Voor jeugdprofessionals staat het welzijn van het kind voorop. Daar is onlosmakelijk mee verbonden dat het partnerschap met (beide) ouders zo goed mogelijk blijft. Dit biedt veiligheid voor het kind en je bent als professional beter op de hoogte van de situatie thuis. Ook kun je zo signalen die je waarneemt bij het kind met de ouders bespreken.
Om het gesprek met ouders goed te kunnen voeren zijn er een aantal basisvaardigheden waarover je moet beschikken. In deze gesprekken is het belangrijk om actief te kunnen luisteren, vragen te stellen, te kunnen reflecteren op uw eigen positie en rol en je aannames en handelen.
Daarbij zijn er een aantal zaken die specifiek bij een gesprek over een (aankomende) scheiding van belang zijn en goed om in het achterhoofd te houden tijdens het voeren van een gesprek met ouders.
Suggesties voor een gesprek met ouders
- Benadruk in het gesprek dat jullie allemaal het beste voor het kind willen, maar dit ieder vanuit een eigen positie en invloedssfeer doen. Je kunt erop wijzen dat zowel jij als de ouders eigen verantwoordelijkheden hebben ten aanzien van het kind.
- Maak van meet af aan duidelijk dat jij en je collega's onpartijdig zijn en zich niet mengen in de conflicten tussen de ouders. Het gaat voor jou altijd primair om het welzijn van het kind.
- Benoem voorafgaand en tijdens het gesprek wat je wel en niet voor de ouders en het kind kunt doen, zodat er heldere verwachtingen ontstaan.
- Voorkom dat je in het conflict van ouders terechtkomt, blijf objectief en geef geen mening over de scheiding. Breng in het gesprek wel naar voren welke belemmeringen je eventueel signaleert in het leren, het gedrag en de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind.
- Bespreek (als die er zijn) de signalen die je hebt waargenomen bij het kind open en eerlijk met ouders. Benoem wat je ziet en vraag wat zij zelf zien bij het kind. Vertel het als je je zorgen maakt en vraag hen hoe zij daar tegenaan kijken. Beschrijf je observaties zo concreet mogelijk, bijvoorbeeld: 'Ik zie dat hij zich moeilijk kan concentreren in de les' of 'Ik zie dat hij zich veel meer terugtrekt en niet zo veel contact meer maakt met andere kinderen' of 'Ik zie dat hij de laatste weken vaak verdrietig is op school en wil dit graag met jullie bespreken'.
- Geef ouders geen ruimte om zich negatief over de andere ouder uit te laten, dit komt het proces niet ten goede en brengt je in een lastige positie.
- Probeer zo veel mogelijk met beide ouders om tafel te zitten en zo het gesprek gezamenlijk te voeren. Zo voorkom je dat zaken verkeerd worden overgebracht, krijgen beide ouders dezelfde informatie en kunnen zij hun eigen informatie aanleveren.
- Houd in de gaten dat je er voor het kind en beide ouders bent. Zorg ervoor dat je beide ouders hoort en niet alleen de ouder met de grootste opvoedrol, dit kleurt anders je beeld van de scheidingssituatie.
- Zorg ervoor dat ouders de school op de hoogte stellen van (wijzigingen in) het gezag, de omgangs- of zorgregeling, afspraken over afhalen van school, enzovoort.
- Ouders mogen hun visie en wensen op tafel leggen en weergeven, het is goed om hiernaar te luisteren en daarbij aan te geven wat je wel kunt bieden en waar de grenzen liggen.
Tips voor ouders
Voor ouders is een scheiding vaak een zware en emotionele tijd. Het kan vergeleken worden met een rouwproces. Het is als ouder dan niet altijd gemakkelijk om oog te blijven hebben voor de kinderen en op een goede manier met de (ex-)partner te blijven opvoeden. Toch kunnen ouders een aantal dingen doen om hun kind te helpen zo goed mogelijk met de scheiding om te gaan:
- Vertel samen aan de kinderen dat jullie uit elkaar gaan. Geef elkaar daarbij niet de schuld.
- Vertel de kinderen dat de scheiding niet hun schuld is en dat zij het ook niet kunnen oplossen.
- Vertel de kinderen dat jullie als ouders de zaken goed zullen regelen. Beantwoord zoveel mogelijk vragen van de kinderen over wat het voor hen gaat betekenen (woonplek, school, vriendjes, enz.), maar pas als dat duidelijk is.
- Geef jullie kind het gevoel dat het er niet alleen voor staat, maar altijd op jullie kan rekenen.
- Stop met ruziemaken waar de kinderen bij zijn.
- Spreek geen kwaad over de andere ouder.
- Vertel de kinderen dat het normaal is dat ze zich boos, verdrietig of bang voelen.