bijvoorbeeld niet toe aan spelen, terwijl ze spel en spelen met anderen wel nodig hebben om zich te ontwikkelen. Oudere kinderen/pubers kunnen problemen krijgen met een adequate losmaking van ouders en met de identiteitsontwikkeling. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat zij meer dan gezond is thuiszitten omdat zij voelen dat ze thuis hard nodig zijn.

Parentificatie komt vaker voor bij het oudste kind in het gezin.  

Tijdelijk de rol van de ouders overnemen, bijvoorbeeld wanneer een van de ouders tijdelijk is opgenomen in het ziekenhuis, hoeft geen negatief effect te hebben op de ontwikkeling van jeugdigen.

Parentificatie is er niet ineens maar ontwikkelt zich vaak geleidelijk. Vaak zijn er wel situaties of gebeurtenissen te benoemen die aanleiding kunnen zijn voor parentificatie. Soms is voor de geboorte al duidelijk dat er een groot risico is op parentificatie vanwege de beperkte mogelijkheden van ouders (bijvoorbeeld door beperkte verstandelijke vermogens of aanwezigheid van een psychiatrische stoornis). Ook kan het zijn dat er kenmerken in het systeem veranderen (een ondersteunende oma overlijdt, vader wordt langdurig opgenomen of een scheiding) waardoor het evenwicht verstoord raakt. Het (vaak oudste) kind probeert dit evenwicht te herstellen door langdurig bepaalde taken op zich te nemen die niet passen bij zijn leeftijd.