Hoe intensiever de samenwerking tussen docenten, ouders en jeugdhulpverleners is, hoe makkelijker het is om een veilige leeromgeving te creëren die kinderen ondersteunt in hun sociale en cognitieve ontwikkeling. Dat blijkt uit onderzoek van Jantien Gerdes, die op 14 juni promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Een belangrijke factor in de samenwerking is de steun van jeugdhulpverleners aan docenten. Als een docent bij vragen over een kind een beroep kan doen op een hulpverlener, werkt dit ontlastend. Het geeft minder spanning in de klas en bij de docent. Volgens Gerdes zorgt een ontspannen docent voor een veilige leeromgeving die de vaardigheden ondersteunt die leerlingen nodig hebben om aan hun werk te beginnen, hun aandacht erbij te houden en door te gaan wanneer het lastig wordt.
Voor een goede samenwerking is het belangrijk dat scholen docenten, ouders en jeugdhulpverleners voldoende tijd geven voor interactie en reflectie. Ook moeten zij de kans krijgen om zelf te bepalen hoe zij te werk gaan en om nieuwe dingen uit te proberen.
Gerdes ontwikkelde een raamwerk dat meer grip kan geven op de processen binnen de samenwerking tussen docenten, ouders en jeugdhulpverleners. Het raamwerk bestaat uit drie niveaus van samenwerking: het uitwisselen van kennis en informatie, het verdiepen van de samenwerking en een intensieve samenwerking.
Passend niveau van samenwerking
'Zo'n raamwerk helpt bij vragen als: Hoe werken wij samen als team in het onderwijs en de jeugdhulp? En wat is de kwaliteit van onze samenwerking?', zegt Vincent Fafieanie van het NJi. 'Op basis daarvan benoem je verbeterpunten en kun je stapsgewijs bouwen naar het niveau van samenwerking dat je passend vindt.'
Volgens Fafieanie is het goed dat het raamwerk niet alleen kijkt naar de samenwerking tussen professionals, maar ook het ouderperspectief meeneemt. 'Als ouders als gelijkwaardig worden gezien, helpt hen dat om doelgericht te handelen en hun kind te ondersteunen.'
Bron: Vrije Universiteit Amsterdam