Van de veertigduizend kinderen die niet thuis opgroeien is een deel gedwongen uithuisgeplaatst. Daar is veel kritiek op, zeker nu blijkt dat de toeslagenaffaire tot 1.115 uithuisplaatsingen heeft geleid. In reactie daarop vraagt Tom van Yperen van het Nederlands Jeugdinstituut aandacht voor de besluitvormingsprocessen, de werkomgeving van de professionals en de verwachtingen in de samenleving.
Waarom is er zoveel kritiek op uithuisplaatsingen?
'Het traject van een gedwongen uithuisplaatsing van kinderen is voor veel ouders moeilijk te begrijpen. Instanties hebben veel bevoegdheden en macht. De klacht van veel ouders is dat zij door die instanties vaak niet goed gehoord worden en zelf niet standaard deskundige bijstand krijgen, terwijl in de taxaties van professionals feiten, meningen en oordelen vaak door elkaar lopen.'
Hoe is die kritiek dan te ondervangen?
'Samen met wetenschappers zijn instrumenten, methoden en richtlijnen ontwikkeld om de feiten, meningen en oordelen systematischer in beeld te brengen en te wegen. Die gaan vooral over de inhoudelijke aspecten en bieden hoofdzakelijk een technische oplossing. Dat is op zich belangrijk, zo blijkt uit onderzoek, maar onvoldoende om de kwaliteit van de besluiten sterk te verhogen.'
'Wetenschappers onderkennen dat er meer aandacht moet zijn voor de persoonlijke kennis, ervaring, en waarden en normen van professionals die meespelen. Vertalen we dat naar gedwongen uithuisplaatsingen, dan zien we drie dingen. Ten eerste moet er in het proces meer tegenspraak zijn georganiseerd vanuit verschillende inhoudelijke en persoonlijke perspectieven: van ouders, van kinderen en van andere professionals. Met het zogeheten Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming heeft het kabinet aangegeven dat die tegenspraak beter georganiseerd moet worden. Ten tweede is het de vraag hoe is in te schatten of een uithuisplaatsing een effectieve oplossing biedt. Wegen de voordelen ervan voldoende op tegen de nadelen? Is er voldoende aandacht geweest voor mogelijke alternatieven of tussenstappen, zoals intensieve vormen van hulp door een professional thuis, in het gezin?'
En ten derde?
'Ook de context waarin de professional werkt vraagt verbetering, met meer gelegenheid voor scholing, training en ondersteuning. In praktijkprojecten hebben we gezien dat de resultaten gaandeweg sterk verbeteren als je voortdurend en al lerend in de praktijk de werkwijze met de gezinnen verbetert. Dat lerend werken geldt dan óók voor het ondersteunende management en bestuur: hoe zorgt ieder in zijn eigen rol ervoor dat met de gezinnen steeds betere resultaten worden bereikt? Ook al blijven er situaties waarin we niet weten wat we het beste kunnen doen, zo verbeteren we gaandeweg wat we wél kunnen doen.'
'Daarnaast is er discussie nodig over wat de samenleving en de politiek van professionals willen. Even gechargeerd neergezet is dat: niet te veel 'achter de voordeur' van gezinnen gaan kijken, kinderen niet onterecht uithuisplaatsen, maar tegelijkertijd wel de veiligheid van kinderen garanderen zodat het in gezinnen nooit vreselijk mis kan gaan. Deze 'Bermudadriehoek' zet de professionals en de instellingen – en daarmee ook de gezinnen - flink onder druk. De vraag moet zijn hoe we in onze samenleving willen navigeren in die Bermudadriehoek, welke rol we bereid zijn professionals daarin te geven en welke risico's we daarin aanvaarden.'
Als dit allemaal op orde zou zijn, waren dan uithuisplaatsingen als gevolg van de toeslagenaffaire te voorkomen geweest?
'Dat weten we niet. Maar laat het aanleiding zijn voor gesprekken met de betreffende gezinnen en voor zelfreflectie van alle betrokken instanties, met verbeteracties op alle niveaus – van de werkvloer tot de top. En laat het leiden tot maatschappelijk debat over de taak en de grenzen van de jeugdbescherming in onze samenleving.'
Dit is een ingekorte versie van een uitgebreid interview over uithuisplaatsingen.
Meer informatie
Complete interview over uithuisplaatsingenToekomstscenario kind- en gezinsbeschermingNJi-Publicatie Weg van de regelreflex. Omgaan met incidenten in de jeugdzorg
Pers
Ben je journalist? Dan kun je:
- je vraag stellen via pers@nji.nl
- bellen met 030 - 23 06 349 (maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur)
- bellen met 06 - 25 66 07 57 (maandag tot en met donderdag tussen 8.30 en 17.00 uur)