C101: Problemen met schoolse vaardigheden/leerproblemen

Deze problemen zijn in het classificatiesysteem CAP-J onderdeel van:

  • As C: Cognitieve ontwikkeling en vaardigheden jeugdige
  • C100: Problemen in de cognitieve ontwikkeling

Kenmerken

Bij deze problematiek heeft de jeugdige een probleem met het leren van schoolse vaardigheden. De jeugdige leert relatief minder vlot ten opzichte van een relevante normgroep, wat niet toe te schrijven is aan een duidelijk aanwijsbare endogene of exogene oorzaak (bijvoorbeeld manifeste neurologische schade, ernstige sensorische, cognitieve of motorische belemmeringen of aanwijsbare onderwijstekorten). Er is sprake van een informatieverwerkingsprobleem.

De jeugdige ondervindt problemen op het gebied van waarnemen (binnenkomst van informatie), aandacht (verbindingen leggen tussen informatie) en geheugen (integratie van informatie). Dat wil zeggen dat de jeugdige moeite heeft om visuele, auditieve of tactiele/kinesthetische informatie goed te verwerken, te integreren en betekenis te geven. In de klas kan de jeugdige moeite hebben om nieuwe informatie snel van een betekenis te voorzien. Daarnaast kost het moeite de aandacht op twee dingen tegelijk te richten: bijvoorbeeld lezen en begrijpen of luisteren en schrijven. De jeugdige profiteert onvoldoende van het reguliere onderwijsaanbod.

Subtypes en/of specificaties

Zwakke taakhouding, problemen leerstof/huiswerk

Zwakke taakhouding of problemen met leerstof kunnen op de volgende manieren tot uiting komen:

  • de jeugdige is nog te weinig taakgericht (te speels, snel afgeleid door interne/externe prikkels)
  • de jeugdige is niet in staat zelfstandig te werken (heeft steeds hulp van de leerkracht nodig).

Spraak-taalproblemen

Spraak- taalproblemen kunnen onder meer tot uiting komen in:

  • problemen met het auditieve (werk)geheugen (moeite met het onthouden van gesproken taal/taalklanken)
  • een beperkte woordenschat (niet als gevolg van een tweede taal)
  • articulatieproblemen (stotteren, hakkelen, onduidelijke taal, taal die alleen door de opvoeders begrepen wordt, korte zinnen en verkeerde zinsopbouw, ontbreken of inadequaat zijn van de betekenisgeving)
  • het achterblijven van het taalbegrip (moeite om samenhang en de betekenis van gesproken en geschreven tekst te vinden); de achterstand is meer dan een half jaar.

Problemen met lezen, spellen en schrijven

Problemen met lezen en schrijven kunnen onder meer als volgt tot uiting komen:

  • problemen met het tempo
  • problemen met nauwkeurigheid
  • een achterstand met lezen, spellen en/of schrijven van meer dan een half jaar.

Problemen met rekenen

Problemen met rekenen kunnen onder meer als volgt tot uiting komen:

  • problemen met de informatieverwerking
  • onvoldoende getalbegrip
  • problemen met rekenregels
  • problemen met rekenoperaties
  • een achterstand met rekenen van meer dan een half jaar.

Culturele, leeftijds- en seksespecifieke kenmerken en verloop

De problemen met schoolse vaardigheden / leerproblemen moeten onderscheiden worden van een achterstand van een jeugdige die bij aanvang van het basisonderwijs al bestaat, doordat Nederlands niet zijn eerste taal is. Vooral Turkse en Marokkaanse kinderen vormen hiervoor een risicogroep, in combinatie met hun sociaal-economische achtergrond (Verhoeven, 2000).

Bij een onvoldoende aanpak van de problemen kunnen zich specifieke leerstoornissen ontwikkelen (Verhoeven, 2000; Van der Leij, 2001).