Hoe voorkomen we dat jongeren door psychische problemen vroegtijdig het mbo verlaten en ze hun opleiding niet afmaken al het weer beter gaat? Als antwoord op die vraag bedacht het Graafschap College in Doetinchem samen met de ggz en de jeugdzorg in de regio het programma JongLeren.
Het programma helpt jongeren met psychische problemen om tijdens de behandeling te blijven leren en zo snel mogelijk de draad van het mbo weer helemaal op te pakken.
Het blijkt moeilijk om jongeren die in behandeling zijn bij de ggz een goede (door)start in het onderwijs te laten maken. Dat komt doordat programma's van onderwijs en hulpverlening onvoldoende op elkaar zijn afgestemd en docenten kunnen deze jongeren geen vangnet bieden. Met als gevolg dat jongeren die behandeld worden voor psychische problemen voortijdig afhaken in het onderwijs en zich uitschrijven zonder perspectief op een beroepskwalificatie. 'Wij denken dat we dat met een gemeenschappelijk programma van specialistische partijen kunnen voorkomen', stelt Alex Jansen van het Graafschap College. De school heeft een uitgesproken keuze gemaakt voor het model "mbo als wijk", licht hij toe: 'Wij zijn ervan overtuigd dat de drempel om gebruik te maken van hulpverlening stukken lager is als we die binnen het mbo aanbieden.'
Opzet van het programma
Vanaf het najaar van 2019 krijgen jongeren met psychische problemen op het mbo een passend programma onder de titel JongLeren. Daardoor blijven ze in het onderwijs actief terwijl ze tegelijkertijd kunnen rekenen op persoonlijke en groepsmatige begeleiding en op externe hulpverlening door de ggz of een orthopedagoog. Tijdens het programma krijgen ze de mogelijkheid om gedeeltelijk beroepsspecifieke vakken te volgen in het mbo onderwijs.
Uitgangspunt van het programma is dat de behandeling tijd nodig heeft om aan te slaan en dat jongeren de ruimte moeten krijgen om op termijn weer in het regulier onderwijs te kunnen functioneren. Daarom is het programma modulair opgebouwd en combineert het onderwijs met aandacht voor bewegen, gezonde leefstijl, persoonlijke ontwikkeling, functioneren in een groep en individuele externe hulpverlening.
De groep bestaat uit maximaal 15 studenten die worden begeleid door twee docenten, een orthopedagoog, een gz-psycholoog en ggz-therapeuten. Behandel- en onderwijsdoelen worden nauw op elkaar afgestemd. Het Graafschap College en de gemeenten waarin de jongeren wonen, delen de kosten.
Meerwaarde van een geïntegreerde aanpak
De verwachting is dat studenten met psychische problemen profijt hebben van een geïntegreerde aanpak van onderwijs en behandeling.
Voor het onderwijs is de meerwaarde dat er nu een vangnet is voor deze groep studenten en uitschrijving wordt voorkomen.
De betrokken gemeenten hebben er belang bij als minder jongeren langdurig thuiszitten of ingewikkelde re-integratietrajecten nodig hebben. Uiteindelijk hebben niet alleen de jongeren er profijt van, maar kan de investering in het programma de samenleving veel kosten besparen.
Het Nederlands Jeugdinstituut gaat deze aanpak monitoren en de effectiviteit onderzoeken. Daarmee wordt ook gewerkt aan de evaluatie en overdraagbaarheid van JongLeren.
Succesfactoren
Belangrijk gegeven voor het slagen van het programma JongLeren is dat in de regio de samenwerking rond passend onderwijs inmiddels een stevig fundament heeft gekregen. De betrokken partijen deelden een sterke behoefte aan een gemeenschappelijk programma voor jongeren met psychische problemen en hebben onderling veel vertrouwen in elkaars specialistische deskundigheid. Daarmee behoort JongLeren tot de eerste intensieve vormen van regionale samenwerkingsvormen tussen ggz en mbo.
Een andere succesfactor is dat het Graafschap College alles wat studenten aan zorg en hulp nodig hebben, volgens het model van 'het mbo als wijk' binnen de school aanbiedt. Hierdoor is verwijzing geen drempel meer om van jeugdzorg of ggz gebruik te maken.
Belemmeringen en knelpunten
De grootste belemmering voor de uitvoering van het programma vormen de schotten in de financiering tussen zorg en onderwijs. De behandelkosten binnen het programma moeten bekostigd worden op basis van beschikkingen van de gemeente of de zorgverzekeraar. Dat maakt de samenwerking van het mbo met jeugdzorg en ggz complex en onnodig duur.
Meer informatie
- NJi publicatie: Samen werken aan optimale ondersteuning mbo-studenten; inspiratie en tips
- NJi publicatie: Sterke netwerken rond kwetsbare jongeren; Adviezen en praktijkvoorbeelden voor de samenwerking tussen onderwijs en gemeenten