Wet passend onderwijs en verbinding onderwijs en jeugdhulp
Het doel van de Wet passend onderwijs is dat alle kinderen een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Ook als zij extra ondersteuning nodig hebben. Daarom werken scholen in dezelfde regio samen in een samenwerkingsverband. In de Wet passend onderwijs staat dat deze samenwerkingsverbanden verplicht een ondersteuningsplan op moeten stellen. In dit ondersteuningsplan staan onder meer afspraken over:
- het niveau van de basisondersteuning op de scholen;
- de manier waarop een samenhangend geheel van voorzieningen voor extra ondersteuning binnen en tussen de scholen wordt georganiseerd;
- de verdeling van de middelen.
Volgens de Wet passend onderwijs is een samenwerkingsverband verplicht hun ondersteuningsplan af te stemmen op het beleidsplan over jeugdhulp van de gemeente. Soms is het ook nodig dat onderwijs, jeugdhulp en gemeente afstemmen rondom individuele ondersteuning (zie de Wet op het Voortgezet Onderwijs).
Zorgplicht
Een school moet elke leerling die bij de school is aangemeld een zo passend mogelijke vorm van onderwijs aanbieden (zorgplicht). Kan de school dat niet zelf, dan moet zij de ouders een voorstel doen voor een ander, wél passend aanbod binnen hun samenwerkingsverband.
Bekostiging
Alle scholen, ook scholen in het (voorgezet) speciaal onderwijs, ontvangen vanuit het Rijk een vast budget (basiskosten) per ingeschreven leerling. Daarnaast ontvangt het samenwerkingsverband van de scholen een aanvullend budget voor extra ondersteuning.
Het budget voor extra ondersteuning is in verhouding met het aantal leerlingen binnen het samenwerkingsverband. Dat is anders dan de situatie vóór de invoering van passend onderwijs, toen de middelen voor extra ondersteuning ongelijk verdeeld waren over het land. Deze verandering heet 'verevening'. Het samenwerkingsverband verdeelt het budget voor extra ondersteuning over de scholen, zodat er meer maatwerk mogelijk is.
Verevening verdeling ondersteuningsbudget
Vóór de invoering van passend onderwijs, werd het ondersteuningsbudget voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, ongelijk verdeeld over het land. Uit onderzoek blijkt dat er geen inhoudelijke argumenten zijn die aantonen dat de behoefte aan extra ondersteuning verschilt per regio.
Daarom wordt het ondersteuningsbudget voortaan naar verhouding verdeeld, op basis van het aantal leerlingen. Dat noemen we verevening. Er is een overgangsregeling van vijf jaar, van 2015 tot 2020, zodat ieder samenwerkingsverband van scholen naar hun nieuwe budget toe kan werken.
Lees meer op rijksoverheid.nl over: