D201: Gebrek aan warmte in ouder-kindrelatie

Deze problemen zijn in het classificatiesysteem CAP-J onderdeel van:

  • As D: Gezin en opvoeding
  • D200: Problemen in de ouder-kindrelatie

Kenmerken

Bij deze problematiek is er een duidelijk gebrek aan uitingen van positieve gevoelens ten opzichte van de jeugdige thuis door zijn ouder(s). Warmte wordt geuit door de manier waarop de ouder tegen de jeugdige praat en door non-verbale gedragingen zoals liefdevolle aanrakingen of lichamelijke troost. Gebrek aan warmte in de ouder-kindrelatie komt tot uiting in enkele van de volgende kenmerken:

  • Bij het praten tegen het kind neemt de ouder een minachtende of ongevoelige toon aan.
  • Interesse in de activiteiten, successen en prestaties van de jeugdige ontbreekt.
  • Er is geen blijk van medeleven met de moeilijkheden van de jeugdige.
  • Lof en bemoediging worden slechts zelden gegeven.
  • Op angstig gedrag wordt alleen gereageerd met irritatie of met geen tegenspraak duldende bevelen om zich te gedragen.
  • Lichamelijke troost bij angst of verdriet is van korte duur, geritualiseerd of afwezig (hierbij is de kwaliteit van de poging van belang, niet zozeer het succes).

Om te spreken van gebrek aan warmte is het noodzakelijk dat het gebrek 1) duidelijk, 2) definitief, 3) voortdurend in tijd, 4) in alle situaties aanwezig, en 5) duidelijk abnormaal met betrekking tot subculturele normen is. Het gebrek aan warmte moet betrekking hebben op de relatie van een of beide ouders met de jeugdige (gebrek aan warmte tussen de twee ouders is niet relevant). Het gebrek kan een specifieke abnormaliteit in de ouder-kindrelatie weerspiegelen of het kan voortkomen uit een meer gegeneraliseerd ouderlijk tekort (bijvoorbeeld psychische stoornis van een ouder).

Het gebrek aan positieve gevoelens moet niet verward worden met de aanwezigheid van kritische of negatieve gevoelens. Een liefdevolle ouder kan heel goed kritisch zijn ten aanzien van het gedrag van het kind (met name bij problemen).

Culturele, leeftijds- en seksespecifieke kenmerken en verloop

De samenhang en frequentie van openlijke uitingen van warmte variëren intercultureel en wat betreft de sekse van de ouder. Of de mate van de geuite warmte als normaal beschouwd kan worden, is dan ook afhankelijk van wat binnen de cultuur normaliter verwacht mag worden dat een jeugdige aan warmte ontvangt (Van Yperen, 1990).