Vier gemeenten scoren op laag jeugdhulpgebruik

Vier gemeenten komen in de buurt van een 'blauwe zone' voor jeugdhulp: een plek waar het gebruik van jeugdhulp beduidend minder is dan gemiddeld. Dat blijkt uit een data-analyse van Garage2020.

Garage2020 keek in welke gemeenten in 2017 volgens CBS-gegevens het gebruik van gespecialiseerde jeugdhulp, jeugdreclassering en jeugdbescherming twee derde of minder was van het landelijk gemiddelde. In die gemeenten zijn gesprekken gevoerd om te achterhalen of hun score een gevolg was van positieve factoren en niet van bijvoorbeeld wachtlijsten. In Castricum, Edam-Volendam, Scherpenzeel en Uitgeest kwamen twee positieve factoren naar voren. Dat zijn de sociale verbintenis tussen de inwoners en de organisatie van de zorg, bijvoorbeeld de inzet van vakspecialisten in de toegang tot hulp.

'Leuk dat CBS-gegevens op deze manier zijn uitgepluisd', zegt Afke Donker van het Nederlands Jeugdinstituut. Positief vindt ze ook dat de gemeenten het samenspel tussen formele en informele zorg noemen als positieve factor. 'We weten dat sociale binding in de top tien staat van beschermende factoren voor een positieve ontwikkeling van kinderen, net als steun van belangrijke volwassenen. Het zou interessant zijn om in meer gemeenten te onderzoeken wat de relatie is tussen jeugdhulp en sociale binding. Dat zeggen de onderzoekers zelf ook.'

De vier gemeenten scoren ook goed in de Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp (AOJ), signaleert Donker. 'In die monitor zie je waar het jeugdzorggebruik lager is dan je zou verwachten op basis van de kenmerken van de gemeente.'

Bron: Grarage2020; Nederlands Jeugdinstituut