In de eerste helft van 2020 kreeg een op de twaalf kinderen en jongeren tot 23 jaar jeugdzorg. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS. De cijfers laten een daling van 6 procent zien ten opzichte van dezelfde periode in 2019. De daling zal in de definitieve cijfers waarschijnlijk minder sterk zijn.
In totaal gaat het om 356 duizend kinderen en jongeren tot 23 jaar die in de eerste helft van 2020 jeugdzorg ontvingen. Onder jeugdzorg vallen jeugdhulp, jeugdhulpbescherming en jeugdreclassering. Het aantal gestarte en beëindigde jeugdzorgtrajecten is in de eerste zes maanden van 2020 fors afgenomen. Deze daling is het sterkst in de maanden april en mei, toen veel gesprekken tussen kinderen en jeugdzorgorganisaties vanwege de coronamaatregelen niet konden doorgaan.
Jongeren ouder dan 18
Jeugdzorg is met name bedoeld voor kinderen en jongeren tot 18 jaar. Jeugdreclassering is wel expliciet gericht op jongeren tot 23 jaar. Uit de cijfers blijkt dat er in de eerste helft van 2020 een toename was van het aantal 18-plussers dat gebruikmaakt van jeugdzorg. Ruim 16 duizend jongeren met jeugdzorg in het eerste halfjaar van 2020 waren 18 jaar of ouder. In 2019 waren dat er nog 14,5 duizend. De stijging is met 47 procent het sterkst in de pleegzorg.
Regionale verschillen
De cijfers tonen verder grote verschillen tussen gemeenten in het gebruik van jeugdzorg. Vooral in gemeenten in Limburg en het noordoosten van Nederland is het gebruik relatief hoog. In Noordoost-Nederland ontvangt meer dan 10 procent van de jongeren tot 23 jaar jeugdzorg. Deze regionale verschillen hebben meerdere oorzaken, zoals sociale en economische omstandigheden. Daarnaast spelen de beleidskeuzen van gemeenten een rol.
Effect van de coronacrisis
Afke Donker, medewerker monitoring en sturingsinformatie bij het Nederlands Jeugdinstituut, zegt dat de nieuwe CBS-cijfers over jeugdzorggebruik in de eerste helft van 2020 lastig te interpreteren zijn. 'Zoals het CBS aangeeft, lijkt er een duidelijk effect van de coronacrisis op zowel de instroom als de uitstroom van cliënten. Het aantal verwijzingen naar de jeugdzorg en de instroom is in de periode van maart tot april, aan het begin van de crisis, duidelijk verminderd. In de jeugdhulp is de uitstroom ook lager, vermoedelijk omdat er behandelingen moesten worden uitgesteld. Maar ook personele en financiële problemen van jeugdzorgaanbieders kunnen een rol spelen. Hierdoor kunnen er capaciteitsproblemen zijn ontstaan in de opname en uitvoering van de zorg.'
Positieve trends
Volgens Tom van Yperen, expert bij het Nederlands Jeugdinstituut, zijn er bij nadere beschouwing van de CBS-cijfers ook positieve trends zichtbaar. Deze zijn het gevolg van verbeteracties in de sector. 'De stijging van het aantal 18-plussers in de pleegzorg is het gevolg van beleid dat het mogelijk maakt om een pleegzorgplaatsing te laten doorlopen tot 21 jaar. Daarnaast zien we bijvoorbeeld dat de duur van ondertoezichtstellingen korter is geworden en dat het aantal gesloten plaatsingen aanzienlijk is verminderd. In de afgelopen tijd is er door de sector veel werk van gemaakt om het toepassen van gedwongen kader minder nodig te maken. Of dit daadwerkelijk effecten zijn van het kwaliteitsbeleid is nog niet zeker. Het gaat immers om voorlopige cijfers. En er spelen zoals gezegd meerdere invloeden tegelijk. Meerjarige trends en gesprekken over het verhaal achter de cijfers kunnen meer duidelijkheid scheppen.'
Bron: CBS; Nederlands Jeugdinstituut