Hoewel het aantal jongeren met een hulpvraag in Steenbergen toenam, bracht de gemeente het tekort op de jeugdhulp terug van 1,5 miljoen naar 0,5 miljoen euro. Dat lukte door veel te investeren in 'de voorkant', vertelt wethouder Koos Krook in Binnenlands Bestuur.
De gemeente heeft zorgverleners en het toegangsloket tot alle vrij toegankelijke jeugd- en Wmo-voorzieningen samengebracht op één locatie: Vraagwijzer Steenbergen. Vraagwijzer fungeert ook als een indicatieorgaan. Jongeren kunnen bij Vraagwijzer terecht bij tien jeugdprofessionals. Vaak kunnen deze professionals zelf de benodigde hulp bieden; indien nodig verwijzen ze jongeren naar tweedelijnsvoorzieningen.
Ook resultaatgericht financieren heeft volgens de wethouder gezorgd voor een besparing. Samen met acht andere gemeenten heeft Steenbergen afspraken over hulparrangementen gemaakt met aanbieders van tweedelijnszorg. De jeugdhulpaanbieders krijgen een deel van het budget aan het begin van het traject en het restant als het resultaat is behaald.
Volgens Tom van Yperen van het Nederlands Jeugdinstituut bevestigt de aanpak van Steenbergen het idee dat investeren in de voorkant loont. 'Er vindt een verschuiving plaats van zware naar lichtere hulp. Monitor daarbij wel of de cliënten met de lichtere hulp goed geholpen zijn. Het feit dat ook in Steenbergen het aantal cliënten nog steeds toeneemt, vraagt de komende tijd aandacht. Investeren in een sterke basis, bijvoorbeeld in het sociaal netwerk, de buurt, de kinderopvang of op school, en inzetten op preventie kan die toename beperken.'
Bron: Binnenlands Bestuur; Vraagwijzer Steenbergen; Nederlands Jeugdinstituut