Vormen van samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp

De samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp kent veel verschillende vormen. Het NJi heeft daarvan een overzicht gemaakt onderverdeeld in samenwerking voor preventie, samenwerking rondom beoordeling en aanpak, en samenwerking in de uitvoering van onderwijs en jeugdhulp.

1. Samenwerking voor preventie

Voorkomen is beter dan genezen: het is de ambitie van veel beleidsmakers in gemeenten, onderwijs en jeugdhulporganisaties. Om dit te realiseren, wil je op een effectieve manier preventieve activiteiten kunnen inzetten. Vaak gebeurt dit in de school, de plaats waar je alle kinderen en veel ouders kunt bereiken.

Samenwerking tussen scholen en jeugdpartners kan bijdragen aan het versterken van een positief en ondersteunend pedagogisch klimaat, op school en in de wijk, en aan het voorkomen van opvoed- en opgroeiproblemen. Vaak zijn partners (jeugdgezondheidszorg, leerplicht, wijkteam of jeugdhulp) al betrokken bij de ondersteuningsstructuur van scholen, bijvoorbeeld rond casuïstiek. Het helpt om samen ook na te denken over preventieve inzet in en rond school. Bekijk hiervoor ook de Preventiematrix verbinding onderwijs-jeugdhulp.

  • Jeugdhulppartners kunnen de basisondersteuning van scholen versterken, bijvoorbeeld door middel van consultatie voor leerkrachten, ondersteuning bij gesprekken met kinderen of ouders en preventieve activiteiten voor ouders op school.
  • Jeugdpartners kunnen in hun werk gebruikmaken van de signalen, kennis en ervaring die scholen hebben over kinderen en gezinnen.
  • Specialistische jeugdhulp kan preventief worden ingezet in het onderwijs, met name voor leerlingen met ingewikkeldere ontwikkelingsvragen. Doel daarvan is scholen te helpen bij het realiseren van een goed pedagogisch klimaat en onderwijsprofessionals te ondersteunen bij het tijdig signaleren en snel inzetten van passende hulp.
  • Scholen kunnen bijdragen aan het versterken van het preventieve aanbod in de wijk of de gemeente, bijvoorbeeld door hun gebouw aan te bieden voor activiteiten of activiteiten gezamenlijk aan te bieden met de jeugdhulp, het jongerenwerk of sportverenigingen.

2. Samenwerking rond beoordeling en aanpak

Interprofessionele samenwerking tussen onderwijs en jeugd(hulp)partners vindt vooral plaats als er vragen zijn over ontwikkelings- of gedragsproblematiek van een kind of over belemmeringen in de gezinssituatie. Deze samenwerking kent veel verschillende vormen die sterk variëren in de verschillende onderwijssectoren.

Primair onderwijs (po)

Variant 1: Jeugdprofessional komt naar school

De school heeft een contactpersoon in het wijkteam die op uitnodiging deelneemt aan het interprofessioneel overleg op school. Deze contactpersoon is verantwoordelijk voor het inschakelen van jeugdhulpspecialisten voor dit overleg en voor eventuele toeleiding naar lichte of specialistische hulp.

Variant 2: Schoolmaatschappelijk werker als spil

De schoolmaatschappelijk werker is aanwezig op school en laagdrempelig bereikbaar voor consultatie en lichte hulp aan leerlingen, ouders en teamleden. De schoolmaatschappelijk werker neemt deel aan leerlingbespreking en interprofessioneel overleg en fungeert als spil tussen de school en het wijkteam.

Variant 3: Wijkteam werkt op school

De generalist van het wijkteam werkt gedeeltelijk op school en is onderdeel van de ondersteuningsstructuur van de school. Hij of zij biedt consultatie aan leerkrachten en intern begeleiders, biedt lichte hulp aan leerlingen of ouders en heeft mandaat om zo nodig te beslissen over het inzetten van specialistische hulp.

Variant 4: CvB in speciaal onderwijs

Alle scholen voor speciaal onderwijs hebben een Commissie van Begeleiding (CvB), die bij voorkeur bestaat uit de directeur van de school, een gedragsdeskundige, een jeugdarts en een (school)maatschappelijk werker. De CvB geeft advies en ondersteuning aan ouders, leerkrachten en andere professionals in de school. Vanuit de CvB worden de lijnen gelegd met de hulp in de wijken.

Voorgezet onderwijs (vo)

Variant 1: Contactpersoon uit wijkteam neemt deel aan overleg

De contactpersoon uit het wijkteam in de buurt van de school neemt deel aan het interprofessioneel overleg op school. Hij of zij beoordeelt samen met de zorgcoördinator welke professionals voor het overleg worden uitgenodigd. De jeugdprofessional kan soms zelf lichte hulp bieden en schakelt zo nodig (specialistische) hulp in, vaak via het wijkteam uit de woonplaats van de jongere.

Variant 2: Schoolmaatschappelijk werker als spil

De schoolmaatschappelijk werker fungeert als spil tussen de school en het wijkteam in de buurt van de school of het wijkteam uit de woonomgeving van de betreffende leerling. Op school neemt de schoolmaatschappelijk werker deel aan het multidisciplinair overleg en biedt hij of zij zelf lichte hulp aan leerlingen of ouders. Voor specialistische jeugdhulp moet de schoolmaatschappelijk werker meestal doorverwijzen naar het wijkteam uit de woonplaats van de betreffende leerling om de verwijzing te regelen.

Variant 3: Gemeentelijk of regionaal vo-team

Een gemeentelijk of gebiedsgericht vo-team is verbonden aan alle middelbare scholen in een gemeente of regio. Iedere school heeft een vaste contactpersoon in dit team, die de casussen van deze school oppakt. De contactpersoon neemt deel aan het interprofessioneel overleg op school. Meestal mag die persoon ook lichte hulp bieden aan jongeren en gezinnen, vanuit de gedachte van 'de school als vindplaats'. Als aanvullende zorg nodig is, heeft de contactpersoon vaak het mandaat om specialistische jeugdhulp in te schakelen.

Variant 4: CvB in voortgezet speciaal onderwijs

Alle scholen voor voortgezet speciaal onderwijs hebben een Commissie van Begeleiding (CvB), die bij voorkeur bestaat uit de directeur van de school, een gedragsdeskundige, een schoolarts en een (school)maatschappelijk werker. De CvB geeft advies en ondersteuning aan ouders, leerkrachten en andere professionals in de school. Vanuit de CvB worden de lijnen gelegd met de hulp in de wijken.

Middelbaar beroepsonderwijs (mbo)

Variant 1: Schoolmaatschappelijk werker als spil naar ondersteuning in eigen wijk

Als een mbo-instelling een ondersteuningsvraag niet zelf kan oplossen, wordt de student verwezen naar het wijkteam of de huisarts in de eigen gemeente. De schoolmaatschappelijk werker is vaak de verwijzer, en daarmee de spil tussen de interne zorgstructuur van de school en de ondersteuning in de gemeenten.

Variant 2: Gemeentelijk of regionaal mbo-team

Een gemeentelijk of regionaal mbo-team is op alle mbo-locaties beschikbaar voor onderwijs overstijgende ondersteuning. Dit team wordt grotendeels bekostigd door de gemeente en werkt vanuit een centrale locatie. Het interne zorgteam van een mbo-locatie verwijst studenten met onderwijs overstijgende hulpvragen naar dit gemeentelijke of regionale mbo-team.

Integraal arrangeren

In alle onderwijssectoren zijn voorbeelden te vinden van integraal arrangeren, Hierbij wordt in één overleg een gezamenlijke aanpak afgesproken voor een kind of jongere. Aan het overleg nemen het kind of de jongere en de ouders deel naast alle professionals die noodzakelijk zijn voor passend onderwijs en passende hulp. De deelnemers aan het overleg zijn gemandateerd om te beslissen over alle benodigde hulp of onderwijsondersteuning.

3. Samenwerking in de uitvoering van onderwijs en zorg

Het komt ook voor dat onderwijs en jeugdhulp samenwerken binnen één team of één programma. Daarvan zijn de volgende voorbeelden bekend:

School als werkplaats (jeugdhulp in de school)

Jeugdhulp in de school, vaak onder de noemer van 'school als werkplaats', komt breed voor in het mbo, en in mindere mate in het vo en po. School als werkplaats houdt in dat meerdere jeugdhulpprofessionals als jeugdteam in de school werken, vaak ook in de klas. Leerlingen en ouders kunnen op eigen initiatief bij hen terecht. Als de school problematiek signaleert die het interne zorgteam van de school niet kan oppakken, wordt een jongere rechtstreeks doorverwezen naar dit jeugdteam. Dit team beschikt over brede expertise die aansluit bij de specifieke ondersteuningsvragen van de doelgroep, bijvoorbeeld jeugd-ggz, jeugdarts en budgetcoach.

Specialistische jeugdhulp in het speciaal onderwijs in één hand

In het (voortgezet) speciaal onderwijs is een model in ontwikkeling waardoor de school zelf jeugdhulp kan inzetten via een jeugdhulpbudget van de gemeente waarover de school zelf kan beschikken. Vaak werkt de school daarbij samen met één of twee vaste zorgaanbieders.

Onderwijs-zorgarrangementen

Bij een onderwijs-zorgarrangement (oza) werken kind of jongere en ouders integraal samen met onderwijs, jeugdhulp of zorg. Deze samenwerking komt tot stand als een kind naast ondersteuning in het (speciaal) onderwijs ook jeugdhulp of zorg nodig heeft. Een oza kan rondom een individueel kind worden georganiseerd, maar ook voor groepen kinderen. Een oza is altijd maatwerk: de specifieke behoefte van een leerling of een groep leerlingen bepaalt de inhoud ervan. Lees ook de NJi-pagina Vorm geven aan de samenwerking tussen onderwijs en zorg.

Eva de Jong

Eva de Jong

senior medewerker inhoud