De perceptie van het kind moet altijd het startpunt zijn in een jeugdbeschermingstraject. Dat concludeert Helen Bouma uit onderzoek waarop zij op 24 oktober promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Om de perceptie van een kind centraal te kunnen stellen, moet je beseffen dat ieder kind uniek is. Een professional moet daarom zijn best doen een kind te leren kennen. Hoe een kind tegen een situatie aankijkt, kan verschillen van de visie en intentie van ouders en andere volwassenen. De professional moet steeds checken in hoeverre het kind echt ervaart dat aan zijn behoeften is voldaan.
Tijdens een jeugdbeschermingstraject willen kinderen helder en eerlijk horen hoe de situatie ervoor staat. Ze willen de kans krijgen om dat te delen wat ze willen delen. Dat professionals dan wel luisteren is essentieel, maar niet genoeg; kinderen verwachten ook actie op zaken die voor hen belangrijk zijn.
Bouma sprak met 31 professionals, 11 kinderen en 20 ouders die ervaring hebben met jeugdbescherming.
Bron: Rijksuniversiteit Groningen