A202: Opstandig gedrag en/of antisociaal gedrag

Deze problemen zijn in het classificatiesysteem CAP-J onderdeel van:

  • As A: Psychosociaal functioneren jeugdige
  • A200: Gedragsproblemen

Kenmerken

Opstandig, agressief gedrag komt bij iedereen wel eens voor. Vaak is er dan sprake van een aanleiding die weliswaar geen excuus vormt voor het gedrag, maar het gedrag wel begrijpelijk maakt. Wanneer de jeugdige een patroon vertoont van negativistisch, opstandig, ongehoorzaam en vijandig gedrag tegenover autoriteitsfiguren of gedrag vertoont waarbij de grondrechten van anderen en belangrijke sociale normen of regels worden overtreden en voorgaande is geen leeftijdsadequaat gedrag, is er sprake van opstandig gedrag en/of antisociaal gedrag.

Het aantal symptomen en/of de duur voldoet niet aan de criteria van de oppositioneel opstandige gedragsstoornis of aan de criteria voor een gedragsstoornis. Er is sprake van een beperking in het functioneren van de jeugdige en/of er is sprake van lijdensdruk. Er is echter (nog) geen sprake van een significante beperking in het functioneren. De lijdensdruk kan worden ervaren door de jeugdige zelf, door zijn ouders of door iemand uit de omgeving (bijvoorbeeld de leerkracht). Er is geen sprake van opstandig en/of antisociaal gedrag wanneer de jeugdige zich over het algemeen wel voegt naar autoriteiten en regels.

Subtypes en/of specificaties

Opstandig gedrag

Opstandig gedrag kan zich bijvoorbeeld uiten in:

  • driftig gedrag
  • vaak ruzie hebben met volwassenen
  • weigeren om zich te voegen naar regels van volwassenen
  • anderen met opzet irriteren
  • prikkelbaar gedrag
  • boos en gepikeerd gedrag.

Indien het opstandige gedrag van de jeugdige mishandeling van de ouders betreft, dient ook rubriek D209 (Mishandeling ouder door jeugdige) geclassificeerd te worden.

Antisociaal gedrag

Bij antisociaal gedrag is er sprake van probleemgedrag dat ernstiger is dan bij opstandig gedrag. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in:

  • vechten
  • stelen (vaak in samenwerking met leeftijdsgenoten in tegenstelling tot gedragsgestoorde kinderen, door wie het stelen veelal alleen wordt uitgevoerd)
  • liegen
  • spijbelen
  • gedrag dat leidt tot een schorsing van school en/of club
  • ongevoeligheid zijn voor straf
  • niet tonen van spijt en/of goedmaakgedrag
  • kil narcisme (opgeblazen gevoel van eigenwaarde, geen empathie)
  • een antisociale levensstijl
  • seksueel grensoverschrijdend gedrag, waaronder sexting
  • pesten.

Zowel bij opstandig gedrag als bij antisociaal gedrag kan het gaan om een gedragsprobleem zonder of met enige mate van agressie. Wanneer er sprake is van enige mate van agressie is onderscheid te maken in:

  • fysiek agressief gedrag (stompen, slaan, knijpen, schoppen, vechten, vernielen)
  • verbaal agressief gedrag (uitschelden, kwetsen, vernederen, bedreigen, pesten)
  • relationeel agressief gedrag (onjuiste geruchten verspreiden over een andere jeugdige om deze buiten de groep te sluiten, uit wraak vriendschap sluiten met een derde).

Daarnaast kan het gaan om:

  • proactief agressief gedrag (gecontroleerd agressief gedrag dat wordt gebruikt om een doel te bereiken) of
  • reactief agressief gedrag (een vijandige boze reactie op een waargenomen frustratie).

Culturele, leeftijds- en seksespecifieke kenmerken en verloop

Opstandig, agressief gedrag komt bij iedereen wel eens voor. Ook vertonen veel jonge kinderen dit gedrag tijdens de zogenaamde koppigheidsfase. Het gedrag dat kenmerkend is voor deze fase neemt af na de peutertijd (Verhulst, Verheij & Ferdinand, 2007). Daarnaast komt het gedrag veel voor bij jongeren tijdens de puberteit. Wanneer het probleemgedrag is ontstaan op kinderleeftijd zal het verloop anders zijn dan wanneer de gedragsproblemen ontstaan in de puberteit (American Psychiatric Association, 2013).

Meisjes laten vaker opstandig en/of antisociaal probleemgedrag zonder agressie zien en jongens vaker met agressie (De Wit, Slot & Van Aken, 2004).

Bij toename van het aantal symptomen, bij een langere duur en wanneer de problemen leiden tot disfunctioneren is sprake van de ontwikkeling van een stoornis (oppositioneel opstandige gedragsstoornis, gedragsstoornis) (Verhulst, Verheij & Ferdinand, 2007).