Toezichthouders: Doorbraak nodig in complexe zorg
Kinderen en gezinnen met complexe problemen krijgen niet of niet op tijd de hulp die ze nodig hebben. Dat staat in een verklaring van een coalitie van vijf partijen die op enige manier toezicht houden op de jeugdzorg.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, de Kinderombudsman, de Nationale Ombudsman, de Nederlandse Zorgautoriteit en de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving maken zich grote zorgen over kinderen en gezinnen met complexe problemen. Zij komen nog te vaak terecht in een crisissituatie. In het rapport 'Samen verder' geeft de coalitie het voorbeeld van een jongen die een half jaar wordt opgenomen in de gesloten jeugdhulp. Het is de bedoeling dat zijn ouders in die tijd opvoedingsondersteuning krijgen, zodat hij daarna weer naar huis kan. Maar de gemeente beschouwt dat als een 'stapeling van zorg' en wil niet betalen voor twee hulptrajecten.
De organisaties formuleren drie speerpunten voor het nieuwe kabinet. Ten eerste moet zorg die nodig is toegankelijk zijn. De vraag wie betaalt mag niet leiden tot het uitblijven van passende zorg. Budgetplafonds, tekorten en contracten mogen daarbij geen rol spelen.
Ten tweede mag de leeftijdsgrens van 18 jaar niet langer problemen veroorzaken voor jongvolwassenen. Nu moeten hulpverleners jongeren soms loslaten omdat ze vanaf hun 18e onder andere wettelijke regelingen vallen. Zorg en begeleiding moeten dan toch op passende wijze doorgaan, aldus de coalitie.
Ten derde moet een systeemgerichte, integrale aanpak van problemen de norm worden. Als kind én gezin niet meebepalen wat er nodig is, gebeuren vaak niet de goede dingen, aldus de coalitie. Bij diagnose en behandeling moet het kind bekeken worden in de context van het gezin. Een voorwaarde daarbij is dat professionals voldoende handelingsruimte én bevoegdheid hebben. Aanbieders, gemeenten en landelijk betrokken partijen zijn daarvoor verantwoordelijk.
De coalitie organiseert de komende tijd 'Samen verder'- sessies met professionals, ervaringsdeskundigen, aanbieders, gemeenten en het Rijk, om belemmerende factoren in kaart te brengen en weg te nemen.
Bron: Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd